Contributie verhogen? Dat kan. Maar niet te veel
Moeten we de contributie verhogen? Het is een terugkerende vraag voor veel sportclubs. Het kan, want de leden lopen niet direct weg. Maar de stijging moet binnen de perken blijven. Anders haken de sporters af. En het verlies van leden kan leiden tot een nettoverlies aan inkomsten.
Willingness to pay
De huidige contributie is de meest bepalende factor voor de reactie op een verhoging, blijkt uit onderzoek. Zijn de kosten nu aan de lage kant, dan zijn de leden eerder bereid meer te betalen. Is het lidmaatschap nu relatief duur, dan tellen de sporters niet zo graag iets meer neer. De bereidheid meer te betalen wordt ‘willingness to pay’ genoemd. Het onderzoek uit 2012 leverde onder andere deze wetenschap op:
- Mannen zijn vaker dan gemiddeld bereid meer te betalen dan vrouwen.
- Jongeren zijn vaker dan gemiddeld bereid meer te betalen dan ouderen.
- Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de bereidheid meer te betalen.
- Hoe hoger de opleiding, hoe hoger de bereidheid meer te betalen.
- Hoe hoger de tevredenheid met de club, hoe hoger de bereidheid meer te betalen.
- Hoe sterker betrokken de leden zijn bij de vereniging, hoe hoger de bereidheid meer te betalen.
Ruim dertig procent van de sporters geeft aan dat ze niet meer willen betalen dan ze nu doen. En de bereidheid dat wél te doen verschilt per sport, zo blijkt uit deze tabel:
Sport |
Huidige contributie | Maximale contributie (WTP) |
Verschil (Relatieve WTP) |
Volleybal |
€ 200< | € 234 |
17% |
Tennis |
€ 149 | € 173 |
17% |
Overige sporten |
€ 203 | € 245 |
21% |
TOTAAL |
€ 196 | € 229 |
17% |
Inelastische vraag
Goed 93 procent van de sporters geeft aan dat ze lid blijven als de contributie met tien procent stijgt. Minder dan zeven procent geeft aan af te haken en een andere club te zoeken, of niet langer te zullen sporten bij een vereniging. Er is sprake van een zogenoemde inelastische vraag: de vraag daalt minder dan de prijs stijgt. Het is anders als de prijs van een lidmaatschap omhooggaat met twintig procent. Dan zegt maar 68 procent van de volleyballers en 72 procent van de overige sporters aan de club verbonden te blijven. Dan is sprake van een elastische vraag: de vraag daalt sterker dan de prijs stijgt.
Sport | Contributieverhoging | ||
10% | 20% | 50% | |
Volleybal | 93,2% | 68,2% | 21,3% |
Tennis | 93,7% | 69,2% | 22,9% |
Overige sporten | 93,6% | 71,6% | 4,1% |
Percentage dat zegt lid te blijven bij een contributieverhoging van 10, 20 en 50 procent.
Mulier Instituut onderzoekt in samenwerking met Hogeschool Arnhem en Nijmegen en Fontys Marketing en Communicatie de trend in contributies van sportverenigingen. De contributiemonitor 2022/2023 geeft inzicht in de contributies van 2.711 verenigingen in tien sporten: atletiek, handbal, hockey, voetbal, golf, tafeltennis, handboogschieten, schaatsen/skeeleren, toerfietsen en wandelen.
Vrijwilligers
Hoe zit het met de vrijwilligers? De tijd die leden in de club steken heeft niet of nauwelijks invloed op het maximale bedrag dat zij willen betalen. Slechts zestien procent zegt bereid te zijn meer te betalen als ze minder onbetaalde arbeid hoeven te verrichten voor de vereniging. Ruim 61 procent is het hiermee oneens. Het is dus de vraag of de leden iets zien in het uitbesteden van taken aan betaalde krachten. En ze willen daar al helemaal niet voor betalen. 29 procent wil juist méér vrijwilligerswerk doen als ze minder hoeven te betalen. Zeker mensen met lagere inkomens, vrouwen, jongeren en sporters die ontevreden zijn over hun vereniging willen de handen uit de mouwen steken.
Fitness
Wie aan fitness doet wil voor zijn lidmaatschap desnoods ruim een kwart meer betalen: 26 procent. Leden van sportscholen betaalden in 2012 gemiddeld 23 euro per maand. Ze zouden er wel 29,30 euro voor over hebben. Wel zou twee derde het lidmaatschap opzeggen als de prijs met twintig procent zou stijgen. Ook bij deze groep geldt: wie meer verdient is bereid meer te betalen. Dat geldt ook voor de sporters die nu al relatief veel betalen. Zij slikken een verhoging van de tarieven wat gemakkelijker. Slechts twee procent van de fitnessbedrijvers stopt als hun huidige sportschool te duur wordt. De helft gaat op zoek naar een goedkoper fitnessinstituut en dertien procent zoekt een betere sportschool. Een kwart zegt ongeorganiseerd aan de slag te gaan, twee procent kiest voor aanmelding bij een vereniging.
Meer lezen? Vind meer publicaties over contributies in de Kennisbank Sport en Bewegen.
Bronnen
- Driessen, L., K. Siemons (2012). Prijselasticiteit in de sport Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
- Litjens, N. (2012). Willingness to pay bij fitnesscentra. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
- Boer, W. de (2013). De prijs van de verenigingscontributie. In: Sport en Strategie, Nr. 2, 2013.