Spring naar content

Co-design with kids: samen met kinderen een beweegvriendelijke omgeving ontwerpen

Kinderen spelen steeds minder vaak buiten[1]. Dit komt bijvoorbeeld door veel verkeer in de buurt, te weinig vriendjes die buitenspelen of te weinig (goed bereikbare) speelplekken. Maar kinderen en ouders geven ook aan dat ze weinig buitenspelen omdat ze het saai vinden[2]. Dit suggereert dat het ontwerpen van een aantrekkelijke speelomgeving niet alleen moet gebeuren op basis van (wetenschappelijk) onderzoek, maar ook met inbreng van kinderen. In dit artikel lichten we daarvoor een specifieke methode toe: co-design.

Wat is co-design?

Figuur 1. Ontwerpproces[7].

Een ontwerpproces (figuur 1) is vaak een cyclisch proces van een aantal stappen: van het definiëren van de op te lossen problemen of de te verkennen kansen, via het creatief verkennen van de oplossingsruimte, het beslissen welke ideeën het waard zijn verder uit te werken en het detailleren en testen van deze ideeën tot het presenteren en publiceren ervan. Deze stappen volgen elkaar op, waarbij sommige stappen meerdere malen worden doorlopen – of sommige stappen vaker achter elkaar worden herhaald. Bij co-design krijgen eindgebruikers een actieve rol in de gehele ontwerpcyclus. Co-design is een proces waarbij innovatie tot stand komt in een dialoog tussen eindgebruikers en (professionele) makers[3]. In deze dialoog krijgt de eindgebruiker de rol als ‘expert van de eigen ervaring’, waarna een gelijkwaardige samenwerking ontstaat tussen de belanghebbenden[4]

Co-design with kids

Ook kinderen kunnen worden betrokken in het ontwerpproces, mits er voldoende aandacht is voor de vaardigheden die ze daarbij nodig hebben. Tussen 2016 en 2020 heeft de TU Delft met andere partners onderzoek gedaan naar de rol die kinderen kunnen krijgen bij co-design. Het hoofddoel van dit project was om onderwijsmethoden te ontwikkelen waarmee basisschoolkinderen leren ontwerpen en daarbij creatieve, communicatieve en empathische vaardigheden ontwikkelen[5,6]. Aan de hand van echte casussen, gericht op bewegingsonderwijs, speelruimte en de zorg, gingen kinderen onder begeleiding van een ontwerper en hun groepsleerkracht aan de slag. Onderzoekers monitorden en analyseerden dat proces. Dit heeft geleid tot de aanpak Your Turn, met ontwerptools voor kinderen van 8 tot 12 jaar.

Over dit onderzoek

Het co-design with kids onderzoek is uitgevoerd door de TU Delft, in samenwerking met de Haagse Hogeschool, Hogeschool InHolland, Expertisecentrum Wetenschap & Technologie Zuid-Holland, SCO Delft e.o., Octant, Jantje Beton, Wilhelmina Kinderziekenhuis UMC Utrecht, Yalp, TU Eindhoven en Kenniscentrum Sport & Bewegen[6].

Hoe kun je co-design met kinderen vormgeven?

Your Turn en de bijbehorende toolkit zijn bedoeld om leerkrachten en (student)ontwerpers te ondersteunen in hun rol als begeleider van co-design met kinderen. We beschrijven eerst de zeven – wat abstracte – onderliggende principes die bijdragen aan de kwaliteit van het co-designproces[7]. Daarna gaan we in op de praktisch bruikbare toolkit voor toepassing in de klas.

De 7 principes

  • Principe 1: Ontwerpen is een proces bestaande uit meerdere en herhalende stappen
    De werkvormen in de toolkit zijn bedoeld als bouwstenen voor een ontwerpproces volgens de stappen in de ontwerpcyclus (figuur 1). 
  • Principe 2: Een focus op vaardigheden verhoogt de waarde voor iedereen
    Werkvormen die de vaardigheden van deelnemers ondersteunen en trainen zijn de meest directe beloning die een deelnemer kan krijgen voor de tijd die hij of zij investeert in het project. Het trainen van deze vaardigheden tijdens het co-designproject kan enige tijd duren, maar draagt bij aan de kwaliteit van de resultaten. 
    De werkvormen in de toolkit focussen met name op de designvaardigheden creativiteit, empathie en presenteren en communiceren. Deze vaardigheden zijn ook nauw verwant zijn aan 21ste-eeuwse vaardigheden, die nodig zijn om te gedijen in een snel veranderende samenleving. 
    Voor kinderen kan het uitproberen van en reflecteren op elke werkvorm in een ‘testcase’ het vermogen van kinderen om ze in een echte case te gebruiken vergroten. Dit draagt bij aan hun competentie en aan de ontwerpresultaten. 
  • Principe 3: Formatieve evaluatie helpt bij het trainen van vaardigheden
    Deelnemers leren de vaardigheid sneller en de kwaliteit van de uitkomsten van het ontwerpproject neemt toe wanneer de werkvormen worden gecombineerd met formatieve evaluatie. Formatieve evaluatie bestaat uit:.
    • Het benoemen van het doel van de activiteit en de ontwerpvaardigheid die centraal staat in het leerproces
    • Het oefenen van de vaardigheid tijdens een of meer ontwerpactiviteiten.
    • Pauzeren en reflecteren op de toepassing van de vaardigheid (bijvoorbeeld: dachten de deelnemers in verschillende richtingen?). 
    • Het geven van ‘feed forward’ en doorgaan met de ontwerpactiviteit (bijvoorbeeld: kun je een idee bedenken waar andere kinderen niet aan zouden denken?).
  • Principe 4: Creativiteit in meerdere rondes
    Een ontwerpproces bestaat uit meerdere rondes voor het bedenken van verschillende oplossingen, het beoordelen ervan aan de hand van criteria en het identificeren van aspecten die moeten worden uitgewerkt of verbeterd. Kinderen hebben vaak veel creativiteit, maar voor hen is het ook vaak lastig om nog nieuwe ideeën te bedenken als ze al ‘verliefd’ zijn op hun eerste idee. Ook kunnen ze moeilijker omgaan met feedback om hun idee te verbeteren. Om kinderen te helpen bij het uitvoeren van meerdere ontwerprondes, biedt de toolkit drie hulpmiddelen: 
    • Divergente denkhulpmiddelen: diverse creativiteitstechnieken, zoals associatief denken, out-of-the-box denken en multisensorische inspiratie.
    • Convergente denkhulpmiddelen: beslissingsondersteunende technieken voor het vergelijken van ideeën en het beoordelen van ideeën aan de hand van criteria.
    • Schakeltool: een feedbacktechniek die kinderen helpt feedback te waarderen en de overstap te maken van convergent denken naar een nieuwe ronde van divergente creativiteit. 
  • Principe 5: Co-design creëert waarde gedurende het hele proces
    Het ondernemen van een creatief proces met kinderen biedt veel mogelijkheden om het denken en doen van kinderen te begrijpen en te waarderen. Elke keer dat kinderen bijdragen aan het ontwerpproces, produceren ze potentieel relevante resultaten. Er kunnen bijvoorbeeld nieuwe inspiratie en inzichten worden gehaald uit hun mening over de probleemcontext, hun prioritering van criteria, de labels die ze gebruiken voor het clusteren van ideeën, hun rangschikking van ideeën of hun argumentatie van ontwerpkeuzes.
  • Principe 6: Co-design is communicatie
    De opdrachtgever is niet altijd aanwezig of beschikbaar voor directe feedback. Dit betekent dat opdrachtgevers en kinderen op verschillende momenten hun bijdrage leveren, elkaars output in zich opnemen en uitwerken. Het is daarom erg belangrijk om tussentijdse resultaten vast te leggen en hierover te communiceren. 
  • Principe 7: Ieder ontwerpproces is anders
    Co-design is een flexibel proces. Elk probleem en elke context is anders en vraagt daarom om een unieke opzet. Met behulp van de hierboven genoemde principes en de hieronder beschreven toolkit wordt de leerkracht of de (student)ontwerper uitgenodigd om een proces te bouwen dat past bij het specifieke ontwerpprobleem en de vaardigheden van de deelnemers. 

De toolkit

De toolkit bestaat uit diverse werkvormen en is gebaseerd op gevestigde methoden, technieken en benaderingen voor het aanleren van ontwerpvaardigheden aan professionals. De werkvormen zijn aangepast aan kinderen, ontwikkeld met experts in ontwerppedagogiek en getest in de praktijk[7]. Met de hierboven genoemde principes bieden de werkvormen ondersteuning bij co-designprocessen waar iedere betrokkene baat bij zal hebben. Voor iedere stap in het ontwerpproces zijn diverse werkvormen beschikbaar om te komen tot een uitwerking van die stap[8]. Deze zijn hieronder kort beschreven. Elke werkvorm heeft een link naar een uitgebreider document met beschrijving, effect, voorbeeld en stappenplan, die ook zijn te vinden op de website van Your Turn.

Probleem verkennen en definiëren

  • Kies je vak: creëert bewustzijn van verschillen tussen mensen. Kinderen drukken hun keuze tussen twee alternatieven uit door naar verschillende kanten van het lokaal of schoolplein te lopen.
  • Ervaringen verzamelaar: creëert bewustzijn van persoonlijke verschillen tussen het kind en beoogde gebruikers. Het vraagt kinderen om hun eigen ervaringen in kaart te brengen en te vergelijken met de ervaringen van beoogde eindgebruikers. 
  • Omgevingsvlog: door het maken van een vlog brengen kinderen de eigenschappen en het gebruik van de omgeving waarvoor ze een ontwerp gaan maken in kaart. Dit laat ze inzien dat iedereen de situatie anders beleeft.
  • Persona: door zich in te leven in de gebruikers en vervolgens persona’s te omschrijven die verschillende gebruikersgroepen vertegenwoordigen, krijgen kinderen inzicht in de variatie binnen de doelgroep voor wie ze ontwerpen. 
  • Van verhaal naar ontwerpvraag: vanuit een verhaal over de gebruikers formuleren de kinderen de gewenste situatie, een ontwerpvraag en eisen en wensen waar de oplossing voor het probleem aan moet voldoen. 

Ideeën verzinnen/brainstormen

  • Omgekeerde brainstorm: helpt om out-of-the-box te denken door de kenmerken van een situatie op te sommen, tegenstellingen voor deze kenmerken op te schrijven en voor deze tegenstellingen nieuwe ideeën te bedenken. 
  • Plaatjesbrainstorm: visuele prikkels (bijvoorbeeld afbeeldingen of video’s) zorgen voor nieuwe inspiratie en ondersteunen daarmee het bedenken van nieuwe ideeën. 
  • Woordenbrainstorm: willekeurige woordcombinaties zorgen voor nieuwe inspiratie en ondersteunen daarmee het bedenken van nieuwe ideeën. 
  • Open je zintuigen: een reeks oefeningen om de ontwerpomgeving te verkennen met je zintuigen. 
  • Combineer en fantaseer: willekeurige combinaties van objecten en eigenschappen (bijvoorbeeld drijvende stoeptegels of zwevende muren) creëren ongewone situaties, wat de fantasie prikkelt. 

Ideeën en concepten selecteren

  • Ja/nee lijst: een grove selectie van de uitkomsten van een brainstorm maken om te vergelijken met de ideeën van andere teamleden.
  • Stippenmethode: met behulp van stippenstickers stemmen op de beste ideeën. De ideeën met de meeste stickers worden geselecteerd.
  • Keuzekruis: een visueel hulpmiddel met vier kwadranten om ideeën te selecteren die het beste bij de ontwerpvraag passen en die nieuw en bijzonder zijn. 
  • Keuzeverkeerslicht: ideeën beoordelen aan de hand van criteria door ze te vergelijken op basis van de verkeerslichtcodes groen (voldoet), oranje (voldoet gedeeltelijk) en rood (voldoet niet). 

Uitwerken van concept tot prototype

Communicatie van ontwerpidee: presenteren

  • Videostrip: het maken van een snelle video over het ontwerpidee om te delen met de probleemeigenaar. 
  • Puzzelen met ontwerppresentaties: kinderen ontdekken en oefenen met de structuur en belangrijke onderdelen van ontwerppresentaties. 
  • Oplossingsverhaal: een werkboek waarin kinderen middels een vertelstructuur geholpen worden hun verhaal over hun idee vorm te geven.

Kinderen betrekken bij de inrichting van de openbare ruimte? Doen!

Co-design with kids is uitgewerkt op basisscholen, met steeds oog voor twee doelen: het ontwerpdoel en het leerdoel. Dat laatste gaat over het aanleren van de benodigde vaardigheden. Er zijn tal van mogelijkheden om co-design met kinderen in de praktijk te brengen. De kant-en-klare Your-Turn-lessenseries gaan onder andere over het verbeteren van de gymles, het schoolplein gebruiken om buiten te leren, en het mogelijk maken van sociaal contact en bewegen voor kinderen in het ziekenhuis met bezoekers. Daarnaast zouden kinderen bijvoorbeeld kunnen meewerken aan het bedenken van een pauze- of lunch-activiteit, het ontwerpen van een nieuw schoolplein, of bij de inrichting van de openbare ruimte. Denk aan het ontwerpen van een leuke en veilige fiets- of wandelroute van huis naar school, of van huis naar een speelplek.

Deze gemeenten lieten al kinderen helpen bij het ontwerpen

Twee voorbeelden van gemeenten die kinderen betrokken in hun ontwerpproces (beide zijn niet gebaseerd op of uitgevoerd met de materialen en processen van Your Turn).

  • Leeuwarden
    In de Leeuwarder wijk Huizum zijn samen met kinderen uit de wijk diverse buitenspeelplekken gerealiseerd. De gemeente Leeuwarden heeft met Jantje Beton, buurtbewoners en kinderen in kaart gebracht aan welke speelvoorzieningen behoefte was. Ook zijn er brainstorm- en ontwerpsessies met de kinderen gehouden. Kinderen zijn niet alleen betrokken bij de ontwerpfase, maar ook in de uitvoeringsfase. Zo hebben de kinderen meegeholpen bij het verven van de betonnen speelelementen en worden de onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk in samenspraak met hen uitgevoerd[9].
  • Oldambt
    De Groningse gemeente Oldambt heeft bij het proces richting een omgevingsvisie op verschillende scholen gastlessen gegeven. Tijdens deze gastlessen hebben de kinderen getekend wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van hun eigen leefomgeving. Dat is meegenomen als input voor de omgevingsvisie[10].

Kinderen kunnen een belangrijke rol spelen bij de inrichting van de leefomgeving. Met de juiste aanpak en tools zal het betrekken van kinderen in het ontwerpproces leiden tot creatieve oplossingen. Gezien het belang van buitenspelen is het betrekken van kinderen bij de inrichting van de openbare ruimte niet alleen nuttig, maar ook noodzaak. Door kinderen te laten ontwerpen op welke manieren zij gezamenlijk buiten willen spelen en bewegen, ze te laten bedenken wat daarvoor nodig is en hoe dit kan samengaan met ander gebruik van de buitenruimte, kunnen zij een bijdrage leveren aan een buitenruimte met hogere kwaliteit voor iedereen. De omgeving zal dan niet meer bestempeld worden als ‘saai’, maar uitnodigen tot buitenspelen. Dit komt niet alleen de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte ten goede, maar ook de ontwikkeling van het kind.

Aan de slag

Zelf aan de slag met ontwerpend leren? Bekijk het lesmateriaal dat de TU Delft heeft ontwikkeld. Specifiek op zoek naar ideeën om kinderen enthousiaster te maken voor bewegen? Kijk eens naar het lesmateriaal voor Presenteer je gym-idee, Ontwerp een buitenles en Gymmen in de toekomst.

Bronnen

  1. Mulier Instituut. Kinderen spelen minder vaak en minder lang buiten. [Internet] Geraadpleegd van: https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/kinderen-spelen-minder-vaak-en-minder-lang-buiten/. [Op 27 september 2021].
  2. Lucassen J, Singh A, Heijnen E, Slot-Heijs J. Buitenspelen 2020: Een verkenning van het beleid in Nederland en Europa. Utrecht: Mulier Instituut; 2020.
  3. Co-design with kids. Intro. [Internet] Geraadpleegd van: www.tudelft.nl/codesignkids. [Op 27 september 2021].
  4. Sanders EBN. & Stappers PJ. Co-creation and the new landscapes of design. CoDesign: International Journal of CoCreation in Design and the Arts. 2008; 4 (1): 5-18.
  5. Kenniscentrum Health Innovation. Co-design with kids. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/kenniscentra/co-design-kids. [Op 27 september 2021].
  6. Co-design with kids. Background. [Internet]. Geraadpleegd van: https://studiolab.ide.tudelft.nl/studiolab/codesignwithkids/background/. [Op 27 september 2021].
  7. Co-design with kids. Approach. [Internet]. Geraadpleegd van: https://studiolab.ide.tudelft.nl/studiolab/codesignwithkids/approach/. [Op 28 september 2021]. 
  8. Co-design with kids. Tools. [Internet]. Geraadpleegd van: https://studiolab.ide.tudelft.nl/studiolab/codesignwithkids/tools/. [Op 28 september 2021].
  9. Platform Buitenspelen. Leeuwardense buitenspeelbuurt Huizum geopend. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.platformbuitenspelen.nl/nieuws/leeuwardense-buitenspeelbuurt-huizum-geopend. [Op 11 oktober 2021]. 
  10. Gemeente Oldambt. Omgevingsvisie gemeente Oldambt. 2017.