Redenen waarom bewegen goed is voor mensen met dementie
Een slechte gezondheid kan de verschijnselen van dementie verergeren. Sporten en bewegen zorgen daarentegen juist voor een betere kwaliteit van leven. In dit artikel vindt u redenen waarom bewegen ook goed is voor mensen met dementie.
Mentale achteruitgang vertragen
Duidelijke geheugenstoornissen, problemen met abstract denken en het niet meer herkennen van tijden, plaatsen en personen. Het zijn allemaal tekenen van dementie. De ziekte ontstaat meestal op latere leeftijd (na het zeventigste levensjaar), maar kan ook op jongere leeftijd voorkomen. Er zijn sterke aanwijzingen dat sport en beweging het geheugen van mensen met dementie verbetert en de mentale achteruitgang vertraagt.
Zintuigen aanspreken door beweging
Stevig wandelen, fietsen of joggen; tijdens het sporten of het bewegen worden verschillende zintuigen aangesproken (horen, zien, voelen en ruiken). Juist voor mensen met dementie is het goed om deze prikkels te krijgen, zodat de hersens letterlijk in beweging blijven en worden uitgedaagd.
De voordelen van regelmatig sporten en bewegen voor mensen met dementie op een rij
- Sport en beweging stimuleert sociaal contact waardoor mensen met dementie zich minder geïsoleerd voelen.
- Regelmatig bewegen bevordert spierkracht en coördinatie, wat het aantal valongevallen vermindert.
- Regelmatig bewegen is goed voor de stoelgang en verbetert de slaap.
- Bewegen en sport dragen bij aan een dagelijks ritme en gaan verveling tegen.
- Mensen met dementie gaan beter in hun vel zitten en hebben minder last van angst onrust en stemmingswisselingen.
- Botontkalking en valongevallen kunnen afnemen door meer bewegen.
Beweegrichtlijnen voor ouderen
Volgens de beweegrichtlijnen is minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen, verspreid over verschillende dagen, noodzakelijk om je gezondheid als 65-plusser te onderhouden. Het gaat om matig intensieve beweging waarbij de hartslag omhoog gaat, de ademhaling versnelt en praten iets moeilijker wordt. Denk aan wandelen, oefeningen of huishoudelijke taken. Daarnaast is het verstandig om minimaal twee keer per week aan spier- en botversterkende oefeningen te doen, gecombineerd met balansoefeningen.
Somberheid tegengaan
Het kan voorkomen dat mensen met dementie geen zin hebben om te bewegen. Dat is niet vreemd. Het kan samenhangen met de somberheid en depressie die in het begin van de ziekte naar voren komen. Juist in die fase is het een goed idee om met kleine stappen het bewegen te stimuleren omdat het een sombere stemming tegengaat.
Plezier is belangrijk
Het is vooral belangrijk om een sport of bewegingsvorm uit te kiezen waar mensen vroeger ook plezier in hadden. Zwemmen, dansen, gym en wandelen zijn allemaal geschikt, maar daarbij is het wel belangrijk om voor begeleiding te zorgen (waar nodig). Er zijn ook een aantal bewegingsvormen die zittend gedaan kunnen worden als mensen niet goed ter been zijn. Denk aan tai chi of bewegen op muziek.
Minimaal twee keer in de week bewegen
Om profijt te hebben van bewegen is het belangrijk dat het beweegaanbod voor dementerenden minimaal drie maanden duurt en dat ze minimaal twee keer in de week kunnen bewegen. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat een intensief beweegprogramma positieve resultaten oplevert, maar die verdwijnen deel als het aanbod stopt.
Dit onderzoek werd gedaan onder mensen met matige tot ernstige dementie. Een groep kreeg zowel kracht- als wandeltraining. De andere groep alleen wandeltraining. In beide groepen ging het cognitieve vermogen vooruit, maar de sterkste vooruitgang was merkbaar bij de groep die zowel krachtoefeningen deed als wandelde.
Beweegaanbod voor ouderen
Het ‘Meer Bewegen voor Ouderen’ (MBvO) heeft een gevarieerd aanbod aan bewegingsactiviteiten. De Stichting Welzijn Ouderen in uw gemeente heeft daar meer informatie over. In het artikel ‘Tips om fit en vitaal te blijven’ vindt u tips om in beweging te komen of om ouderen in beweging te brengen.
Consulteer een arts
Het is altijd mogelijk om de huisarts te vragen of bewegen en/of sporten een goed idee is en welke vormen het meest geschikt zijn. Er zijn ook sportzorgprofessionals die raad weten.