De buurtsportcoach: van activiteitengericht werken naar impactgericht werken
Buurtsportcoaches bereiken sinds het ontstaan van hun beroepsgroep jong en oud met hun activiteiten. Wat is de impact daarvan op de lange termijn? Hoe dragen al die activiteiten bij aan lokale beleidsdoelen? En in hoeverre heeft de buurtsportcoach überhaupt directe impact op het beoogde eindeffect? Lees hoe je als team de stap maakt van activiteitengericht werken naar impactgericht werken. Ook delen buurtsportcoaches uit Amsterdam hun ervaringen.
Behoefte aan inzicht in impact
Buurtsportcoaches zijn een vaste waarde in veel gemeenten. Tegelijk is het vak nog volop in ontwikkeling. Daarbij groeit de vraag naar inzicht in de impact van de buurtsportcoach: in hoeverre dragen hun activiteiten bij aan lokale beleidsdoelen – zoals het terugdringen van eenzaamheid en overgewicht, of het stimuleren van jeugdparticipatie?
Deze vraag naar inzicht komt zowel vanuit de opdrachtgevers, als de werkgevers en de buurtsportcoaches zelf. Het is een logische vervolgstap in de professionalisering van het vak. En om dat inzicht te krijgen, moet je de resultaten van je werk goed in beeld brengen. Maar daarvoor nog: je activiteiten goed afstemmen op de lokale beleidsdoelen.
Uit de praktijk
De gemeente Amsterdam heeft 51 fte aan buurtsportcoaches, verdeeld over zeven stadsdelen. De buurtsportcoaches zijn in dienst bij Team Sportservice. Projectleider Anton Stoter herkent dat gemeenten om meer en andere verantwoording vragen van de buurtsportcoach. “Vroeger werd er vooral gestuurd op hoeveel uren we ergens in staken. Nu is het resultaat veel relevanter: hoeveel inwoners hebben we in beweging gebracht? En zijn dat de juiste inwoners, die we ook echt willen bereiken?”
Verband tussen activiteiten en beleidsdoelen
Uit gesprekken met teamleiders van buurtsportcoaches blijkt dat het verband tussen de activiteiten van de buurtsportcoaches enerzijds en de beleidsdoelstellingen van de gemeente anderzijds nog niet overal duidelijk is. Wat is bijvoorbeeld de link tussen een naschoolse beweegactiviteit voor kinderen in een arme wijk en het streven naar terugdringen van jeugdobesitas?
Doelen en activiteiten worden in veel gemeenten simpelweg nog niet heel expliciet aan elkaar gekoppeld. Dat is geen onwil, maar een restant van de ‘oude manier van werken’. Daarbij kreeg de buurtsportcoach gewoon een opdracht, in plaats van die volwaardig te betrekken bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
Wat de oorzaak ook is: het ontbreken van een verband tussen beleidsdoelen en activiteiten maakt het lastig voor teamleiders om aan te tonen in welke mate hun buurtsportcoaches bijdragen aan die gemeentelijke doelen. Dat gebrek aan inzicht geldt ook andersom: de gemeente als opdrachtgever weet ook niet altijd hoe zij de expertise van de buurtsportcoach strategisch kan inzetten.
Vooraf afstemmen, achteraf meten
Het oplossen van lokale sportieve en maatschappelijke uitdagingen heeft dus veel te winnen bij goede afstemming tussen de gemeente als opdrachtgever – en de buurtsportcoach als uitvoerder. Met als doel de beleidsdoelstellingen van de gemeente en de dagelijkse uitvoering van de buurtsportcoach dichter bij elkaar te brengen.
Dat bereik je door het meten van de juiste dingen, met inzet van de juiste meetinstrumenten. Veel buurtsportcoachorganisaties zijn zich hiervan bewust en benutten bestaande tools, zoals het Buurtsportcoach Kompas. En de stap die er nog aan voorafgaat: afstemmen met je opdrachtgever aan welke doelen je gaat bijdragen.
Uit de praktijk
Als je wilt sturen op impact, moet je goed in beeld hebben wat je doet en waar je aan bijdraagt, zegt Anton Stoter. “Corona was voor ons een tijd om eens goed naar onze eigen organisatie te kijken. Ook bij ons was een beetje een ‘wildgroei’ aan activiteiten ontstaan. Met soms teveel overlap en soms te weinig afstemming tussen de stadsdelen – en met onze opdrachtgever.”
Anton en zijn team formuleerden de ambitie om stadsbreed meer uniform te werken. De eerste stap: alle activiteiten van de buurtsportcoaches in kaart brengen, gekoppeld aan de lokale beleidsdoelen.
Verdiep je in beleidsdoelen van je opdrachtgever
Buurtsportcoaches kennen als geen ander de inwoners van de wijken waarin zij actief zijn. Maar om je rol als buurtsportcoachteam goed te pakken, is het belangrijk de wereld van de gemeentelijke organisatie beter te leren begrijpen. En die is veelzijdig en complex, omdat je diverse maatschappelijke belangen dient.
Verdiep je in de inhoud: welke beleidstakken en bijbehorende doelen zijn voor jouw team relevant? Probeer helder te krijgen hoe de activiteiten van de buurtsportcoach kunnen bijdragen aan bepaalde beleidsdoelstellingen. Zowel op het gebied van sport als voor bijvoorbeeld jeugd, ouderen en gezondheid. Zijn er bijvoorbeeld activiteiten waarvan je aannemelijk kunt maken dat deze bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid onder ouderen?
Verdiep je ook in de rollen: de beleidsambtenaar, de manager, de directeur, de wethouder en het gemeenteraadslid. Medewerkers van de gemeente hebben hun eigen perspectief en hun eigen zorgen, stokpaardjes en belangen. Wie heeft welke behoefte aan onderbouwing of verantwoording van de inzet van de buurtsportcoach?
Uit de praktijk
Anton Stoter: “Voor onze jaarlijkse subsidieaanvraag bestuderen we inderdaad heel goed de gemeentelijke beleidsplannen. Die zijn ‘de bijbel’ voor onze subsidieaanvraag. Daarin staat alle problematiek en maatschappelijke vraagstukken per stadsdeel. Daar passen wij ons aanbod op aan.”
Tegelijk moet je als teamleider in gesprek gaan met je eigen buurtsportcoaches, benadrukt Anton. “Wat vinden jullie zelf van je werk? Welke activiteiten doe je allemaal? En als je de inwoner centraal stelt: doen we dan de juiste dingen? Denk je dat het beter kan en hoe dan? En wat is dan onze rol? Dit gesprek helpt enorm om de impact van ons werk te bespreken en te vergroten.”
Wees je bewust van jouw indirecte bijdrage
De buurtsportcoach wordt ingezet om meer mensen in de buurt te laten sporten en bewegen – en zo meer te laten voldoen aan de beweegrichtlijnen en dus gezonder te maken. Gezonder worden en voldoen aan de beweegrichtlijnen zijn uiteindelijke doelstellingen, ook wel eindeffecten genoemd. Maar realiseer je dat het directe effect dat een buurtsportcoach daarop heeft beperkt is.
Buurtsportcoaches werken samen met sportverenigingen, scholen, gezondheidszorg en andere organisaties. In die samenwerkingen hebben buurtsportcoaches een direct effect op de betrokken partijen. En al die organisaties hebben gezamenlijk, via indirecte effecten, invloed op het bereiken van het grotere einddoel.
Beleidsdoelstellingen van gemeenten richten zich echter vaak op eindeffecten. Het is belangrijk om voor alle activiteiten van de buurtsportcoaches te bepalen aan welke beleidsdoelstelling deze (indirect) bijdraagt en op welke manier. Als je dit helder hebt vastgelegd, kun je met monitoring van de activiteit deze bijdrage in beeld brengen.
Creëer overzicht in jouw activiteiten en effecten
Zodra je de beleidsdoelen van de gemeente kent, volgt de stap om te bepalen met welke activiteiten het buurtsportcoachteam hieraan maximaal bijdraagt. Buurtsportcoaches kunnen als geen ander creatieve aanpakken en projecten bedenken, om specifieke groepen te activeren. Je bepaalt (idealiter) samen met de gemeente waar je de focus op wilt leggen.
Het is belangrijk om de activiteiten helder te beschrijven, zodat je kunt sturen op maximale impact op de doelen en ook meteen inzichtelijk maakt wát je gaat meten en monitoren. Hiervoor ontwikkelde Kenniscentrum Sport & Bewegen een model in de vorm van de atletiekbaan. Daarin beschrijf je zo goed mogelijk alle onderdelen van een activiteit. Het gaat om: input, throughput, output en outcome.
- Input: alle bronnen die nodig zijn om activiteiten te ondernemen. Van tijd tot geld, tot niet-financiële bronnen als inzet van een netwerk en het beschikbaar stellen van ruimtes.
- Throughput: alles wat je gaat doen om een verschil te maken. Kortom: de activiteiten en de manier waarop je deze opzet en uitvoert.
- Output: de resultaten van je activiteiten die zowel in cijfers als ervaringen zijn uit te drukken. Bijvoorbeeld: hoeveel activiteiten zijn opgestart, met hoeveel deelnemers? Maar ook de ervaringen van mensen, zoals: wat vinden deelnemers van een activiteit?
- Outcome: de beoogde effecten van het werk van de buurtsportcoach. Oftewel: het verschil dat je wilt maken in de maatschappij. Of dat nu gaat om groepen inwoners, de buurt als geheel of verenigingen. Bijvoorbeeld (specifieke groep, bepaalde wijk) voldoen aan de beweegrichtlijnen, een percentage wekelijkse sporters en een betere kwaliteit van leven.
Uit de praktijk
Het buurtsportcoachteam in Amsterdam maakte met het atletiekbaanmodel een procesmatige beschrijving van al hun activiteiten. Emma Tonis is buurtsportcoach in Amsterdam en vertelt wat dat haar bracht: “De uitgewerkte activiteiten en het sturen op outcome hebben voor mijn werk veel duidelijkheid gebracht. Je weet wat je wil bereiken en voor welke doelgroep. Maar hoe ik dat ga doen, mag ik zelf bepalen. Ik heb dus wel een structuur en volg de afgesproken lijnen, maar het is niet beperkend. Daarbinnen ben ik helemaal vrij om mijn expertise creatief toe te passen.”
Wat levert het beschrijven van deze activiteiten op?
Voor een grote gemeente met een groot buurtsportcoachteam is het een flinke klus om alle activiteiten in detail te beschrijven. Toch is het essentieel om alle elementen uit ‘de atletiekbaan’ te benoemen. Juist ook de outcome, want dat is de ‘waarom-vraag’. Het is goed om die regelmatig te stellen binnen het team en in overleg met je opdrachtgever.
Met intensief samenwerken en het goed monitoren van de afgesproken doelen heb je handvatten voor jou en je team om nog beter werk te kunnen leveren. Het maakt de waarde van het vak van buurtsportcoach zichtbaarder, waardoor je rol en invloed binnen de gemeente groeit. Ook haal je zelf meer voldoening uit je werk, als je concreter maakt waar je (indirect) aan bijdraagt.
Uit de praktijk
Anton Stoter: “Het gesprek over impact heeft ook invloed gehad op de vraag vanuit de gemeente. Vroeger was die vraag vaak iets als: organiseer tien weken naschools sportaanbod. Nu worden we aan de voorkant als partner betrokken. De vraag is nu: wat kunnen jullie als buurtsportcoaches doen, om een maatschappelijk probleem kleiner te maken? Ook zorgt deze manier van werken ervoor dat de signalen die buurtsportcoaches ophalen uit de praktijk, eerder zichtbaar zijn voor de gemeente. Dat leidt mogelijk weer tot nieuwe projecten.”
Emma Tonis: “We werken nu veel nauwer samen met de gemeente. Niet meer gericht op uren, maar op bereik en doorstroom. We hebben kwartaalpresentaties en maandelijkse voortgangsgesprekken. Er is meer begrip vanuit de gemeente naar ons. Er is helderheid over de processen, minder concurrentie tussen allerlei partijen en meer transparantie. Onze waarde wordt zichtbaarder. Zij snappen dat wij hen ondersteunen om iets neer te zetten dat structurele impact heeft. Daar geven we vervolgens wel onze eigen invulling aan, maar ze zien nu ook steeds beter welke toffe ideeën wij hebben. En we worden zelf ook steeds creatiever, door te proberen aan te sluiten op de langetermijndoelen. Zo hebben we bijvoorbeeld al nieuwe sportaanbieders benaderd waarmee we eerder niet samenwerkten. Deze manier van werken maakt echt een groot verschil.”
Voor teamleiders van buurtsportcoaches: Handreiking Monitoring
Met goede monitoring laat je zien welke activiteiten er zijn opgestart en wat daar de resultaten van zijn. En vooral ook hoe die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de gemeente. Kenniscentrum Sport en Bewegen ontwikkelde een Handreiking Monitoring voor Teamleiders. Daarin leggen we uit hoe je monitoring op een haalbare en effectieve manier inricht. En wat je moet doen voordat je (zinvol) kunt meten. Met kort en krachtig de belangrijkste aandachtspunten en stappen. Van tips voor de koppeling van de activiteiten aan de gemeentelijke doelstellingen tot suggesties over de inzet van bestaande instrumenten.