De rol van sportverenigingen in krimpregio’s
Van de Achterhoek tot Groningen, van Zeeuws-Vlaanderen tot het zuiden van Limburg, overal in krimp- en anticipeergebieden wordt nagedacht om de leefbaarheid in dorpen en kleine kernen in stand te houden. Daarbij wordt de sportvereniging als bindmiddel gezien.
Bevolkingskrimp heeft grote maatschappelijke gevolgen voor de leefbaarheid. Zowel in krimp- en anticipeerregio’s als op het platteland staan voorzieningen onder druk. Ook als sportvereniging merk je daarvan de gevolgen. Minder leden, een andere samenstelling van het ledenbestand, minder vrijwilligers, minder teams, minder doorstroom en grotere reisafstanden zijn voorbeelden van uitdagingen waar sportverenigingen in krimp- en anticipeerregio’s mee te maken krijgen. Maar er zijn ook kansen voor sportverenigingen om een rol te spelen in het leefbaar houden van krimp- en anticipeerregio’s.
Nederland kent 20 krimp- en anticipeergebieden. Krimpgebieden zijn regio’s die kampen met bevolkingsdaling. Anticipeergebieden krijgen daar in de toekomst mee te maken. Op rijksoverheid.nl staat welke krimp- en anticipeergebieden er in Nederland zijn.
Sportverenigingen betekenen veel in het leven van Nederlanders. 4,8 miljoen mensen zijn lid van een vereniging. Er zijn circa 25.000 sportverenigingen in Nederland (Mulier, verenigingsmonitor 2014). Met zoveel sportverenigingen en mensen die daar lid van zijn, kan de sportvereniging van groot belang zijn voor de leefbaarheid in een krimpregio. Belangrijk hierbij is dat de vereniging aan weet te sluiten op de wensen van de inwoners en diverse groepen samen weet te brengen. Dit maakt dat sportverenigingen, naarmate meer andere voorzieningen uit krimpkernen verdwijnen, belangrijker worden voor de sociale samenhang en de leefbaarheid in krimpkernen.
‘Aan de ene kant kun je zeggen dat de krimp een bedreiging is voor sportverenigingen, want er zijn minder leden en minder vrijwilligers. Aan de andere kant biedt de krimp een kans. Juist om te laten zien dat de sportvereniging een belangrijke rol kan spelen bij het in stand houden van voorzieningen.’
Hans Arends, Kenniscentrum Sport
Een van de conclusies uit een onderzoek van Mulier naar Sportverenigingen in krimpkernen is dat in een kleine kern voorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten van groot belang zijn voor de leefbaarheid. De sportvereniging is zo’n voorziening waar diverse groepen van de samenleving samen komen, als actieve deelnemer aan sport, als vrijwilliger in de sport en als toeschouwer van de sportactiviteit. Sportverenigingen zijn vaak één van de laatste ontmoetingsplekken die nog in een dorp overblijven nadat winkels en scholen zijn verdwenen omdat ze niet meer rendabel zijn. Hiermee neemt de sportvereniging in de meeste gevallen een belangrijke plek in binnen het lokale sociale speelveld.
Conclusies uit het onderzoek van Mulier naar sportverenigingen in krimpkernen:
- Een sportvereniging heeft een sterke sociale functie in een dorp.
- Een sportvereniging weet zichzelf door de zelforganisatie langer in stand te houden.
- Het maatschappelijke belang van een sportvereniging in een dorp kan worden toegeschreven aan drie verschillende waarden:
- gezondheid
- ontmoeting
- identiteit
Om als sportvereniging lokaal van onmisbare betekenis te zijn, is het van belang om meer te zijn dan enkel een sportvereniging die een sportactiviteit verzorgt. Het is van belang dat je aandacht hebt voor alle groepen in de samenleving en dat nadrukkelijk ook aandacht uitgaat naar de in omvang toenemende groep ouderen die minder wordt bereikt met het reguliere aanbod van een sportvereniging. De ‘open club’-gedachte of de gekozen insteek van ‘sportdorpen’ biedt mogelijkheden om als sportvereniging in een krimpregio lokaal een sterkere positie te krijgen en hiermee een grotere kans op voortbestaan.
Wat is een open club?
“Er wordt tegenwoordig steeds meer gevraagd van verenigingen”, zegt Carlijn van Houselt namens het Kenniscentrum Sport. Mede als gevolg van de decentralisatie bij de overheid. Gemeenten in Nederland hebben meer verantwoordelijkheid gekregen voor een heleboel zaken. “Ze moeten meer doen met minder geld. En ondertussen moeten ook de sportverenigingen meer doen voor hun bestaansrecht. Al was het maar omdat heel wat clubs diverse hectares aan velden tot hun beschikking hebben waar overdag niets of weinig mee gebeurt. Deze clubs zorgen, soms onder druk van de gemeente, dat zij hun accommodaties beter gaan benutten.”
Mede vanuit deze tendens is een beweging ontstaan waarbij clubs zich steeds meer open stellen en dus een open club worden. Van Houselt: “De open club staat voor een beweging of filosofie waarbij een vereniging meer van binnen naar buiten werkt dan vroeger. Dat het contact tussen club en leden, direct betrokkenen en partijen in de directe omgeving niet alleen maar verloopt zoals: ‘Hoe oud ben je? Woensdagavond kun je trainen…’ Maar: ‘Wat wil jij op deze club? Wat verwacht je van ons? Wat kunnen wij bieden?’ Vragend werken is meer noodzaak geworden. Je moet als moderne club open staan naar zowel je leden als de buitenwereld.”
In september 2017 werd in Boekman Kunst en Sport een artikel geplaatst van adviseur Marian ter Haar over hoe sport- en cultuurverenigingen samen een bijdrage kunnen leveren in krimpregio’s.
Deze uitgave kan je hier bestellen.
De Halter: een open club in Utrecht
Basketballen of volleyballen bij een worstelvereniging? Bij de Utrechtse Krachtsport Vereniging De Halter is dat heel gewoon. 55-plussers kunnen er terecht voor vutFITness en in oktober is men voor de jeugd gestart met grappling, een combinatie van worstelen, judo, Braziliaans jiujitsu en sambo. Die veelzijdigheid ontstond zo’n tien jaar geleden, toen er bij de thuisbasis, sporthal De Oude Veiling, een nieuwbouwwijk werd gebouwd. “De nieuwe bewoners waren meer op hockey en tennis gericht”, vertelt Hans Galesloot van De Halter. “Dus niet de traditionele worstelfamilies. Wij hebben toen gekeken hoe wij voor de buurt wat konden betekenen.”
Inmiddels biedt De Halter ook naschoolse opvang en zijn er drie combinatiefunctionarissen aan het werk. Verder zijn er contacten gelegd met de paramedische sector, om ook die kennis en expertise in huis te halen. “Het afgelopen jaar hebben we onze visie/missie aangepast”, vertelt Galesloot. “Van sport-georiënteerd naar een meer maatschappelijke rol. Als je kijkt naar wat dat betekent voor onze ledentallen, dan is dat aantal iets gegroeid. Maar belangrijker is dat mensen langer lid blijven. Wij richten ons vooral op ledenbehoud.”
Op de website van Clubbase staan meer voorbeelden van open clubs.
Wat is een Sportdorp?
Het doel van een Sportdorp is om door samenwerking zo veel mogelijk inwoners meer en vaker te laten sporten. In een Sportdorp staat niet de sport zelf, maar de behoefte van de bewoners centraal. In veel gemeenten kun je vaak alleen aan voetbal, volleybal, gymnastiek en tennis doen of er is soms helemaal geen sportvereniging. Het sportaanbod dat er is kan vaak alleen beoefend worden via een lidmaatschap. Daarmee sluit het sport- en beweegaanbod niet aan op de behoeften van de inwoners van die buurt. Wanneer uit bewonersonderzoek blijkt welke activiteiten zij graag willen beoefenen, worden deze opgezet. Inwoners kunnen daardoor deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten die op hun wensen en behoeften zijn afgestemd, in een bereikbare, geschikte omgeving en tegen een betaalbare prijs. Verenigingen spelen hierin een belangrijke rol.
Filmpje: Proeftuin Sportdorp:
Samenwerking tussen verenigingen
De samenwerking tussen verenigingen maakt het besturen van een vereniging makkelijker, er zijn meer vrijwilligers actief en het kader speelt efficiënter in op de vraag van inwoners. De vereniging wordt daarmee een plek voor jong en oud en voor mensen die ongebonden willen sporten. Voorbeelden van succesvolle flexibele sportactiviteiten in Sportdorpen, georganiseerd door sportverenigingen:
- floorball
- hardlopen in groepsverband
- zumba
- circuittraining
- nordic walking
- stuitbal
- cursus valpreventie
- zelfverdediging
Een Sportdorp zorgt voor toename van de leefbaarheid in een dorp of wijk en vitaliteit van de inwoners. Dit als gevolg van samenwerking tussen sportverenigingen en het vernieuwen van het sportaanbod. Op dit moment zijn er negen sportdorpen in Groningen: Bellingwolde, Blijham, Eenrum/Wehe-den Hoorn, Opende, Roodeschool/Uithuizermeeden, Stedum, Wedde, Vlagtwedde en Musselkanaal (Bron: Huis voor de Sport Groningen).
Voorbeelden in krimpregio’s
MOVISIE, Kenniscentrum Sport en NOC*NSF hebben een aantal praktijkvoorbeelden van samenwerkende sportclubs in krimpgebieden bezocht en beschreven. Zo’n voorbeeld is Dorpshuus Varsselder-Veldhunten.
’t Dorpshuus
Filmpje: Marian ter Haar over sportieve verenigingen in krimpkernen:
Varsselder-Veldhunten is een dorp dat bestaat uit 750 inwoners en waar voorzieningen als pinautomaten, kerken, winkels en scholen zijn verdwenen. Samenwerken in zo’n kleine kern is de manier om de leefbaarheid en het gemeenschapsgevoel van het dorp te behouden. Daarom heeft Varsselder-Veldhunten een ontmoetingsruimte geschikt gemaakt voor de vele bestaande verenigingen en activiteiten in de kleine kern en het buitengebied.
Uniek samenwerkingsinitiatief in de Gelderse Achterhoek dat ervoor zorgt dat het rijke verenigingsleven behouden kan worden.
Het Buurthuis van de Toekomst
Het Buurthuis van de Toekomst is een nieuw begrip dat steeds verder vorm krijgt. Dit is geen gewoon buurthuis, maar een bestaande voorziening die ‘gedeeld’ wordt. Dat kan bijvoorbeeld in het gebouw van een school, een culturele instelling of een voetbalclub. Een clubgebouw is er dan niet alleen voor de ‘eigen’ voetbalclub, maar wordt ook een plek waar buurtbewoners samenkomen voor een praatje, een cursus of misschien wel voor huiswerkbegeleiding. Delen wordt zo samenwerken aan het welzijn van de buurt.
Meer voorbeelden van de inzet van sport in krimpgebieden:
- Stichting Nieuw Elan – Sportpark Aardenburg. De 5 verenigingen in en rondom de Elderschans in Aardenburg, de Aardenburgse voetbalclub, Tennisclub Sjef, Handbooggilde St Sebastiaan, Zwembad Aardenburg en Hondenclub Aardenburg, hebben de krachten gebundeld en zijn samen gegaan in een stichting, genaamd Nieuw Elan. Doel is om samen te werken en de kwaliteit van de aangeboden sporten en vrijetijdsbestedingen op niveau te houden en/of te verbeteren daar waar gemeentelijke gelden en bijdragen door alle bezuinigingsmaatregelen steeds verder onder druk komen te staan of zelfs achterwege blijven.
- Sportpark Park ter Waerden is van oorsprong een sportpark in Landgraaf. Het park is van oudsher een van de plekken in de gemeente waar een aantal sportieve voorzieningen is samengebracht. Mede onder invloed van de krimp in de regio hebben verschillende verenigingen, maatschappelijke instellingen en de gemeentelijke overheid een aantal jaren geleden de krachten gebundeld om Park ter Waerden door te ontwikkelen in de richting van een duurzame sportieve en maatschappelijke voorziening.
‘Door het eerst te delen, kun je daarna vermenigvuldigen.’
Wim Klompenhouwer, voorzitter van de Vereniging Dorpsbelangen
Er bestaan ook voorbeelden buiten krimpgebieden:
- Wijksportclub Woensel-West voor jong en oud
- Vitale sportvereniging Avanti Enschede
- Sportplusverenigingen Rotterdam: sport koppelen aan maatschappelijke ambities
- SV Twello & Zwaluwen Utrecht 1911: diversiteit voorop
- Stichting Samenwerkende Sportclubs De Pelikaan: interne en externe samenwerking
Lees meer
In de brochure ‘De PLUS van de open club‘ staan vijf inspirerende verhalen over de maatschappelijke waarde van sport, verteld door betrokkenen vanuit sport, zorg, welzijn, arbeidsintegratie en onderwijs.
Weten wat de ontwikkelingen in jouw gebied zijn? Op de website Van meer naar beter staat een interactieve kaart van alle krimpregio’s in Nederland.