Een beweegvriendelijk gebouw, kan dat?
Een beweegvriendelijke leefomgeving is belangrijk. Hoe zit dat met de werkomgeving? Veel Nederlanders brengen een groot deel van hun tijd werkend door, terwijl nog maar weinig kantoorgebouwen beweging stimuleren. In dit artikel lees je welke voordelen beweegstimulering op de werkvloer heeft en hoe de omgeving ons gedrag beïnvloedt. Ook zie je een praktijkvoorbeeld waarin het beweegvriendelijk inrichten van een gebouw centraal staat.
Webinar: het belang van een actieve werkdag voor werknemers én werkgevers
Week van de Motoriek | 14 november, 13.00 – 14.00 uur
We zitten te veel, zeker op het werk. Hoe is de omgeving van invloed op ons beweeggedrag? Wat kun je als werkgever doen om je medewerkers te stimuleren meer te bewegen van, tijdens en naar het werk? Dat en meer leer je in dit webinar. Gemist? Kijk het webinar terug >
Korte rekensom: een jaar telt 8.760 uur waarvan we er ongeveer 5.840 wakker zijn. De gemiddelde werkweek in Nederland is 32 uur[1], oftewel 1.600 uur per jaar. Kortom, Nederlanders spenderen een groot deel van hun tijd aan werk. Dit maakt de werkvloer een veelbelovende plek om beweging te stimuleren. Helaas zijn veel kantoorgebouwen hier nog niet op ingericht. En dat terwijl werkgevers juist profiteren van actieve werknemers.
Wat levert bewegen op de werkvloer op?
We kunnen alvast vaststellen dat beweging op de werkvloer positieve effecten heeft voor zowel werknemers als werkgevers, zo blijkt uit onderzoek[2]. Onder werknemers zie je deze effecten vooral terug op het gebied van gezondheid en welzijn. Onder werkgevers is het fiscale voordeel een belangrijk effect. Hoe meer er wordt bewogen, hoe hoger de productiviteit en hoe minder het ziekteverzuim.
Voordelen voor werknemer
Bewegen verbetert het welzijn en de gezondheid[3] door een verlaagd risico op (onder andere) hart- en vaatziekten[4-6], diabetes type 2[4-6], borst- en darmkanker[4-6] en dementie[7]. Bewegen heeft daarnaast een positief effect op (onder andere) het gewicht[4], de mentale gezondheid[8,9], algemeen welzijn[10] en de tevredenheid van werknemers met hun werk[3].
Voordelen voor werkgevers
Bewegen kent ook voordelen voor werkgevers. Zo verhoogt bewegen de productiviteit van werknemers, variërend van 1,5% tot 3% per jaar (3,5 tot 7 extra werkdagen)[11]. Daarnaast helpt bewegen om het ziekteverzuim te verminderen, de bedrijfsreputatie te verbeteren en personeelsverloop te beperken.
Veranderen van beweeggedrag
Waarom is gedragsverandering moeilijk?
Om werknemers en werkgevers te laten profiteren van bovenstaande voordelen is het belangrijk dat werknemers (meer) bewegen. Bijvoorbeeld door actief van en naar het werk te gaan en te bewegen tijdens werk. Vaak is hier gedragsverandering voor nodig, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Menselijk gedrag wordt grotendeels gestuurd door onbewuste processen[12]. Dit gewoontegedrag is vaak nuttig, omdat een bewuste overweging bij elke handeling veel energie vergt. Bij gedragsverandering kunnen deze gewoontes in de weg zitten, het kost extra energie om dingen bewust anders te doen.
De invloed van omgeving
Bij het stimuleren van bewegen is het nuttig om bewegen te benaderen vanuit een gedragswetenschappelijk perspectief. Vanuit dit perspectief weten we dat verschillende gedragsfactoren van invloed zijn. Zo zijn bijvoorbeeld de attitude, sociale invloed, normen en de eigen-effectiviteit belangrijke voorspellers van gedrag[13]. Gedrag wordt ook sterk beïnvloed door de fysieke en sociale omgeving (context) waarin het plaatsvindt[14].
Bij de fysieke inrichting van kantoren speelt het basisprincipe uit de gedragspsychologie ‘de wet van de minste inspanning’[15] of ‘gemak’ een duidelijke rol. Dit principe stelt dat we inspanning zo veel mogelijk vermijden, door continu af te wegen (bewust en onbewust) of een actie de inspanning waard is. Uiteindelijk bepaalt de balans tussen de inspanning die het kost en de beloning die het oplevert welke keuze iemand maakt.
Daarin zijn we dus geneigd om de weg van de minste weerstand of de bekende weg (gewoonte) te kiezen. Als we in een kantoorgebouw naar de tweede verdieping moeten en praktisch tegen een lift of roltrap aanlopen, terwijl er enkel een verwijsbordje naar een verstopte trap te zien is, dan is de kans groot dat we uit gemak voor die lift of roltrap kiezen.
Dat de fysieke inrichting van kantoren ons beweeggedrag beïnvloedt, werd in een recente systematische review bevestigd: wanneer de fysieke inrichting van de werkplek, het gebouw en de omgeving van het gebouw beweegvriendelijk zijn, bewegen werknemers meer[16].
Beweeglogica van kantoren
Voor de gemeente Amsterdam voerde BETA Architecten in 2016 een onderzoek uit naar het beweegvriendelijk inrichten van gebouwen[17]. Hieruit is een zogenaamde ‘logica’ ontwikkeld, die als doel heeft ontwerpers, ontwikkelaars en beleidsmakers te inspireren om aan de slag te gaan met dit thema. Deze aspecten blijken van belang:
Het creëren van routes in een gebouw
De routes in een gebouw zijn bepalend voor hoe mensen zich erin verplaatsen. Een aantrekkelijk en transparant trappenhuis is cruciaal om mensen daar gebruik van te laten maken. Ook een open verbinding tussen verdiepingen nodigt uit tot bewegen.
De doelen in een gebouw
Als voorzieningen zoals de koffieautomaat, de vergaderruimtes en de lunchplek weloverwogen in het pand zijn geplaatst (de doelen), stimuleert dat het loopgedrag van werknemers. Combineer bijvoorbeeld de koffieautomaat met een ontmoetingsplek (de functies) en creëer voldoende loopafstand tussen deze functies en de werkplekken. Geef het gebouw verschillende sferen mee, met aantrekkelijke (rust)plekken, zodat mensen daar naartoe kunnen bewegen. Alle kleine stapjes dragen bij aan gedragsverandering.
Een beweegprogramma
Ook het wat architecten ‘beweegprogramma’ noemen, kan minder zitten of meer bewegen stimuleren. Een gemeenschappelijke ruimte met zit-sta-bureaus en hoge tafels nodigt uit tot minder zitten. En faciliteiten die het bewegen van, naar en op kantoor vergemakkelijken, leiden tot meer bewegen. Denk aan een goede, overdekte fietsenstalling (met voldoende e-bike oplaadpunten), douches of een fitnessruimte.
Kijk hierbij naar alle elementen van het Beweegvriendelijke Omgeving Model (BVO Model): de hardware, software en de orgware[18]. Enkel het faciliteren van een fitnesstoestel is niet voldoende. Denk na over regelingen voor werknemers die willen sporten, communiceer over de mogelijkheden en organiseer activiteiten. Geef als directie, management of HR het goede voorbeeld, daarmee beïnvloed je de norm[19].
De omgeving van een gebouw
Ten slotte is de directe omgeving van het gebouw belangrijk, zoals het beweegvriendelijk inrichten van bedrijventerreinen. Veel van die ontwerpprincipes gelden ook in een kantooromgeving. Voldoende groen, ruimte voor de voetganger en een fietspad maken wandelend vergaderen of fietsen naar het werk aantrekkelijker. En ontmoetingsplekken met voldoende schaduw nodigen uit om te gaan wandelen tijdens warme periodes.
Ook de vormgeving van de entree en de plint (het deel van een gebouw dat op ooghoogte zichtbaar is), beïnvloeden het gedrag dat mensen buiten vertonen. Afwisseling tussen de plinten van grote gebouwen zorgt voor een aangenamere omgeving[20]. Lees ook dit artikel over de ontwerpprincipes van plinten.
Een beweegvriendelijk gebouw in de praktijk: SAP
SAP, een softwarebedrijf met het hoofdkantoor in ‘s-Hertogenbosch, illustreert de succesvolle implementatie van deze combinatie, inclusief beloningssysteem. Simone Langewouters, Health, Safety & Wellbeing Officer bij SAP, vertelt: “Wij geven voortdurend aandacht aan meer bewegen. We gebruiken een loyaltysysteem waarmee we beweeggedrag belonen. Om meer bewegen te stimuleren en langdurig zitten te voorkomen, hebben we ons bedrijfspand beweegvriendelijk ingericht. Ons gebouw heeft diverse signings die mensen verleiden met de trap te gaan, bijvoorbeeld. Er is ook een roltrap, maar we stimuleren gebruikers te blijven lopen. Verder zijn er zit-sta-bureaus om staand te werken, kun je tijdens computerwerk op bureaufietsen plaatsnemen en faciliteren we een sportprogramma. Kortom, we bieden van alles aan om medewerkers te motiveren te sporten en bewegen.”
Het uitgangspunt is niet zozeer het voorkomen van ziekteverzuim, maar het vergroten van de gezondheid en het welzijn van de medewerkers, vult Simone aan: “Wij vinden het waardevol medewerkers gezond te maken en te houden, lekkerder in hun vel te laten zitten en hun kwaliteit van leven te verbeteren. Dit past bij onze bedrijfscultuur. Door ons als zodanig te profileren, trekken we nieuwe medewerkers aan die een gezonde werkomgeving belangrijk vinden.”
Simone gaat verder over het effect van deze aandacht voor sport en bewegen: “Sinds 2016 neemt meer dan 50% van de medewerkers deel aan het programma, dat is een heel hoog percentage. Ook is het ziekteverzuim heel laag. Dat is niet één op één te vertalen naar het meer bewegen. Het feit dat het programma al zo lang loopt, zegt wel iets over het positieve effect.”
Aan de slag
Bij het beweegvriendelijk inrichten van kantoren is het noodzakelijk om de fysieke inrichting van de werkplek, het gebouw en de omgeving van het gebouw mee te nemen. Van de directe omgeving buiten het gebouw en de routes ernaartoe, tot het meubilair, de locaties van de voorzieningen en de routes door het pand.
Om het gedrag van de werknemers structureel te veranderen, is er meer nodig dan alleen het fysieke ontwerp en de inrichting:
- Zorg ervoor dat het stimuleren van bewegen op de werkvloer een plek krijgt in de visie en het organisatiebeleid;
- Luister naar de behoeften van de werknemers en houd een vinger aan de pols om te ontdekken of deze behoeften veranderen;
- Bied structureel programma’s aan om werknemers meer in beweging te krijgen en te houden.
Kortom, zorg dat de combinatie tussen hardware, software en orgware goed op orde is, dan is de kans het grootst dat werknemers voortaan niet alleen buiten, maar ook binnen de kantoormuren actief zijn.
Bronnen
- CBS. Werkzame beroepsbevolking; arbeidsduur. CBS Statline 2022.
- Ecorys (2021) De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen
- WHO World Health Organization. WHO healthy workplace framework and model: background and supporting literature and practices. Geneva: World Health Organization; 2010.
- WHO World Health Organization. Global recommendations on physical activity for health. Geneva: World Health Organization; 2010.
- Lee I-M, Shiroma EJ, Lobelo F, et al. Effect of physical inactivity on major non-communicable diseases worldwide: an analysis of burden of disease and life expectancy. The Lancet 2012; 380: 219–229.
- Mctiernan A, Friedenreich CM, Katzmarzyk PT, et al. Physical Activity in Cancer Prevention and Survival: A Systematic Review. Medicine & Science in Sports & Exercise 2019; 51: 1252–1261.
- Livingston G, Huntley J, Sommerlad A, et al. Dementia prevention, intervention, and care: 2020 report of the Lancet Commission. The Lancet 2020; 396: 413–446.
- Schuch FB, Vancampfort D, Richards J, et al. Exercise as a treatment for depression: A meta-analysis adjusting for publication bias. Journal of Psychiatric Research 2016; 77: 42–51.
- Singh B, Olds T, Curtis R, et al. Effectiveness of physical activity interventions for improving depression, anxiety and distress: an overview of systematic reviews. Br J Sports Med 2023; 57: 1203–1209.
- Das P, Horton R. Rethinking our approach to physical activity. The Lancet 2012; 380: 189–190.
- Peters, N., Gerretsen, P., & Geijsen, T. De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen. Rotterdam: Ecorys, 2021.
- Kahneman D. Thinking, Fast and Slow. New York City, Verenigde Staten: Macmillan, 2013.
- Ajzen I. The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 1991; 50: 179–211.
- Bronfenbrenner U. The Ecology of Human Development. Harvard University Press, https://www.hup.harvard.edu/books/9780674224575 (accessed 25 March 2024).
- Hull CL. Principles of Behavior: An Introduction to Behavior Theory. New York: Appleton-Century Company, 1943.
- Zhu X, Yoshikawa A, Qiu L, et al. Healthy workplaces, active employees: A systematic literature review on impacts of workplace environments on employees’ physical activity and sedentary behavior. Building and Environment 2020; 168: 106455.
- Gemeente Amsterdam. Beweeglogica in gebouwen, 2016.
- Hoyng J. & van Eck, M. Het BVO-model, 2021.
- Van der Put A. Gezond op het werk. De rol van de werkomgeving bij gezondheidsbevordering op het werk. Utrecht: Utrecht University, 2023.
- Karssenberg, H., Laven, J., Glaser, M. & van ‘t Hoff, M. (2016). The city at eye-level. Delft: Eburon Academic Publishers.