Amsterdams centrum blessurepreventie topsporters met IOC-erkenning
The Amsterdam Collaboration on Health & Safety in Sports (ACHSS), zo heet het Amsterdamse samenwerkingsverband voor blessurepreventie officieel. Een eer voor Nederland, om tot één van de negen IOC-centra te behoren. Wat hebben we er in Nederland aan?
De ACHSS is een samenwerking van de afdelingen sociale geneeskunde van VUmc en orthopedie van het AMC. Dit brengt de voorhoede van sportmedisch onderzoek samen, zowel op het gebied van preventie als van behandeling van sportletsels bij (top)sporters en olympische atleten. Ook staat gezondheidsbevordering bij deze doelgroep centraal.
Topsporters kunnen voor alles terecht
Gino Kerkhoffs, orthopedisch chirurg aan het AMC en één van de initiatiefnemers, vertelt trots: “Het is uniek wat we hier in Amsterdam hebben opgezet. We zijn erin geslaagd om primaire preventie, klinische zorg en secundaire preventie te koppelen binnen één samenwerkingsverband. Topsporters kunnen hier voor alles terecht. We voorzien ook in academisch onderwijs voor orthopedie en sportgeneeskunde. En het team wordt steeds groter. Daardoor kunnen we nog beter de kwaliteit waarborgen.”
Olympische erkenning
Het gezamenlijke initiatief van toonaangevende sportmedici en sportwetenschappers van het AMC en VUmc heeft in maart 2016 olympische erkenning gekregen. Het IOC heeft het samenwerkingsverband benoemd tot IOC Research Centre for Prevention of Injury and Protection of Athlete Health. Het ACHSS is daarmee één van de negen centra wereldwijd met deze IOC-accreditatie. Kerkhoffs: “Het aantal IOC research centra zal niet veel hoger worden, dus het is een hele eer om daarbij te horen.”
Data uit de hele wereld bundelen
Twee keer per jaar komen de centra bij elkaar om de researchplannen te bespreken. Door gezamenlijk onderzoek te doen levert het onderzoek eerder resultaten op, waar iedereen op termijn van profiteert. Een voorbeeld: een onderzoek naar hamstringletsels wordt vanuit Amsterdam gecoördineerd, waarbij samengewerkt wordt met de centra in Londen, Kopenhagen, Oslo en Aspatar. Kerkhoffs: “We proberen door vroege diagnostiek de klinische zorg te verbeteren. Door het onderzoek bij meerdere centra uit te zetten levert het meer data op.” Zo kunnen blessures en het voorkomen ervan beter in kaart worden gebracht. Eenzelfde opzet wordt toegepast op een onderzoek naar het inzetten van stamcellen bij langdurige achillespeesklachten, ook daar coördineert Amsterdam het onderzoek met vijf centra.
Mentale kant van blessures
Een ander mooi voorbeeld is het Nederlandse evaluatieonderzoek naar de mentale kant van blessures bij topsporters. Kerkhoffs: “Het Nederlandse model, wat wij voor dit onderzoek gebruikten, wordt nu opgepakt door de IOC research centra. Zo dragen we bij aan het onderzoek naar preventie en behandeling van topsporters.” De samenwerking met de andere centra bestaat niet alleen uit gezamenlijk onderzoek, er worden ook promovendi of onderzoekers uitgewisseld om een optimaal resultaat te behalen.
Patientenzorg is topsport
Kerkhoffs: “We zijn trots op de accreditatie. Het is het resultaat van excellent teamwork, waarbij de zorg voor de patiënt – in dit geval de topsporter – centraal staat. Onze patiëntenzorg is op zich ook als een soort topsport te beschouwen. Bij elke patiënt worden we weer uitgedaagd om het beste uit onszelf te halen bij het zoeken naar de oplossing voor de vraag, waarmee de sporter bij ons komt. Topsporters zijn natuurlijk al bijzonder, omdat ze hoge eisen stellen. Hun vraag moet eigenlijk gisteren al beantwoord zijn en vaak hebben ze ook een zeldzame combinatie van problemen. Maar door erop in te gaan, kun je de behandeling wel verbeteren. Enkele jaren geleden behandelde ik een turnster, die na een operatie aan enkel/voet een onbelaste periode moest inlassen. Om haar tegemoet te komen gaf ik haar een afneembare spalk in plaats van onbelast gips. Vervolgens zag ik dat zij op een training aan brug ging trainen en op haar gezonde been landde bij de afsprong. Dat was een jaar of zes geleden, maar inmiddels heb ik door haar gekozen oplossing de nabehandeling veranderd voor alle sporters die ik zie.”
Verschil tussen de topsporter en het sportmedisch team is er ook volgens Kerkhoffs: “Wij doen wel aan topsport, maar als teamsport. Daar waar een topsporter egoïst moet zijn, ligt bij ons de nadruk op het teamwork dat onze patiëntenzorg zo goed maakt.”
Voordelen voor de breedtesport
Het centrum zelf houdt zich alleen maar bezig met topsporters, omdat het anders niet te behappen valt. Maar dat betekent niet dat de breedtesport er niets aan heeft. Kerkhoffs: “Ik zie dat als het Formule1-principe: eerst wordt iets nieuws bedacht voor een raceauto en na enkele jaren komt die vernieuwing beschikbaar voor alle auto´s. Wij behandelen hier topsporters, en wij leren veel van hen. Met die resultaten gaan we aan de slag. En als daaruit betere behandelingen resulteren, dan profiteren daarna alle patiënten daarvan.” Een aantal geaffilieerde centra in Amsterdam, waar breedtesporters terecht kunnen, kunnen zo ook van de kwaliteitsverbetering meegenieten.
VUmc en het AMC maken tevens deel uit van een breder initiatief op dit terrein samen met de Vrije Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam, het Amsterdam Institute of Sport Science.