10 tips voor samenwerking tussen zorg, sport en gemeente
Tien tips voor gemeenten om de samenwerking tussen zorg, welzijn, sport en bewegen te bevorderen en ervoor te zorgen dat mensen zich een gezondere leefstijl eigen maken. De tips zijn gebaseerd op ervaringen uit de praktijk en op onderzoeken van de universiteiten van Maastricht en Wageningen. In dit artikel lees je waar je het beste mee kunt beginnen, hoe je samenwerking tussen zorg, welzijn en sport kunt faciliteren en hoe je bijvoorbeeld zorgverzekeraars kunt benutten om je beleidsdoelstellingen te realiseren.
Intensievere samenwerking leidt tot gezondere inwoners
Sport en bewegen is een belangrijk middel om mensen met een risico op één of meerdere chronische aandoeningen langer zelfredzaam te houden, fitter en actiever te krijgen en mee te laten doen in de maatschappij. Voor veel inactieve volwassenen en ouderen is het lastig om uit zichzelf meer te gaan bewegen. Een intensievere samenwerking tussen zorg, welzijn, sport en bewegen binnen een wijk- of buurtgericht netwerk en een gerichte aanpak leiden tot gezondere inwoners, die actiever zijn, met meer sociale contacten.
Tip 1: wijk- of buurtscan
Analyseer in welke wijk(en) c.q. buurt(en) de gezondheidsachterstanden en -verschillen het grootst zijn. Maak daarbij gebruik van de gegevens van de GGD. De wijkscan kan worden ingezet om helder te maken welke wijken er het meeste baat bij hebben om hun inwoners te activeren en waarop binnen wijken het accent moet komen te liggen.
Tip 2: zet buurtsportcoaches in
Zet een of meerdere buurtsportcoaches (BSC) in om de samenwerking tussen zorg, sport en bewegen te faciliteren en ondersteunen. De BSC kan de lokale netwerken bouwen en de energie in het onderhouden van het netwerk organiseren. Daarnaast kan de BSC mensen begeleiden naar passend sport- en beweegaanbod. Of, als dat aanbod er niet is, ervoor zorgen dat het gewenste aanbod wordt opgestart.
Tip 3: werk samen met de zorgverzekeraar
Neem contact op met de zorgverzekeraar met de meeste klanten in je gemeente. Inventariseer wat zijn missie en doelstellingen zijn om te investeren in een wijkgerichte aanpak. Ga in gesprek met die verzekeraar om elkaars rol en taak op het gebied van gezondheidsbevordering in een samenwerking te bespreken.
Tip 4: neem als gemeente het voortouw
Neem als gemeente het voortouw en initieer de samenwerking als de verbinding zorg-sport niet bottom-up of in de wijk c.q. buurt ontstaat. Als dat initiatief wel vanuit de wijk c.q. buurt ontstaat, faciliteer en ondersteun deze netwerkvorming dan. Gebruik de energie van dit initiatief. Denk vanaf de start na over borging.
Tip 5: werk wijkgericht
Werk zo veel mogelijk wijkgericht, en betrek daar de lokaal relevante partijen bij, zoals de eerstelijnszorg, welzijn, sociale wijkteams, wijkverpleegkundigen, sportverenigingen, commercieel aanbod (bijv. fitness 2.0) en anders georganiseerd sport- en beweegaanbod, woningbouwverenigingen, woonzorginstellingen en thuiszorg. Sluit aan bij wat er al is, bij bestaande structuren.
Tip 6: ga in gesprek met huisartsengroepen of gezondheidscentra
De huisartsen en praktijkondersteuners zijn vaak lastiger mee te krijgen in de samenwerking, omdat zij het erg druk hebben met het uitvoeren van hun reguliere taken. In diverse gemeenten zijn huisartsengroepen actief, of zijn er een of meerdere gezondheidscentra. Daar liggen de kansen om in gesprek te gaan over deze aanpak en afspraken te maken over hoe de samenwerking vorm en inhoud kan krijgen. Sluit vooral (ook) aan op de vraagstukken en doelgroepen waarmee de zorg zich geconfronteerd ziet (preventieconsult, prioritaire doelgroepen, diabetes, overgewicht, cardiovasculair risicomanagement en COPD).
Tip 7: stimuleer de inzet van interventies of programma’s waarin al wordt samengewerkt
Een eerste begin is moeilijk als de samenwerking er nog niet is. Stimuleer dan bijvoorbeeld de inzet van interventies of programma’s waarbinnen al wordt samengewerkt.
Tip 8: monitor, evalueer en deel resultaten
Monitor en evalueer afspraken, deel resultaten en maak deze zichtbaar, zowel op het gebied van gezondheid en participatie als de samenwerking zelf (bijvoorbeeld met het evaluatiekompas). En houd rekening met een periode van twee jaar die nodig is om tot een goedlopend netwerk te komen. De kracht van het netwerk kan ook zijn dat niet iedereen op hetzelfde moment betrokken hoeft te zijn. Je kunt ook met een beperkt aantal partijen starten.
Tip 9: denk en werk integraal
Kijk ook binnen het gemeentelijk beleid naar wat sport en bewegen kan betekenen (maatschappelijke waarde) voor andere beleidsterreinen. Zo werk je meer integraal. Vaak zijn er initiatieven vanuit verschillende richtingen die vergelijkbare doelstellingen hebben of methoden hanteren en die worden ingezet op wijkniveau, en die door ze aan elkaar te verbinden effectiever zijn. Te denken valt aan de WPG (Wet Publieke Gezondheid), de Wmo, gezondheid (o.a. primaire en secundaire preventie), welzijn en ruimtelijke ordening.
Tip 10: laat een MKBA uitvoeren
Kijk naar mogelijkheden om een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse uit te laten voeren naar wat investeringen en bezuinigingen betekenen voor resultaten op verschillende beleidsterreinen. Volg ook dat proces en wat de gezamenlijke investeringen opleveren, ook economisch en financieel (kosten-baten).
Meer tips
Eerder publiceerde Kenniscentrum Sport al 10 tips voor buurtsportcoaches, 10 tips voor sport- en beweegaanbieders en 10 tips voor zorgverleners. Uiteindelijk hebben zij allemaal een gedeeld belang: gezondheid! De gemeente, de zorgverlener, de sport- en beweegaanbieder, de buurtsportcoach en natuurlijk de burgers zelf kunnen daar allemaal vanuit hun eigen kracht aan bijdragen.