Spring naar content

Bewegen & Leren (deel 1): Creativiteit gewenst

Meer bewegen in de klas: dat kost tijd, het is gedoe, het levert niks op, het is niet de verantwoordelijkheid van de school, en het past niet binnen de schooluren. Al dit soort vooroordelen kwamen voorbij in het Kenniscafé Sport Live! over ‘Bewegen en Leren’ in mei 2017 in Heerlen. Maar de wetenschap én praktijk bewijzen steeds meer het tegendeel. Daarom een drieluik over de inzichten die in Heerlen werden gedeeld.

In aflevering 1 van dit drieluik gaan we in op het SMART MOVES! onderzoek naar bewegen in de les: hoe lang, hoe zwaar en hoe vaak voor het beste resultaat?

Bekijk hier de video compilatie van het Kenniscafé:

In dit drieluik gaan we in op de vier belangrijkste sprekers en de discussie rond hun thema. De artikelen worden steeds geïllustreerd met korte filmpjes met de sprekers en een videocompilatie van het kenniscafé, dat onderdeel was van de werkconferentie Optimaal Leren.

  1. Amika Singh, projectleider onderzoekstraject SMART!MOVES, VUmc: Onderzoek naar benodigde duur, frequentie en intensiteit van beweegvormen tijdens de lessen
  2. Andrew Simons, projectleider van ‘De Gezonde Basisschool van de toekomst’, Parkstad Limburg: Effecten van meer bewegen en gezonde voeding in de klas op o.a. beweegpatroon en gezondheid.
  3. Jerome Gijselaers en Inge van der Wurff, Open Universiteit Heerlen, Voeding en slaap belangrijke aanvullingen op bewegen.

Als er één belangrijke les getrokken kan worden uit het kenniscafé, is het wel dat enige creativiteit behulpzaam is bij het toepassen hiervan. Desalniettemin maakte de levendige bijeenkomst wel duidelijk dat er kansen genoeg zijn om bewegen als effectief middel in te zetten om bij te dragen aan een gezonde leeromgeving.

Bewegen een van de voorwaarden voor een goede leeromgeving

Rondom de oratie van hoogleraar Renate de Groot werd vrijdag 12 mei 2017 de conferentie ‘Optimaal leren. Biologische en psychologische voorwaarden voor leren’ georganiseerd op de Open Universiteit in Heerlen. Vanuit het onderzoeksproject SMART MOVES! verzorgde Kenniscentrum Sport op deze dag Kenniscafé Sport Live! over bewegen & leren. Het kenniscafé is een beproefd concept waarin in een interactieve setting, waarin dit keer presentatrice Hester Macrander in gesprek ging met experts en met het talrijke publiek (100 mensen deze keer), daarbij begeleid door het muzikale combo Café du Sport.

Inhoudelijk organisator van de bijeenkomst Peter-Jan Mol benadrukte dat kennis pas waarde heeft als deze in beweging komt en dat alle deelnemers gezamenlijk daar deze dag verantwoordelijkheid voor dragen. Vervolgens schetste de hoofdpersoon van de dag, prof. dr. Renate de Groot, haar visie op bewegen & leren: “Leren hangt nauw samen met de context van de leeromgeving; de sociale, fysieke en psychologische omgeving, het staat niet op zichzelf. Leren is afhankelijk van een aantal voorwaarden. Lichamelijke activiteit hoort daarbij. Daarom is dat een van de voorwaarden waar de Open Universiteit in Heerlen zich op richt”, aldus De Groot.

Een rondvraag naar verwachtingen van de bijeenkomst in de zaal levert vooral de wens voor concrete handvatten op. Wat voor aanbod is inmiddels ontwikkeld dat met enige bewijskracht ingezet kan worden in de klas, geven een leerkracht basisonderwijs en een vakleerkracht aan. Daarnaast willen leerkrachten argumenten horen om met bewegen en leren aan de slag te gaan. Zodat zij hun management en collega’s daarmee kunnen confronteren.

Gezondheidseffect belangrijker dan effect op leerprestaties

Als eerste expert wordt Amika Singh opgevoerd. Zij is projectleider van onderzoeksproject SMART MOVES! aan het VUmc in Amsterdam. Onlangs is zij nog geïnterviewd door de Volkskrant naar aanleiding van een experiment dat ze met haar onderzoeksgroep uitvoert op het Stanislas College, een VMBO-school in Rijswijk. Ze vertelt: “We zien dat bewegen bij het leren voordelen heeft, maar we kunnen het nog onvoldoende bewijzen. Daar willen wij aan werken. We doen echt gericht onderzoek waar de praktijk wat mee kan.” Binnen SMART MOVES! wordt gekeken naar de benodigde duur, frequentie en intensiteit van beweegvormen tijdens de lessen. Singh legt de nadruk op het gezondheidseffect van bewegen. “Dat bewegen gezond is, daar is geen discussie meer over mogelijk. Dát moet in mijn ogen dan ook het belangrijkste argument zijn. Dat je er mogelijk ook beter van gaat leren of dat de sfeer in de klas beter lijkt te worden, dat is een mooi bij-effect, maar moet niet het hoofd-effect zijn”, zo betoogt zij vol vuur.

Een van de deelnemers die o.a. rekencoördinator is, schetst hoe zij het schoolplein inzet voor het rekenonderwijs. Met behulp van getekende vakken op het plein leren kinderen bijvoorbeeld bewegenderwijs de tafels. Zij is wel op zoek naar wetenschappelijk onderbouwing van deze vorm van onderwijs. Zelf ervaart ze effecten op bewegen en op motivatie. Singh vult deze casus aan met het project jong leren. In dit lesprogramma leren kinderen uit groep 7 in 5 weken jongleren terwijl ze tegelijkertijd de tafels oefenen.

Op de website van SMART MOVES! komen na de zomer van 2017 de resultaten van onderzoek alsmede filmpjes beschikbaar. Naar aanleiding van de vraag naar wetenschappelijke onderbouwing stelt Singh al wel dit: “Voor het vervangen van academische lestijd door bewegen is voldoende onderzoek dat de leerprestaties hierdoor niet achteruit gaan! Dit doet geen afbreuk aan de schoolprestaties.” Anneke van der Niet, als onderzoekster actief aan de Maastricht University en in 2015 aan de Rijksuniversiteit Groningen gepromoveerd op de relatie tussen bewegen en cognitie, beaamt dat bewegen en leren te combineren zijn bij sommen die al geautomatiseerd zijn. Bij nieuw materiaal dat geleerd moet worden, gaat deze vlieger nog niet op.

Zuurstof en neurotransmitters

Sportfilosoof Guus Heijnen is benieuwd naar de verklaring voor de positieve effecten die gevonden zijn. Singh verduidelijkt: “Als je beweegt gaat er meer bloed naar spieren en hersenen. Daarmee komt er meer zuurstof in de hersenen en dat verbetert de hersenfuncties. Verder worden neurotransmitters aangemaakt bij bewegen. Die kunnen ook zorgen voor betere functioneren van het brein. Er worden dan meer verbindingen aangemaakt in je hersenen.”

De vraag rijst in het publiek of effectonderzoek wel zo nodig is? Iedereen ervaart immers toch zelf de voordelen wel? Amika Singh krijgt bijval als ze daarop antwoordt dat dit echt nog niet bij iedereen het geval is. “Je moet het onderzoeken om docenten en beleidsmakers te overtuigen om bewegen te integreren in de klas zodat kinderen met meer plezier in de klas zitten. Bovendien hebben we als wetenschappers de verantwoordelijkheid om veronderstellingen te staven.”

Kijk hier naar het antwoord op de vraag aan Amika Singh welk punt zij heeft gemaakt tijdens het Kenniscafé en wat de bijeenkomst heeft opgeleverd:

Lees meer