Bevorderen van gezond gedrag in 6 stappen
Je werkt in een wijk, gemeente of op een school, bijvoorbeeld als buurtsportcoach of welzijnsprofessional, en wilt eraan bijdragen dat kinderen, jongeren, volwassenen en/of ouderen gezonder gaan leven. Bijvoorbeeld door meer te bewegen. Waar moet je dan op letten en hoe pak je gezondheidsbevordering het beste aan?
In dit artikel lees je wat je moet weten als je op een effectieve manier gezond gedrag bij mensen wilt bevorderen. We beschrijven de basis van gezondheidsbevordering. Daarbij focussen we op het analyseren, verklaren en beïnvloeden van het individuele gedrag van mensen. Met de voorbeelden Lekker Fit! en Sociaal Vitaal illustreren we hoe anderen gezondheidsgedrag succesvol beïnvloeden.
Na het lezen van het artikel weet je hoe je gezondheidsbevordering planmatig aanpakt en hoe je een interventie kiest. Ook weet je waar je meer achtergrondinformatie en materialen vindt.
Gezondheidsbevordering in een notendop
Gezondheidsbevordering is gedrag stimuleren dat de gezondheid van mensen bevordert en ziekte voorkomt. Ongezond gedrag is niet alleen het gevolg van individueel gedrag, ook de omgeving waarin iemand leeft, werkt en woont heeft invloed. Bij gezondheidsbevordering is het daarom belangrijk aandacht te besteden aan zowel het individuele gedrag van mensen als aan hun leef-, werk- en woonomgeving. Effectieve gezondheidsbevordering is een combinatie van middelen, zoals voorlichting, voorzieningen en regelgeving (Brug, 2007). Deze integrale aanpak, die zich richt op het individu en omgeving, vereist samenwerking met meerdere sectoren.
Gezondheidsbevordering: een planmatige aanpak
Als je een gezonde leefstijl bij mensen wilt bevorderen dan is het belangrijk dat je dit planmatig aanpakt. Want interventies die op deze planmatige manier zijn gekozen of ontwikkeld hebben meer effect. Bij een planmatige aanpak doorloop je zes stappen.
Stap 1: wat is er aan de hand (analyse van gezondheid)
In deze stap breng je het probleem in kaart, wat de ernst en aard is en wat de gevolgen zijn als je niets aan het gezondheidsprobleem doet. Belangrijk is ook om na te gaan bij welke subgroepen het probleem vooral voorkomt. Om dit te beschrijven kun je gebruik maken van informatiebronnen zoals Venzinfo.nl en de GGD-monitor. Bijvoorbeeld van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud had 13,5% in 2017 overgewicht, wat vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes.
Stap 2: wat heeft invloed (analyse van gedrag en omgeving)
Als je het gezondheidsprobleem in kaart hebt gebracht kijk je welke gedrags- of omgevingsfactoren dit gezondheidsprobleem positief of negatief beïnvloeden, en bij wie dit het meeste voorkomt. Bijvoorbeeld bij overgewicht bij kinderen kunnen de volgende factoren een rol spelen: te weinig beweging, te veel eten, opvoeding van ouders, te weinig beweeg- en speelplekken in de buurt.
Stap 3: wat is de oorzaak (analyse van factoren van gedrag)
In deze stap zet je op een rij wat het (ongezonde) gedrag veroorzaakt, welke oorzaken te beïnvloeden zijn, welke oorzaken je gaat aanpakken en wat jouw doelen daarbij zijn. Om inzicht te krijgen in de oorzaken van het (ongezonde) gedrag kun je gebruik maken van verschillende modellen, zoals theory of planned behaviour, health belief model, ANGELO framework en het EnRG framework. Op Loketgezondleven.nl lees je meer over deze modellen. Via vragenlijsten, interviews of observaties bij de doelgroep kun je achterhalen welke factoren het gedrag beïnvloeden. Bijvoorbeeld te weinig beweging kan veroorzaakt worden doordat kinderen bewegen niet leuk vinden of denken dat zij niet goed genoeg zijn.
Stap 4: welke interventie past (interventiekeuze)
Als je zicht hebt op de oorzaken van het probleem en weet wat de wensen en behoeften van de doelgroep zijn, ga je op zoek naar interventies die passen bij het gekozen doel en de doelgroep (bijvoorbeeld kinderen op de basisschool gaan meer bewegen). Daarbij kun je gebruik maken van meerdere databases met erkende interventies, waaronder die met sport- en beweeginterventies.
Vind je geen passende interventie? Lees dan meer over interventies ontwikkelen op Loketgezondleven.nl.
Hoe Gemeente Rotterdam Lekker Fit Basisonderwijs planmatig ontwikkelde
Lekker Fit! Basisonderwijs (Gemeente Rotterdam) begeleidt scholen naar een schoolstructuur waarin gezonde voeding en beweging voor leerlingen is verweven. De interventie stimuleert een gezonder voedingspatroon en beter en meer bewegen op school. Zo’n aanpak is noodzakelijk omdat uit cijfers blijkt dat veel Rotterdamse kinderen een ongezond voedings- en beweegpatroon hebben. Om de factoren die dit gedrag beïnvloeden in kaart te brengen, gebruikte men het Environmental Research Framework for Weight Gain prevention (EnRG). Dit model kijkt zowel naar omgevings- als gedragsfactoren om gewichtstoename te verklaren. De interventie zet de volgende methoden en technieken in om deze factoren aan te pakken:
- Kennis: via een lespakket krijgen kinderen informatie over voeding en beweging.
- Attitude: om de houding van kinderen te beïnvloeden doen zij in beweegclinics positieve ervaringen op met sport en bewegen.
- Eigen effectiviteit: het lespakket, beweegclinics, gymlessen en een klasafspraak over drinken zet kinderen aan het denken over hun eigen eet- en beweeggedrag. Ook doen zij ervaringen op met gezond eet- en beweeggedrag. Zo ervaren kinderen dat zij het gewenste gedrag kunnen uitvoeren.
- Fysieke omgeving: de materialen uit het Lekker Fit-pakket geven de school een gezonde uitstraling. Denk aan waterposters, voorbeelden van gezonde traktaties, en posters over de hoeveelheid suiker in zoete drankjes.
- Politieke omgeving: de school krijgt begeleiding vanuit bijvoorbeeld GGD, sportservice of gemeente om een gezond voedingsbeleid rond groente en fruit, water en traktaties te hanteren.
Wist u dat Lekker Fit! ook een variant heeft voor de kinderopvang? Lees er hier meer over.
Stap 5: aan de slag (implementatie en -verspreiding)
Nadat je een interventie hebt geselecteerd of ontwikkeld ga je aan de slag met de uitvoering. Maak een implementatieplan waarin de activiteiten voor uitvoerders, doelgroep en belangrijke stakeholders beschrijft. In de interventiebeschrijving van SchoolsOUT (GGD Gelderland-Zuid) vind je (op pagina 35) een mooi voorbeeld waar je allemaal aan kunt denken als je een interventie wilt implementeren.
Stap 6: hoe gaat het (evaluatie)
Om te kijken of de interventie het gewenste effect heeft en om te kijken of de interventies naar tevredenheid zijn uitgevoerd evalueer je de uitvoering. Het monitoren van de interventie helpt ook om zicht te houden op de voortgang van de beoogde resultaten.
Gezond ouder worden voor mensen met lage ses
Sociaal Vitaal (Stichting GALM) richt zich op ‘gezond ouder worden’ bij zelfstandig wonende ouderen (60-85 jaar) met een laag inkomen of lage opleiding. Meer dan de helft van deze doelgroep is onvoldoende lichamelijk actief en daardoor zijn deze ouderen eerder fysiek en mentaal kwetsbaar. Om gezond ouder worden te stimuleren maakten de ontwikkelaars van de interventie via een theoretisch model inzichtelijk welke gedrags- en omgevingsfactoren een rol spelen. Dit zijn de opleidings- en inkomenssituatie, leefstijlkenmerken, weerbaarheid en sociale vaardigheden en gebrek aan gezondheidsvaardigheden. Om deze factoren te beïnvloeden bestaat Sociaal Vitaal uit de volgende onderdelen:
- Met een beweegprogramma bevordert Sociaal Vitaal de fysieke conditie van ouderen.
- Een weerbaarheidstraining om veerkracht te ontwikkelen zodat deelnemers de gevolgen van veroudering kunnen opvangen. Waarbij de nadruk ligt op leren omgaan met angst, zelfvertrouwen krijgen, leren eigen grenzen aangeven en grip krijgen op emoties en het eigen gedrag.
- Een sociale vaardigheidstraining waarmee ouderen leren contacten te leggen.
- Voorlichting over gezondheidsthema’s waardoor deelnemers hun kennis vergroten en zij een gezonder leefpatroon kunnen realiseren.
Meer lezen
- Kijk op Loketgezondleven.nl bij Beïnvloeden gezond gedrag: hoe doet u dat?
- Vind publicaties over gedragsbeïnvloeding in de Kennisbank Sport en Bewegen.
Advies nodig bij het kiezen of aanpassen van erkende interventies? Mail dan naar Karlijn Leenaars van RIVM Centrum Gezond Leven (karlijn.leenaars@rivm.nl).