Spring naar content

Deelakkoord 2: duurzame sportinfrastructuur

Het Sportakkoord zet tot 2021 in op zes doelen die moeten helpen het potentieel van sport en bewegen beter te benutten. In dit artikel zoomen we in op deelakkoord 2: duurzame sportinfrastructuur.

Ondertekenaars deelakkoord en minister Bruins, staan op het strand en houden een bord vast met daarop de handtekeningen
De ondertekenaars van het deelakkoord Duurzame Sportinfrastructuur met minister Bruno Bruins , bij strandclub WIJ in Scheveningen. Foto Rijksoverheid / Bart Hoogveld

Om met zijn allen een leven lang te kunnen sporten en bewegen, is een functionele, goede en duurzame sportinfrastructuur nodig. Het gaat hierbij niet alleen om de sportvelden, zwembaden, sporthallen en clubhuizen, maar ook om het stadspark en het trapveldje in de wijk. Overal waar gesport en bewogen wordt, moeten de voorzieningen op orde zijn.

Wat is de stand van zaken nu?

Nederland beschikt over een zeer rijke sportinfrastructuur: ons land telt ruim 22.000 sportaccommodaties, variërend van sportzalen tot zwembaden en van voetbalvelden tot ijsbanen. Van de €1,2 miljard die gemeenten jaarlijks uitgeven aan sport, wordt circa 85% besteed aan sportaccommodaties – die voor een groot deel uit de jaren zeventig en tachtig stammen. Dit levert hoge energierekeningen op voor sportclubs en gemeenten. De huidige tijd vraagt dat accommodaties duurzaam en functioneel gebouwd en gebruikt worden, rekening houdend met het feit dat de manier waarop we sporten is veranderd.

Per februari 2021 is alle informatie over het Sportakkoord te vinden op de website Sportakkoord.nl

Wat gaat er gebeuren?

  • Sportverenigingen kunnen subsidies aanvragen via het subsidieplein van VWS om hiermee in de eigen accommodatie te investeren.
  • Gemeenten gaan aan de slag om de openbare ruimte meer beweegvriendelijk te maken.
  • Sportaccommodaties worden meer openbaar van verschillende sportactiviteiten, met als resultaat dat de accommodaties intensiever worden gebruikt.
  • Sportverenigingen en gemeenten worden via een zogeheten Routekaart en een expertiseplatform ondersteund om hun sportaccommodaties te verduurzamen. Lagere energielasten betekenen lagere kosten voor de accommodatie. Zo houden we de sport betaalbaar voor iedereen.

Wat zijn de gemaakte afspraken

De partners in het deelakkoord zetten in op drie speerpunten.

Open sportaccommodaties

Om te zorgen voor meer open sportaccommodaties zetten partijen de komende jaren in op maatregelen als het beperken van de exclusiviteit van sportaccommodaties, meer flexibele exploitatiemodellen en het stimuleren van multi-inzetbare sportvelden.

Beweegvriendelijk openbare ruimte

Om de openbare ruimte meer beweegvriendelijk te maken, partijen de komende jaren in op maatregelen zoals in het verhogen van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de groene leefomgeving, een drempelloze en aantrekkelijke beweeginfrastructuur en het verhogen van de bereikbaarheid van sportparken per fiets en te voet. Ook wordt ingezet op het in praktijk brengen van de handreiking voor gemeenten over het toepassen van de nieuwe omgevingswet.

Verduurzamen van accommodaties

Partijen investeren in het verduurzamen van sportaccommodaties. Dit kan bijvoorbeeld door het opstellen van de Routekaart Duurzame Sport, en door het oprichten van het Nationaal expertiseplatform sportaccommodaties.

Monitoring

Om in 2021 te kunnen meten in hoeverre de afspraken uit dit deelakkoord zijn gerealiseerd, hebben de partners ook afgesproken wat ze gaan meten. Denk aan het saldo van de financiële exploitatie van sportaccommodaties en aan het aantal open sportaccommodaties in Nederland.

Het Sportakkoord is op 29 juni 2018 officieel ondertekend. Vanaf 1 januari 2019 start de uitvoering van het Sportakkoord en de bijbehorende deelakkoorden.

Meer lezen over het Sportakkoord

SaveSave

SaveSave