Spring naar content

Dovensport: de kracht van gebarentaal

Doven zoeken elkaar graag op als ze sporten. Horenden die doven willen stimuleren te bewegen, moeten daar rekening mee houden. Door bijvoorbeeld eens te doen alsof ze niets horen in de gym.

“Die eigen Spelen van doven laten zien dat dove mensen graag samen sporten. Hun voertaal is de gebarentaal, waardoor ze wereldwijd eenvoudig onderling met elkaar kunnen communiceren.”

Boris Pavlov, oud-voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB)

Nederland telt bijna 2 miljoen slechthorenden, van wie er 119.000 ernstig auditief gehandicapt zijn: doof dus. Veel doven sporten te weinig. Degenen die dat wel doen, toch nog 38 procent tegenover 57 procent van de horende Nederlanders, doen dat graag met andere doven die gebarentaal spreken. Dat versterkt hun zelfvertrouwen.

“Dove mensen kunnen zich niet zo goed manifesteren binnen normale sportverenigingen”, zegt Boris Pavlov, oud-voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB). Die is opgericht in 1926, omdat in 1928 de ‘Stille Spelen’ zouden worden georganiseerd. Tegenwoordig heten die de Deaflympics.

“Die eigen Spelen van doven laten zien dat dove mensen graag samen sporten. Hun voertaal is de gebarentaal, waardoor ze wereldwijd eenvoudig onderling met elkaar kunnen communiceren.” En onder elkaar voelen dove mensen zich gelijkwaardig en geeft de sportbeoefening hen plezier, verhoogt hun welzijn en hun weerbaarheid. Aan de andere kant zijn er natuurlijk ook doven en slechthorenden die juist liever zo veel mogelijk met horende mensen optrekken.

Onhandelbaar kind bereikt de top

Pavlov geeft het voorbeeld van een dove jongen, Albert Westerhof, die op 6-jarige leeftijd een onhandelbaar kind was. Totdat een judoleraar hem zag en besloot hem gebarentaal te leren en judo bij te brengen. “De jongen leerde luisteren, hij had die communicatie nodig. Inmiddels heeft hij de internationale doventopsport bereikt, heeft hij zelfvertrouwen en trots. En dat zonder geld vanuit de sport of de overheid.”

Voor ouders is het moeilijk om met hun dove kinderen te communiceren, vertelt Maaike Ferf Jentink. Zelf doof geboren heeft ze van huis uit als kind veel aan sport gedaan, maar altijd tussen horende mensen. Op haar 12de ontdekte zij de dovensport, en ze voelde zich daar meteen thuis. “Je voelt je toch anders, je kunt niet altijd alles volgen. Het klinkt misschien vreemd, maar het is een verschil of je tegen horenden of tegen doven zwemt.”

Horenden laten ervaren wat doofheid is

Ferf Jentink met een groep kinderen
Foto: www.stillegym.nl

Door haar ervaringen met de onwetendheid over dovensport heeft Ferf Jentink een eigen onderneming opgericht, waarmee ze horenden spelenderwijs wil laten ervaren wat het is om doof te zijn en te sporten. En wat dove kinderen nodig hebben. Zo kunnen deelnemers tijdens bijvoorbeeld ‘de stille gymles’ een spel spelen zonder er hun stem bij te mogen gebruiken.

“Met mijn cursussen hoop ik mensen beter te laten begrijpen hoe je omgaat met doven en slechthorenden”, zegt Ferf Jentink. “Ik leer hen een andere manier van lesgeven, waarin écht contact wordt gelegd. Want iedereen heeft behoefte aan contact. Iedereen wil het gevoel hebben erbij te horen. Volwassenen moeten dat begrijpen en daar de verantwoordelijkheid voor nemen.”

Op hun gemak tussen andere doven

Voor doven is gebarentaal enorm belangrijk. Deze taal is hun communicatie met de buitenwereld. Mede daarom voelen zij zich ook op hun best tussen andere dove mensen. Als horende mensen de gebarentaal meester zijn, is dat uiteraard een belangrijk pluspunt, maar voor hen is gebarentaal niet zo cruciaal als die voor dove mensen is.

Een laagdrempelige plaats om andere doven te ontmoeten zijn de dovensport verenigingen. Een voorbeeld van zo’n club is de Rotterdamse Doven Zwem Club. Deze club zorgt er al vele jaren voor dat dove kinderen één keer per week de gelegenheid krijgen om samen te zwemmen. En kinderen kunnen er met gebarentaal zwemmen leren. Boris Pavlov: “De kracht van dove sporters begint bij de gebarentaal. Wil je doven stimuleren om te gaan sporten, dan is gebarentaal de basis.”

Dove kinderen laten deelnemen aan dovensport

Om dove kinderen aan het sporten te krijgen, is het allereerst van belang om hen te vragen naar hun sport- en beweegbehoeftes. Dat kan bij hen thuis, op school (in het speciaal onderwijs voor doven), op het sociaal werk voor doven, etcetera.

De volgende stap is hen te informeren over de mogelijkheden, of die mogelijkheden te creëren, en hen daarna te stimuleren te gaan sporten. Dan kán een dovensport vereniging een optie zijn, maar ze zullen ook naar de reguliere sportvereniging willen gaan. Daar kunnen ze bijvoorbeeld meedoen in een apart team of een aparte trainingsgroep binnen een reguliere sportvereniging, of zelforganiserend aan de slag gaan, buiten de KNDSB en de georganiseerde sport om.

Lees meer