Bewegen en leren: 7 quizvragen en lessen voor het veld
Hoeveel weet jij al van het effect van bewegen op leerprestaties van kinderen? Kenniscentrum Sport en VUmc peilden de kennis via een quiz tijdens het derde Kenniscafé Sport Live! Bewegen en Leren op 7 februari 2018 in Zwolle. Hoeveel vragen weet jij goed te beantwoorden? We delen de belangrijkste lessen voor beleidsmakers, schoolbesturen en vakdocenten.
Achtergrond van alle Kenniscafé’s Bewegen en leren is het onderzoeksproject SMART MOVES!, gericht op de effecten van bewegen op leerprestaties. Aan de hand van korte vragen en antwoorden geven de onderzoekers van SMART MOVES!, Amika Singh en Vera van den Berg, een inkijk in de onderzoeksresultaten.
Bekijk hier de sfeerimpressie van het Kenniscafé:
1: Welke stelling is waar?
- Zitten is het nieuwe roken
- Van bewegen word je slim
- Er gaan meer mensen dood door te weinig bewegen dan door te roken
Het juiste antwoord is 3: meer mensen gaan dood door te weinig bewegen dan door roken. Vaak lezen we in de krant of op internet dat zitten het nieuwe roken is, en dat kinderen slimmer worden van bewegen. Echter, hier is vanuit wetenschappelijk onderzoek nog geen hard bewijs voor.
2: Hoeveel procent van de 4- tot 11-jarigen beweegt voldoende?
- 26%
- 56%
- 80%
Antwoord 2 is juist: momenteel voldoet 56% van de kinderen in de leeftijd van 4-11 jaar aan de Beweegrichtlijn (Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2019). Let wel: deze getallen zijn gebaseerd op vragenlijsten. De Gezondheidsraad adviseert om dit ook objectiever te meten: met beweegmeters. In onderzoek wordt dit vaker gedaan. Daaruit blijkt dat dit percentage meestal nog veel lager is. Ook verschillen de percentages per leeftijdsgroep. Zo beweegt van de 12- tot 17-jarigen volgens de Gezondheidsraad maar 40,5% voldoende.
In 2017 heeft de Gezondheidsraad een nieuwe Beweegrichtlijn uitgebracht, waarin zij adviseert dat kinderen dagelijks minimaal 60 minuten matig intensief bewegen, en minimaal 3x per week spier- en botversterkende oefeningen doen.
3: Hoe lang moet je minimaal bewegen om de aandacht van kinderen te verbeteren?
- 5 minuten
- 10 minuten
- 30 minuten
Dit is antwoord 2. In het buitenland zijn enkele onderzoeken uitgevoerd die keken welk effect 5 minuten bewegen kan hebben op cognitieve prestaties van kinderen. In die studies wordt geen effect gevonden voor slechts 5 minuten bewegen. De onderzoekers van SMART MOVES! hebben zelf een experiment uitgevoerd waarin is gekeken of 10, 20, of 30 minuten bewegen wél effect kan hebben op de aandachtsprestaties van leerlingen tussen de 10-14 jaar. Het bleek dat het niet uitmaakt of een kind 10, 20 of 30 minuten beweegt. Alle beweegsessies hadden een klein positief effect op de aandacht van de kinderen en op hoe goed zij irrelevante informatie konden onderdrukken tijdens het maken van hun taak.
4: Welke ingrediënten moet een beweegprogramma hebben volgens leerkrachten en directies?
- Kort, kant en klaar, spontaan inzetten
- Kort, zelf voorbereiden, op vast moment
- Kort, met hulp van gymleerkracht, op vast moment
Antwoord 1 is juist. Leerkrachten en directies die meededen in het onderzoek, gaven aan dat beweegprogramma’s op school vooral kort moeten zijn. Ook geven zij de voorkeur aan een kant-en-klaar format, waarbij de beweegactiviteit weinig voorbereiding vereist. Daarnaast gaven leerkrachten aan dat zij beweegmomenten vooral spontaan in zouden willen zetten, op het moment dat ze merken dat de aandacht/concentratie in de klas laag is.
5: Wat is volgens leerkrachten en directieleden de belangrijkste factor om extra bewegen op school te laten slagen?
- Draagvlak in het team
- Opstellen van schoolbeleid
- Een uitgebreide scholing voor leerkrachten
Leerkrachten en directies gaven tijdens interviews aan dat vooral nummer 1: draagvlak heel belangrijk is. Je kunt immers wel beleid maken en allerlei programma’s proberen in te voeren, maar als leerkrachten er niet achter staan of er niet in geloven dat het werkt, zullen ze dit ook niet gaan uitvoeren.
6: Effecten van bewegen op cognitieve prestaties van kinderen zijn over het algemeen:
- Klein
- Middelmatig
- Groot
Antwoord 1 is juist. De effecten die gevonden worden in wetenschappelijk onderzoek zijn meestal klein.
7: Uit een experiment bleek dat kinderen gedurende een schoolochtend de beste aandacht hadden…
- Als ze begonnen met één beweegbreak van 20 minuten
- Als ze tijdens een ochtend twee keer 20 minuten bewogen
- Als ze de hele ochtend niet bewogen
Het juiste antwoord is 2. In een van de SMART MOVES! experimenten werd gevonden dat kinderen die de ochtend begonnen met een beweegmoment betere scores op een aandachtstest hadden dan kinderen die de ochtend zittend begonnen. Daarnaast was te zien dat de kinderen die twee keer bewogen, over de gehele ochtend een betere aandacht hadden dan kinderen die één keer of niet bewogen. Afwisseling werkt.
Aan de slag in de praktijk
Dat sport en bewegen goed is voor kinderen op school, daarover bestaat geen twijfel bij de deelnemers van het Kenniscafé. Bewegen is goed voor de motoriek, om zowel sociale als fysieke vaardigheden op te doen, of om gewoonweg even stoom af te blazen na een inspannende les. Maar wie pakt de handschoen op?
Groepsleerkracht en vakleerkracht werken meer samen
Groepsleerkrachten en vakleerkrachten overleggen in het discussiedeel van het kenniscafé met elkaar over het belang van bewegen en leren, en bij wie de verantwoordelijkheid ligt. De waarheid ligt, zoals zo vaak, in het midden. Het zou helpen als er meer begrip komt tussen groeps- en vakleerkracht, zo blijkt uit de discussie. De vakleerkracht maakt immers ook onderdeel uit van het lerarenteam.
De schotten tussen de verschillende disciplines moeten worden afgebroken, zodat docenten van elkaar weten wat zij in de les behandelen en kunnen afspreken hoe zij elkaars les kunnen ondersteunen. De groepsleerkracht kan bijvoorbeeld pedagogische steun geven aan de les lichamelijke opvoeding. De vakleerkracht kan suggesties doen om in de andere lessen bewegen te integreren, daar waar het effect heeft op het cognitieve leren.
Inrichting van school en buitenruimte
Ook de inrichting van de school en de buitenruimte kan meer stimuleren dat er wordt bewogen. Op school hoor je altijd “Niet rennen in de gang”, aldus Arno de Swart, coördinator bij Sportservice Zwolle. “Maar waarom zouden we dat altijd afremmen? Richt bepaalde plekken op school in waar wel gerend mag worden.”
Voorbeeldproject Jong*Leren
Hoewel er over het algemeen vanuit grootschalig onderzoek nog geen overtuigend bewijs is dat je vanbewegen nu ook écht beter leert, zijn er wel goede voorbeelden. En die moeten verteld worden, is de overtuiging van veel deelnemers aan het Kenniscafé. Het project Jong*Leren, dat in Zwolle samen met de CALO is uitgevoerd in kader van SMART MOVES!, onderzocht of kinderen de rekentafels beter kunnen automatiseren als zij daarbij (eenvoudig) jongleren. Het bleek dat zowel de jongleergroep, als de groep kinderen die zittend tafels oefenden, beter werden. Deze E-Learning filmpjes zijn gemaakt voor de scholieren.
Leraren: geef het goede voorbeeld
Een deelnemer vraagt zich af of huidige opleidingen voldoende aandacht besteden aan het belang van bewegen voor het leren? Het antwoord van de experts is beslist: nog veel te weinig. Dat zou beter kunnen. Een bijkomend probleem wordt genoemd: veel leraren bewegen zélf te weinig. Hoe kunnen zij dan ooit het goede voorbeeld geven aan de kinderen?
Nog meer voorbeelden uit de praktijk
Deelnemers dragen actief bij aan de discussie op de CALO Windesheim. Marieke Westendorp (Hanze Hogeschool)l heeft een app ontwikkeld om kinderen te stimuleren te gaan bewegen. Een andere bezoeker vertelt dat op de basisschool waar hij werkt, de dag wordt begonnen met een Rekencircuit waarin bewegen en leren zijn geïntegreerd. Elke dag tussen 8.30-9.00 gaan zowel kinderen als hun ouders actief rekenen. De betrokkenheid van ouders is van groot belang als je wilt dat bewegen & leren werkelijk voet aan de grond krijgt, zo blijkt. En zijn ouders enthousiast, dan sterkt dit ook de groepsleerkracht weer.
Kenniscafé Bewegen en leren: terugblik en vooruitblik
Dit artikel is gebaseerd op het derde Kenniscafé over Bewegen en leren, dit keer te gast bij Calo Windesheim in Zwolle. Bekijk onderstaand de video compilatie van het Kenniscafé.
Met muzikale begeleiding van huisband ‘Café du Sport’ gingen deelnemers vanuit wetenschap, beleid en praktijk met elkaar het gesprek aan. Columnist Jack Weijkamp sloot het kenniscafé in Zwolle af. Bekijk hier de bijzondere op muziek uitgesproken column van Jack Weijkamp:
Als vierde en laatste editie staat een politiek Kenniscafé in de planning. Welke rol kan of misschien zelfs moet de overheid spelen op het gebied van sport, bewegen en onderwijs in het algemeen en bewegen & leren in het bijzonder?
- Over het eerste Kenniscafé Sport Live! Bewegen en Leren in Heerlen is een drieluik gepubliceerd op Allesoversport: Over de creativiteit die nodig is voor bewegend leren, over de gezonde basisschool van de toekomst en over aandacht voor voeding en slapen. Sportfilosoof Guus Heijnen sprak daarbij zijn column Darwin en de kunst van het bewegen uit.
- Het tweede kenniscafé in Rijswijk had de focus op het bewegen in de alledaagse praktijk. Storyteller Rim Voorhaar sloot het Kenniscafé in Rijswijk af met een mooie column, waarin hij sportdocent Mike Peters tot zijn nieuwe held benoemt.
- Meer lezen? Vind meer publicaties over de effecten van sport en bewegen op leerprestaties in de Kennisbank Sport en Bewegen .