Spring naar content

Beweeginterventies voor 50-plussers zijn nauwelijks in gebruik – hoe komt dat?

Verschillende effectieve interventies kunnen 50-plussers helpen om voldoende te bewegen of dat te blijven doen. Maar in de praktijk worden deze interventies slechts beperkt aangeboden en gebruikt. Daarom moet lokale samenwerking verbeteren, gebaseerd op inzicht in belemmerende factoren, met een duidelijke rolverdeling. Een gestructureerde implementatie-aanpak helpt daarbij.

Veel 50-plussers bewegen weinig en hebben goede – mogelijk tijdelijke – ondersteuning nodig om hun beweeggedrag te verbeteren. Erkende interventies bieden hiervoor een gestructureerde aanpak. Ze zijn goed beschreven, en voor het niveau van Goed Onderbouwd en hoger is bekend op welke vlakken ze effectief zijn bij een goede uitvoering. Desondanks worden veel van deze interventies nauwelijks ingezet. Onderzoekers van de OU interviewden 25 organisaties uit Limburg en Brabant om te achterhalen wat bepaalt of zij een rol willen spelen bij de implementatie van beweeginterventies voor 50-plussers (zie kader). 

Rollen bij preventie in het sociaal domein

Wil je een interventie succesvol implementeren, dan heb je verschillende partijen nodig. De rol die zij innemen varieert: van het ontwikkelen, organiseren en faciliteren van de interventies tot het informeren van de 50-plussers over het bestaan van de interventies en het financieren van de interventies. De aard van de organisatie bepaalt wie welke rol kan oppakken. 

Waar een buurtsportcoach, leefstijlcoach of fysiotherapeut een goede rol kan spelen bij het organiseren van activiteiten, kan een gemeente of verzekeringsmaatschappij zich toeleggen op de financiering. De huisarts, maatschappelijk werker of andere buurt- of zorgorganisatie hebben juist een rol bij het informeren van de 50-plusser over de mogelijkheden en het motiveren om deel te nemen. De uitdaging is om de rollen zo op elkaar af te stemmen dat dit leidt tot een goed netwerk en goede samenwerking tussen de diverse organisaties. Dat komt pas van de grond als je voldoende rekening houdt met de stimulerende en belemmerende factoren.

Belemmerende factoren

Onbekendheid met elkaars werk binnen een gemeente of wijk is één van de barrières die samenwerking bij het implementeren van beweeginterventies voor 50-plussers verhindert. Diverse geïnterviewde organisaties spraken de behoefte uit om beter op de hoogte te willen zijn van de initiatieven van andere organisaties in hun regio. Goed georganiseerde netwerkbijeenkomsten helpen om elkaar te leren kennen. Hoewel er al op verschillende niveaus netwerkbijeenkomsten georganiseerd worden, is er nog geen netwerk waarin alle organisaties die een rol kunnen spelen in het bevorderen van het beweeggedrag van 50-plussers in de regio samen komen.

Een andere barrière is dat bij veel organisaties de prioriteit ligt bij het bevorderen de gezondheid van kinderen en jeugdigen. Voor het stimuleren van beweeggedrag van volwassenen en ouderen is weinig tot geen aandacht. Dit zorgt ervoor dat er te weinig personele capaciteit en kosten beschikbaar zijn voor de implementatie van interventies voor 50-plussers. Wat nodig is voor betere kansen om ook interventies voor deze doelgroep te implementeren, is nog niet bekend. Misschien missen de organisaties kennis over het belang en kosten-effectiviteit, hebben ze geen geoormerkte financiële middelen of weten ze niet hoe met minder middelen een interventie toch bestaansmogelijkheden heeft. Voorbeelden van ‘goedkope’ interventies zijn de online aangeboden interventie Actief Plus  en de Vitalily Club, die gebruik maakt van vrijwilligers. 

Bevorderende factoren

Het positieve is dat veel van de 25 organisaties wel degelijk een rol willen spelen bij de implementatie van interventies voor 50-plussers. Ze zijn daarbij ook bereid om samen te werken. De basis van een goede samenwerking is een gezamenlijke, gedragen ambitie. Het brede doel dat professionele organisaties verbindt is positieve gezondheid, zo blijkt uit de gesprekken. Beweeginterventies zouden niet alleen ingezet moeten worden om bewegen te stimuleren, maar om aan het brede spectrum van Positieve Gezondheid bij te dragen.  

Lees ook: Hoe pas je Positieve Gezondheid toe in het sport- en beweegdomein?

Daar waar er wel aandacht en middelen zijn voor ondersteuning van 50-plussers, gaat het momenteel vooral om sociaal economische kwetsbaarheid. Diverse organisaties zijn zoekende naar oplossingen om armoede en eenzaamheid aan te pakken en besteden daar relatief veel geld aan. Door het bewegen in te zetten om ook deze aspecten aan te pakken, ontstaat een win-winsituatie. Bekend is dat beweeggroepen voor ouderen belangrijk zijn voor hun sociale contacten. En dat gebrek aan arbeidsparticipatie tot weinig inkomen leidt. Interventies zoals Bewegen Werkt richten zich met het beweegprogramma op het verbeteren van arbeidsrelevante competenties. Andere interventies, zoals de verschillende gecombineerde leefstijlinterventies, verbeteren de gezondheid van mensen met overgewicht en obesitas, en verlagen zo het risico op arbeidsongeschiktheid en minder inkomsten.

Lees ook: Hoe betrek je stakeholders bij implementatie?

Onderzoek

Onderzoekers van de vakgroep Gezondheidspsychologie van de Open Universiteit inventariseerden aan de hand van 25 interviews met verschillende organisaties welke factoren de implementatie van beweeginterventies voor 50-plussers belemmeren en bevorderen. Ze baseerden de interview-handleiding en de analyse van de interviews op het Consolidated Framework for Implementation Research (CFIR).

Wil je meer informatie? Neem per e-mail contact op met Denise Peels.

Meer weten?

Meer weten over implementatie? Het Platform Implementatie Sport & Bewegen biedt informatie, best practices en praktische hulpmiddelen.