Doorfietsroutes: voor duurzame mobiliteit en (sportieve) recreatie
Doorfietsroutes zijn aantrekkelijke, veilige en op elkaar aansluitende fietsroutes. Ze verbinden dorpen en steden met elkaar en zijn bedoeld om faciliteiten zoals werk- en winkellocaties, scholen en ov-knooppunten beter bereikbaar te maken voor fietsers van binnen en buiten de stad. Zo bieden ze een brede mobiliteitsoplossing voor velen. Wie maakt gebruik van doorfietsroutes? Hoe ontwerp je deze routes voor zowel woon-werkverkeer als (sportieve) recreatie? En hoe stimuleer je het gebruik ervan?
Nederland beschikt volgens de Fietsersbond over zo’n 750 kilometer aan doorfietsroutes. In de periode tot 2030 komt daar naar verwachting 1.400 kilometer bij. Of en waar die doorfietsroutes gerealiseerd kunnen worden, hangt af van verschillende factoren. Denk aan de fietspotentie van een omgeving, de karakteristieken van de beoogde route, de politieke wil en de mate van regionale coördinatie en samenwerking. Maar ook het budget (denk aan subsidie van het Rijk), de wensen van betrokken stakeholders en de lokale acceptatie van de route spelen een rol in de vraag of de doorfietsroute van de grond komt en een succes wordt.
Wat zijn effecten van doorfietsroutes?
Het meten van de impact van doorfietsroutes is lastig. Ten eerste omdat de investeringen in fietsroutes vaak een combinatie zijn van investeringen in zowel de infrastructuur als nieuwe faciliteiten langs de route en communicatie en educatie. Bovendien bekijkt evaluatieonderzoek vaak alleen de effecten op korte termijn, terwijl doorfietsroutes ook op de lange termijn nog groeipotentie hebben. Tot slot gebruiken veel fietsers vaak slechts delen van de route, wat een overkoepelende effectmeting van de route lastig maakt.
Ondanks deze uitdagingen bij het meten van effecten is te zien dat het verbeteren van de fietsinfrastructuur wel degelijk impact heeft. De bereikbaarheid neemt toe, er komen meer fietsers die de route gebruiken en de switch van auto naar fiets leidt tot CO2-vermindering (duurzaamheid).
- Impact op gebruik: als routes sneller, makkelijker, aantrekkelijker, comfortabeler en/of veiliger gemaakt worden, wisselt 2 tot 5% (onderzoek RWS) van de gebruikers van de route de auto in voor de fiets. Dat blijkt ook uit onderzoek in Kopenhagen (4 tot 6% overstappers) en onderzoek in Gelderland (6 tot 8% overstappers). In Noord-Brabant is dat percentage maar liefst 19% en op de doorfietsroute Eindhoven-Valkenswaard (F69) ligt dit zelfs opvallend hoog op 34%. Onderzoek van de Radboud Universiteit concludeert dat het gemiddelde gebruik van snelle fietsroutes na verloop van tijd op kan lopen tot 29% (overstappers en nieuwe gebruikers).
- Impact op tevredenheid: gebruikers van doorfietsroutes verwachten een hogere kwaliteit dan in het verleden. De route dient aantrekkelijk, goed onderhouden, comfortabel (verlichting, voorrangssituaties, geen sluipverkeer) en veilig te zijn.
- Impact op veiligheid: doorfietsroutes zijn nog niet allemaal even veilig. Soms zijn ze te smal, of bevatten ze obstakels of gevaarlijke kruisingen. De verkeersveiligheid is niet optimaal als er geen eenduidige voorrangsregeling is en als op stukken van de doorfietsroutes auto’s te gast zijn. Naast forenzen, worden doorfietsroutes gebruikt door bijvoorbeeld recreatieve fietsers, wielrenners, mensen met ligfietsen en e-fietsen en skeeleraars – en buiten de bebouwde kom door brommers. Grote verschillen in snelheid tussen alle typen gebruikers kunnen tot gevaarlijke situaties leiden.
Welk profiel heeft de gebruiker?
Het gebruikersprofiel van de fietsers die doorfietsroutes gebruiken lijkt per doorfietsroute te verschillen.
- Frequentie: veruit de grootste groep fietsers op de doorfietsroutes fietst er meerdere dagen per week.
- Motief: ‘Ik fiets hier ter ontspanning’ (recreatie) is met 26 tot 39% het meestgenoemde motief om de doorfietsroute te gebruiken. Daarna wordt ‘woon-werkverkeer’ (20 tot 39%) het meest genoemd als motief. Maar de percentages verschillen per doorfietsroute.
- Sekse: in het algemeen lijkt het erop dat mannen de doorfietsroutes meer gebruiken maar er zijn specifieke doorfietsroutes waar vrouwen meer gebruik van maken. Dit kan te maken hebben met het feit dat de kans dat vrouwen in het donker fietsen 84% lager is, omdat ze zich dan minder veilig voelen.
- Leeftijd: veertigers en vijftigers zijn vanaf de start de grootste groepen gebruikers van doorfietsroutes, maar het lijkt erop dat jongere groepen (dertigers) de routes na verloop van tijd ook ontdekken.
- Opleiding: de doorfietsroutes worden voornamelijk gebruikt door midden- en hoog opgeleide fietsers. Laagopgeleiden gebruiken de doorfietsroutes amper.
Ontwerpprincipes voor doorfietsroutes
De rode draad van snelle fietsroutes met een hoge kwaliteit is: ze hebben een minimale breedte van 4 meter, het wegdek is rood, er is verlichting op kruisingen en fietsers hebben voorrang op alle ondergeschikte wegen. Een doorfietsroute moet goed aansluiten op de lokale context. Denk aan verbinding met treinstations, woonkernen, of voorzieningen buiten de bebouwde kom. Andere ontwerpprincipes die een route geschikt maken voor zowel woon-werkverkeer als (sportieve) recreatie zijn:
- Verbind aangename plekken en prettige uitzichten door mooie, liefst groene, routes.
- Plaats goede verlichting maar houd rekening met lichtvervuiling.
- Voorkom dat afsluitingen, paaltjes, verkeersborden op een hinderlijke locatie staan.
- Zorg voor eenduidige en herkenbare bewegwijzering.
- Neem maatregelen om vertragingen te minimaliseren; bijvoorbeeld een groene golf voor fietsers, lichtdetectoren, voorrangskruisingen zodat gebruikers lange stukken door kunnen fietsen.
- Voorzie in fietspoolplaatsen waar fietsers met elkaar kunnen afspreken om samen verder te rijden.
- Zorg op de route voor bescherming tegen weer en wind zoals bijvoorbeeld bomen, houtwallen, windsingels, mogelijkheden om te schuilen of regenkleding aan te doen.
- Leg drukke fietsroutes niet dwars door de woonwijk, maar om de woonwijk heen. Zo is de route functioneel en beperk je de overlast van fietsers in de wijk.
Zie voor een volledig overzicht het uitgebreide artikel in de Kennisbank Sport & Bewegen.
Gebruik van doorfietsroutes stimuleren
Naast de infrastructurele verbeteringen (hardware) kun je ook met gedragsinterventies (software) mensen stimuleren om de doorfietsroutes te gebruiken. Bijvoorbeeld door de positieve effecten op de persoonlijke gezondheid of het milieu te benadrukken, of door gebruikers financieel te belonen.
Ruim 40% van de gebruikers kan gebruik maken van een reiskostenvergoeding van de werkgever voor woon-werk-fietsverkeer. Zo stimuleren een (hogere) fietskilometervergoeding voor woon- werkverkeer in de vorm van geld of waardebonnen (bijvoorbeeld a12slimreizen.nl) mensen om vaker de fiets te pakken. Ook kun je korting geven op het aankoopbedrag van een fiets, of gezamenlijke fietsen/e-bikes van het bedrijf aanschaffen.
Voorlichting alléén wordt minder effectief geacht om mensen op de fiets te krijgen, maar blijkt wel noodzakelijk ter ondersteuning van andere maatregelen. Het inzetten van fietsambassadeurs is een optie. Ook kun je het autogebruik minder aantrekkelijk maken door het invoeren en/of verhogen van de parkeerkosten, het invoeren van kilometerheffing of het verminderen en/of verplaatsen van de parkeerplekken voor de auto.
Tot slot
Doorfietsroutes zijn dus onderdeel van een beweegvriendelijke omgeving en bieden volop kansen voor het stimuleren van duurzame mobiliteit in jouw regio – mits goed aangelegd en goed gestimuleerd. Maar vergeet daarbij ook zeker niet de kansen voor meer (sportieve) recreatie, want de gebruikers blijken de doorfietsroutes ook voor een zeer groot deel te gebruiken voor ontspanning.
- Lees ook: het uitgebreide artikel in de kennisbank Sport & Bewegen.