Gedrag beïnvloeden: kiezen we bewust (niet) voor bewegen?
Een appel eten in plaats van chocolade, de fiets pakken in plaats van de auto, tv kijken in plaats van sporten. De hele dag door zijn we bezig ons op een bepaalde manier te gedragen. Ook sporten is gedrag, net als bewegen. Hoe wordt dit gedrag bepaald? En waardoor laten we ons beïnvloeden in onze keuze om te bewegen of niet? Lees hier over hoe de bewuste en onbewuste kant van menselijk gedrag in de praktijk werken.
Onbewust (automatisch) gedrag beïnvloeden
Ooit dacht men dat we als mens altijd bewuste keuzes maken als het gaat om bijvoorbeeld eet- en beweeggedrag. Inmiddels is duidelijk dat het grootste deel van wat we doen min of meer automatisch gaat. Gedrag is dus best lastig te verklaren. Omdat iedere situatie weer anders is, is er ook niet echt één verklaring te geven die altijd geldt.
De omgeving beïnvloedt ons gedrag
Veel van wat we doen (zo’n 90 tot 95 procent) gaat dus automatisch. Onze hersenen reageren op de omgeving waarin we ons bevinden zonder dat we daar bewust bij na hoeven te denken. Kortom, onze hersenen vergelijken die omgeving (of situatie) vliegensvlug met dingen die we eerder in ons leven zijn tegengekomen en hebben opgeslagen. Stel, we hebben op het station de keuze tussen de trap of de lift. Als we vaker voor diezelfde keuze hebben gestaan en steeds de trap hebben gekozen, dan is de kans groot dat we ook nu weer de trap kiezen. In onze hersenen wordt als het ware een verbinding gelegd tussen de situatie (oftewel, de keuze tussen de trap of de lift) en onze ‘gebruikelijke’ keuze: de trap. Hoe vaker we in die situatie de trap kiezen, hoe waarschijnlijker het wordt dat we de volgende keer ook weer die keuze maken. Zo ontstaat een gewoonte.
Dit filmpje laat zien hoe mensen verleid worden de trap te nemen in plaats van de lift.
‘Olifantenpaadjes’ vereenvoudigen nieuwe situaties
Iedere situatie is natuurlijk weer anders. Ook als we in een nieuwe situatie terechtkomen, proberen onze hersenen die nog steeds op dezelfde energiebesparende manier af te handelen. Onze hersenen doen gewoon net of ze situatie kennen door iets te ‘gebruiken’ dat daarop lijkt. Zo worden moeilijke vraagstukken voor het gemak omgezet in eenvoudige: we doen net of we alles weten, zoeken het liefst alleen informatie die onze bestaande mening bevestigt, en we ‘spelen op safe’ als we bang zijn dat we ergens misschien ooit wel eventueel spijt van zouden kunnen krijgen. Met andere woorden, we slaan stappen over in het keuzeproces door allerlei ‘vuistregels’ te volgen om energie te besparen. Dit worden ook wel de ‘olifantenpaadjes’ van ons brein genoemd, of met een duur woord: heuristieken.
Olifantenpaadjes heten zo, omdat olifanten zich niet laten weerhouden van obstakels (zoals een bos) die ze tegenkomen op hun pad: ze nemen altijd de kortste route. Na verloop van tijd heb je dan een uitgesleten pad dat vaak een kortere route biedt dan het eigenlijke fiets- of looppad.
Haastige spoed is niet altijd goed
Er is wel degelijk een bewust deel in onze hersenen dat weloverwogen en doordachte beslissingen neemt. Maar gebruik hiervan kost heel veel energie. Daarom maken we liever gebruik van het automatische deel. Zeker als we toch al moe of gehaast zijn. De onbewuste kant van ons brein maakt het ons allemaal een stuk gemakkelijker, maar heeft ook een keerzijde: het komt nog weleens voor dat we niet kiezen voor de beste optie (op de lange termijn). Zo is het bijvoorbeeld ‘lekker’ om op de bank te gaan zitten aan het einde van een lange werkdag, maar op de lange termijn is het toch beter om na het werk regelmatig naar de sportschool te gaan of iets aan beweging te doen. Meer informatie over de ‘denkfouten’ die we soms maken is te lezen op de pagina over heuristieken.
Kiezen voor de makkelijke weg
We zijn dus geneigd om voor de makkelijke optie te kiezen. De weg van de minste weerstand of de bekende weg (gewoonte). Stel dat we op het station overal vol in het zicht mooie liften en roltrappen tegenkomen, terwijl de gewone trap is ‘verstopt’; dan nemen we echt niet de moeite om die trap te zoeken en kiezen we voor de lift of roltrap. Als we honger hebben en de chocoladerepen in het zicht staan, terwijl de appels helemaal achter in de winkel liggen en ook nog eens duurder zijn, dan kiezen we natuurlijk voor de chocola, tenzij we chocola niet lekker vinden.
Bepalen we ook nog iets zelf?
Natuurlijk hebben we zelf wel enige invloed op ons gedrag. Zelfs een hardnekkige gewoonte kunnen we afleren. Als we iets leuk vinden, doen we dat vaak ook. Er is veel onderzoek gedaan naar welke stappen we doorlopen om (bewust) tot nieuw gedrag te komen, of naar welke ‘ingrediënten’ daarvoor nodig zijn. Daaruit is een groot aantal theorieën gekomen die met een schema (model) inzicht proberen te geven in die stappen en ingrediënten. Sommige van deze modellen bieden ruimte om ook een koppeling te maken met onbewust gedrag. Andere gaan meer uit van weloverwogen keuzes.