De BuurtSportVereniging vergroot de sport- en beweegdeelname in lage inkomensbuurten
Mensen met een laag inkomen sporten en bewegen veel minder dan mensen met een hoger inkomen. Ook ligt het percentage mensen dat nog nooit aan sport heeft gedaan in die eerste groep een stuk hoger. Dit terwijl sporten en bewegen juist mensen met een laag inkomen veel voordelen kan opleveren. Omdat zij het liefst in de buurt sporten of bewegen, is het zaak om te komen tot duurzaam aanbod in de wijk, bijvoorbeeld met de BuurtSportVereniging.
Team Sportservice heeft in 2012 de BuurtSportVereniging (BSV) opgezet, met als doel om in lage inkomensbuurten te komen tot duurzame buurtorganisaties die sport- en beweegactiviteiten aanbieden voor een specifieke groep bewoners. Het hoofddoel van de BSV is dat bewoners in achterstandswijken die niet of onvoldoende bewegen dit structureel meer gaan doen. En dat zij meer betrokken raken bij het organiseren van (maatschappelijke en sportieve) activiteiten in de wijk. Zo leveren buurtbewoners een bijdrage aan hun ideale wijk, waarin mogelijkheden zijn voor een leven lang sporten. Per buurt wordt gekeken waar de behoeften van de bewoners liggen en hoe daarop ingespeeld kan worden.
Afstemming
Voor het opzetten van een goede BSV zijn enkele stappen nodig. Eerst bepaalt de initiator (bijvoorbeeld een buurtsportcoach of welzijnswerker) met een vertegenwoordiger van Team Sportservice wat de precieze doelgroep in de wijk is. Daarna kijken zij of het sportaanbod in de wijk vergroot moet worden. Vaak ontstaat een BSV in een wijk waar het sportaanbod nog niet heel groot is, dan wordt gekeken wat er nodig is om het aanbod te verbeteren. Tijdens het opstarten van nieuw aanbod is er voortdurend afstemming met de bewoners. Ook worden zij gemotiveerd, opgeleid en begeleid in het motiveren van andere bewoners die nog niet actief zijn.
Nu zijn al meer dan 30 BuurtSportVerenigingen opgericht. Elke BSV volgt hetzelfde principe, toch is elke situatie uniek doordat de uitgangssituatie per wijk erg varieert. Sommige BuurtSportVerenigingen bieden meerdere middagen per week activiteiten aan voor kinderen bij sportverenigingen in de buurt. Andere organiseren fitness- of wandelactiviteiten, voor bijvoorbeeld senioren of vrouwen met een migratieachtergrond bij een sportcentra in de buurt, of verzorgen aanbod bij een speeltuin of sportplek in de buurt.
Vijf lessen voor het organiseren van sport- en beweegaanbod in lage inkomensbuurten
Het Verwey-Jonker Instituut heeft veertien BuurtSportVerenigingen gevolgd en daaruit inzichten verzameld over hoe in lage inkomensbuurten verbindingen gelegd kunnen worden tussen bewoners, sport- en beweegaanbieders, partijen uit het sociaal domein, gezondheidsdomein en het onderwijs. Hieronder worden de belangrijkste vijf lessen uit het onderzoeksrapport – over het organiseren van sport- en beweegactiviteiten in lage inkomensbuurten – toegelicht[1].
1. Zet een verbinder in met tijd en aandacht
Bij veel sport- en beweegactiviteiten in lage inkomensbuurten is sprake van samenwerking tussen verschillende soorten partijen. Zo verschillen sportverenigingen en fitnesscentra sterk van elkaar in organisatievorm, accommodatie en doelstellingen en hebben partijen uit onderwijs en zorg en welzijn hele andere doelstellingen en manieren van werken dan sportaanbieders. Het omgaan met deze verschillen kost veel tijd en vraagt om professionele begeleiding, bijvoorbeeld door een buurtsportcoach. Deze verbinder kan bijvoorbeeld overlegmomenten organiseren en de sport- en beweegaanbieders ondersteunen bij het vinden van een geschikte locatie of goed materiaal, het plannen van de activiteiten en ontwikkelen van activiteiten die passen bij de doelgroep. Ook kan een verbinder de rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen duidelijk maken en bewaken, en alle betrokken organisaties blijven motiveren om bij te dragen aan de activiteiten.
2. Zorg voor kwalitatief goed sportaanbod en goede begeleiding
Een professionele trainer of buurtsportcoach maakt het verschil. Diegene kan iets meer boven de groep staan en heeft handvatten om activiteiten aan te passen aan de omstandigheden en context waarin die worden uitgevoerd. Deelnemers van de BuurtSportVereniging geven zelf ook aan dat zij enthousiaster zijn en meer het gevoel hebben dat de activiteit er toe doet als er een professionele trainer of buurtsportcoach bij betrokken is.
3. Denk goed na over de doelgroep
Het is belangrijk om vooraf goed na te denken over welke doelgroep je wilt bereiken met het aanbod en hoe je dat het best kunt doen. Vaak is het lastiger om middelbare scholieren en volwassenen te bereiken met het aanbod. Kinderen en ouderen zijn gemakkelijk te bereiken. Werving is hierbij een essentiële factor. Kinderen kun je bijvoorbeeld via de basisschool werven. Activiteiten aanbieden na schooltijd en/of op een locatie dichtbij de school is dan ook een aanrader. Ouderen kun je bijvoorbeeld bereiken via een fittest, waarna je ze kunt doorgeleiden naar activiteiten bij de BuurtSportVereniging.
4. Zorg voor een vaste en herkenbare locatie
Als de sport- en beweegactiviteiten plaatsvinden op een zichtbare en duidelijk herkenbare locatie in de wijk, dan werkt dit positief voor het aantal deelnemers en ook voor de betrokkenheid van andere bewoners. Als er een vaste en herkenbare locatie is, komen veel vaker ouders of andere buurtbewoners kijken, meedoen of eten en drinken brengen. De betrokkenheid is hierdoor veel groter en nieuwe deelnemers sluiten makkelijker aan.
5. Zorg voor een goed netwerk
Een netwerk opbouwen of versterken in de wijk kan soms erg lastig zijn en veel tijd kosten, maar is wel belangrijk voor een duurzaam sport- en beweegaanbod. Ook zorgt een goed netwerk voor meer zicht op inwoners met eventuele problemen. Voor het verbinden van de sportsector en organisaties uit zorg en welzijn blijkt het belangrijk om de samenwerking te zoeken met een professional, bijvoorbeeld een buurtsportcoach, die de mensen (a) bij elkaar brengt en (b) een stok achter de deur heeft om de samenwerking te behouden. Regelmatig overleg onder leiding van een professional kan een grote rol spelen bij het vormen en behouden van het netwerk.
Van projectdenken naar netwerkdenken
Jarenlange ervaring van verschillende BuurtSportVerenigingen heeft geleerd dat het belangrijk is om te denken in netwerken en verbindingen, naast het opstarten van sport- en beweegactiviteiten. Voor het werken aan duurzame sport- en beweegdeelname in lage inkomensbuurten is het noodzakelijk dat sportprofessionals en professionals in onderwijs, zorg en welzijn tijd en capaciteit hebben voor het verbinden en enthousiasmeren van mensen en organisaties. De verbinding onderling en tussen partners is essentieel, met een buurtsportcoach centraal als verbinder.
Wil je meer weten over de BuurtSportVereniging? Neem dan contact op met Erik Puyt van Team Sportservice. Wil je meer weten over sport en bewegen voor mensen met een laag inkomen? Neem dan contact op met Laura Butselaar of Jamilla Vervoort, specialisten bij Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Bron
- Hermens N, Meere F de, Klink A van. Buurtsportverenigingen 2016-2020: Van project naar netwerkbenadering. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. 2022.