Buurtsportcoach neemt de eerstelijnszorg werk uit handen
De eerstelijnszorg krijgt steeds meer te maken met de begeleiding van patiënten naar een gezonde leefstijl met voldoende beweging. Vaak hebben deze patiënten ondersteuning nodig bij de stap naar meer beweging. Een taak die soms verder gaat dan de mogelijkheden van de zorgverlener. De buurtsportcoach, die zorg en sport verbindt, biedt uitkomst.
Bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl treedt steeds vaker de spreekkamer van zorgverleners binnen. Voldoende bewegen voorkomt chronische aandoeningen en verlaagt ziektelast. Het aantal mensen dat voldoet aan de beweegrichtlijnen is nog beperkt. Met de Beweegrichtlijnentest is snel in enkele vragen vast te stellen of een patiënt voldoet aan de beweegrichtlijnen. Patiënten die weinig ervaring hebben met sport en bewegen, vinden het lastig uit zichzelf meer te bewegen en kunnen ondersteuning goed gebruiken.
Huisartsen hebben niet primair de taak van preventie. Toch kijken beleid en praktijk vaak naar de huisarts en de praktijkondersteuner (POH) om patiënten te stimuleren meer te bewegen. Ook richtlijnen van fysiotherapeuten schrijven voor dat mensen zo snel mogelijk buiten de zorg kunnen bewegen, in een passend aanbod. Dat lukt maar beperkt. Zo verwijzen praktijkondersteuners weinig door omdat ze het idee hebben dat het aanbod onvoldoende geschikt is voor kwetsbare groepen[1]. De buurtsportcoach heeft wel zicht op het aanbod en kan een belangrijke ondersteuner zijn bij verwijzing.
Beweegmakelaar
De buurtsportcoach bestaat officieel sinds 2012 en heet soms ‘beweegmakelaar’ of ‘combinatiefunctionaris’. De financiering komt voor 40% van de Rijksoverheid. Gemeenten beslissen of ze gebruik maken van de regeling. Het aantal buurtsportcoaches waarvoor gemeenten subsidie krijgen, valt binnen een bandbreedte: gemiddeld één per ongeveer vijfduizend inwoners. Bijna elke gemeente heeft buurtsportcoaches.
Buurtsportcoaches werken voor diverse doelgroepen, waarbij hun rol verschilt. Eén van de kerntaken is om sport en bewegen te verbinden met andere sectoren, zoals de zorg. Vooral de buurtsportcoaches die zich hiermee bezighouden, en die zich specifiek richten op ouderen of mensen met een fysieke of mentale beperking, zijn relevant voor de eerstelijnszorg. Vaak hebben zij een hbo-plus-opleiding met een achtergrond in sport, zorg of een aanverwant thema.
Lokaal beleid bepaalt mede het werk van de buurtsportcoach, die zelf zicht heeft op de wijk en vragen krijgt van maatschappelijke partijen (zoals zorgverleners) en inwoners. Bij goede samenwerking neemt de buurtsportcoach werk uit handen van andere professionals en krijgen mensen met beweegachterstand de juiste aandacht om meer te bewegen.
Drie rollen van buurtsportcoaches
Karlijn Leenaars heeft grootschalig onderzoek gedaan naar de buurtsportcoach die zorg en sport verbindt[2]. Het blijkt dat de buurtsportcoach de volgende rollen kan aannemen:
- Doorverwijzer: deze buurtsportcoach begeleidt inwoners die van hun huisarts, praktijkondersteuner, diëtist, fysio- of oefentherapeut het advies krijgen om (meer) te bewegen. De buurtsportcoach heeft het overzicht van sport- en beweegaanbieders in de wijk, of maakt dat op verzoek, en kijkt met de patiënt welke activiteit het beste aansluit bij de wensen en mogelijkheden.
- Organisator: de buurtsportcoach organiseert en ondersteunt activiteiten van en voor sport- en beweegaanbieders, zorg- en welzijnsorganisaties. Het gaat om laagdrempelige beweegactiviteiten die aansluiten bij de doelgroep en bijvoorbeeld kennismakingslessen, clinics en evenementen.
- Makelaar (verbinder): de buurtsportcoach brengt organisaties en mensen met elkaar in contact. Hierdoor komen vraag en aanbod dichter bij elkaar en leren ze elkaar beter kennen. De vraag komt in dit geval van de zorgverlener die patiënten wil verwijzen naar regulier beweegaanbod. De aanbieders zijn de sport- en beweegaanbieders in de wijk. Soms blijft de buurtsportcoach betrokken als verbindende schakel, bijvoorbeeld omdat gezamenlijk overleg niet haalbaar is door verschillende werktijden. Het kan ook zijn dat de buurtsportcoach ‘overbodig’ wordt, als zorgverleners en sport- en beweegaanbieders elkaar kennen en voldoende vertrouwen hebben in elkaar. Of de buurtsportcoach wordt onderdeel van een samenwerkingsverband tussen de betrokkenen.
Deze drie rollen gelden nog steeds, maar de wijze waarop buurtsportcoaches worden ingezet en hun professionele ontwikkeling verandert. Zo werken ze meer samen met uitvoerders van de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI).
Gecombineerde leefstijlinterventie
De Rijksoverheid vergoedt de GLI sinds 1 januari 2019 vanuit de basiszorgverzekering. Het doel is om volwassenen met obesitas of overgewicht en andere risicofactoren te begeleiden naar een duurzaam gezondere leefstijl. In drie van de vier erkende GLI’s worden de kosten voor bewegen niet vergoed – en daarmee ook de buurtsportcoach niet.
Toch heeft de buurtsportcoach bijna altijd een rol. De buurtsportcoach zorgt ervoor dat deelnemers de mogelijkheid krijgen om te (blijven) bewegen. De wijze waarop de verschillende GLI’s dat organiseren verschilt. Dat lees je in het artikel over de Gecombineerde Leefstijlinterventie. Ben je van plan de GLI vanuit jouw praktijk aan te bieden, zorg dan dat de buurtsportcoach tijdig wordt betrokken.
Overleg over rol
Een buurtsportcoach kan het werk van POH, huisarts, en andere zorgverleners in de eerste lijn verlichten. Werk je goed samen, dan kun je patiënten met een gerust hart naar de buurtsportcoach verwijzen. Die kan inschatten welk beweegaanbod geschikt is. Als een patiënt niet klaar is om buiten de (para-)medische sector te bewegen, stuurt de buurtsportcoach de patiënt bijvoorbeeld eerst naar de fysiotherapeut. De kans is groot dat jouw patiënt zich fysiek en mentaal beter voelt als hij of zij eenmaal ergens sport of beweegt op een plek die goed aansluit.
De manier van samenwerking en de rol van de buurtsportcoach zijn te overleggen en aan te passen. Zo heeft niet elke buurtsportcoach een (para-)medische achtergrond, wat de uitwisseling van patiëntgegevens belemmert. Dat vraagt om pragmatische oplossingen, zoals de patiënt om toestemming vragen voor het doorgeven van contactgegevens, of in het geval van een GLI dat de doorverwijzing opgenomen is in het patiëntendossier.
Ik heb een kort lijntje met een praktijkondersteuner. Zij verwijst mensen naar mij door. Alle patiënten die ze naar mij doorstuurt, blijven plakken bij ons eigen aanbod dat we speciaal hebben voor mensen die minder gewend zijn om te bewegen. Niet alleen voor het bewegen maar ook voor het sociale.
Sharon de Witte, buurtsportcoach in Zwolle
Wil je samenwerken met de sport- en beweegsector en weten hoe je in contact komt met de buurtsportcoach? Bekijk dan de tipkaart Samenwerken met de sport- en beweegsector: hoe pak je dit aan als zorgverlener? In deze tipkaart staan concrete tips over samenwerking op een rij.
Webinar: hoe help je patiënten verantwoord meer bewegen?
Wil je meer weten over de rol die jij als eerstelijnszorgverlener kunt hebben en welk sport- en beweegaanbod beschikbaar is? Kenniscentrum Sport & Bewegen praat je hierover bij in het webinar ‘Hoe help je patiënten verantwoord meer bewegen?’.
Meer informatie
- Samenwerken met de buurtsportcoach in jouw wijk of gemeente?
- Informatie over bewegen voor patiënten met chronische aandoeningen.
- 10 tips voor zorgverleners over samenwerking met sport- en beweegaanbieders.
- Factsheet: Mensen met een chronische aandoening in beweging door samenwerking met de gezondheidszorg.
- Brochure: Wat werkt? Over de werkzame principes om lokale samenwerking tussen zorg, sport en bewegen te bevorderen.
- Carrièrepad buurtsportcoaches: met meer details over competenties en vaardigheden voor verschillende niveaus.
Bronnen
- Schurink-van ’t Klooster, T.M., Loyen, A., & Proper, K. (2019). Meer bewegen: doorverwijzing naar activiteiten door eerstelijnszorgverleners. Bilthoven: RIVM.
- Leenaars, K.E.F. (2017). The care sport connector in the Netherlands. Wageningen: Wageningen University.