Spring naar content

Cijfers bewegingsonderwijs PO, VO, gespecialiseerd- en praktijkonderwijs 2021-2023

Hoe vaak en hoe lang hebben leerlingen in het primair- en voorgezet onderwijs (PO en VO) gymles? Zijn er verschillen met het gespecialiseerd- en praktijkonderwijs? Hoe zit het met de verschillende leeftijdsgroepen en onderwijstypen? En kunnen we die verschillen verklaren? In dit artikel lees je over de meest recente cijfers – uit de schooljaren 2020/2021 (PO), 2021/2022 (VO), 2022/2023 (gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs).

Bewegingsonderwijs op de basisschool

Het Mulier Instituut onderzocht het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs in 2013, 2017 en 2021. Wat opvalt is dat het aantal minuten dat leerlingen bewegen op de basisschool in de periode 2013-2017 licht daalde voor alle leeftijdsgroepen, maar daarna toenam voor groep 1/2 en gelijk bleef voor de groepen 3 t/m 8 (figuur 1).

In 2021 roosteren scholen in het primair onderwijs voor groep 1-2 gemiddeld 119 minuten per week bewegingsonderwijs in. Dat is meer dan in 2017 (113 minuten) en vergelijkbaar met 2013 (121 minuten). Voor groep 3-8 wordt gemiddeld 91 minuten per week ingeroosterd. Dat is nagenoeg gelijk aan 2013 (91 minuten per week) en 2017 (89 minuten per week).

Figuur 1. Ingeroosterde lestijd per week voor bewegingsonderwijs, volgens schoolleiders, in 2012/2013 (n=1.083), 2016/2017 (n=788) en 2020/2021 (n=839, in procenten).
Bron: Bewegingsonderwijs en sport in het primair onderwijs: 2-meting. Mulier Instituut.

Wat ook opvalt is dat de inzet van vakleerkrachten bewegingsonderwijs aanzienlijk is gestegen. Zowel in groep 1-2 als in de groepen 3 t/m 8.  In groep 1-2 is vooral een stijging zichtbaar in een combinatie van vak- en groepsleerkrachten (van 13% in 2013 naar 31% in 2021). In groep 3-8 is de grootste stijging zichtbaar in het volledig door vakleerkrachten laten geven van bewegingsonderwijs (van 25% in 2013 naar 44% in 2021).

Wettelijke verplichting bewegingsonderwijs

Vanaf het schooljaar 2023/2024 moet iedere basisschool minimaal twee lesuren van in totaal 90 minuten per week bewegingsonderwijs verzorgen in alle schooljaren.

Uit de peiling in het primair onderwijs blijkt dat in het schooljaar 2020/2021 ongeveer drie kwart van de scholen in groep 3-8 minimaal 90 minuten bewegingsonderwijs aanbood (74%). Toch ligt het aandeel scholen dat in 2021 al aan de wettelijke verplichting voldeed lager (53%), om twee redenen: 1) er zijn scholen die één les van 90 minuten aanbieden en daarmee niet aan de eis van twee aparte lesuren voldoen; 2) sommige scholen bieden wel in minimaal één groep, maar niet in alle groepen, minimaal twee lesuren per week aan.

Eén op de vijf schoolleiders in het PO geeft in 2021 aan dat voldoen aan deze norm niet haalbaar is. De meest genoemde redenen zijn te weinig accommodatie (58%) en een te vol lesrooster (48%).

Deze nieuwe wetgeving geldt ook voor het sbo en het so. In het so ligt het aandeel scholen dat in 2023-2024 niet aan de wettelijke verplichting voldoet een stuk hoger (één derde) dan in het sbo (één vijfde van de scholen). De meest belangrijke redenen daarvoor zijn volgens schoolleiders in het sbo en so nagenoeg hetzelfde: een tekort aan accommodatie en bevoegde leerkrachten (figuur 2).

Figuur 2. Waarom het schoollocaties in het sbo (n=28) en so (n=49) niet lukt om aan de wettelijke verplichting te voldoen (in procenten).
Bron: Mulier Instituut, Monitor bewegingsonderwijs en sport in het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs, 2023.

Lichamelijke opvoeding (LO) in het voortgezet onderwijs

Het Mulier Instituut onderzocht ook de cijfers voor de middelbare school. Dit deden zij in 2014, 2018 en 2022. De gemiddelde lestijd is in de afgelopen tien jaar nauwelijks veranderd en, na het wegvallen van de wettelijke minimum urennorm in 2005, wordt deze nog min of meer gevolgd.

Waar de LO-lestijd stabiel blijft zien we een groei van het aanvullend lesaanbod. Langzaamaan beginnen VO-scholen zonder aanvullend sport- en beweegaanbod tot de uitzondering te behoren. Waar in 2014 53% van de scholen extra lessen sport en bewegen aanbood is dat in 2022 gegroeid naar 80%. Hiertegenover staat een groeiende onvrede over de accommodaties waar het LO-onderwijs plaatsvindt (figuur 3). Het aandeel docenten dat de accommodaties als goed ervaart is gedaald van 53% in 2014 naar 36% in 2022. 65% van de docenten geeft bovendien aan dat de gebruikte accommodatie(s) de kwaliteit van hun LO-onderwijs belemmert.

Figuur 3. Beoordeling van accommodatie(s), materiaal en budget voor LO volgens docenten LO in 2022 (n=334), 2018 (n=361) en 2014 (n=250, in procenten).
Bron: Mulier Instituut, Lichamelijke opvoeding en sport in het voortgezet onderwijs, 2014, 2018 & 2022.

Bewegingsonderwijs en LO in het gespecialiseerd onderwijs (SBO, SO en VSO) en praktijkonderwijs

Sinds 2015 volgt het Mulier Instituut de ontwikkelingen van bewegingsonderwijs en sport in het gespecialiseerd onderwijs – een verzamelnaam voor het speciaal basisonderwijs (sbo), speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) – en praktijkonderwijs. De metingen vonden plaats in 2015 (sommige data is hier al in 2013 verzameld), 2019 en 2023.

Binnen het gespecialiseerd onderwijs zijn schommelingen zichtbaar in de ingeroosterde lestijd tussen 2013 en 2023. Over het algemeen verschilt de ingeroosterde lestijd in het sbo, so en vso nauwelijks tussen 2013 en 2023. Toch zijn er twee opvallende resultaten:

  1. Er is een daling van ongeveer 30 minuten zichtbaar in de ingeroosterde lestijd bij groep 1/2 in het sbo (van 123 minuten naar 94 minuten per week).
  2. De ingeroosterde lestijd in het vso is in 2023 in alle leerjaren gemiddeld lager dan in 2013 (88 vs. 113 minuten).

In het praktijkonderwijs is er weinig verschil in de ingeroosterde lestijd over de verschillende leerjaren en fases van 2013 tot en met 2023.

De wensen van de schoolleiders in het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs op het gebied van bewegingsonderwijs/LO zijn voornamelijk gericht zijn op het opzetten/invullen van het aanvullende sport- en beweegaanbod. Dat is het sport- en beweegaanbod op school buiten de lessen bewegingsonderwijs en LO om. Voorbeelden hiervan zijn pauzesport of het aanvullende lesaanbod na schooltijd (figuur 4).

Figuur 4. Wensen van schoolleiders in het sbo (n=112), so (n=124) en vso (n=67) voor verandering binnen het bewegingsonderwijs/LO.
Bron: Mulier Instituut, Monitor bewegingsonderwijs en sport in het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs, 2023.