Een gezonde gemeente met sport- en beweegbeleid
Sta je als beleidsmedewerker of ambtenaar van de gemeente ook voor de uitdaging om aan de slag te gaan met nieuw sport- en beweegbeleid of met een integrale visie? Dan kun je de Beleidswijzer Sport en Bewegen of de Handreiking Gezonde Gemeente raadplegen. De Beleidswijzer is een stappenplan om te komen tot een beleidsnota sport en bewegen. Het is een stappenplan met allerlei hulpmiddelen, tips en voorbeelden zodat gemeenten eenvoudig invulling aan beleidsnota’s kunnen geven.
Gemeenten zetten sport steeds vaker in als instrument om verschillende maatschappelijke doelen te realiseren. Sport is een belangrijk verbindend element in de samenleving. Het heeft duidelijke raakvlakken met gezondheid, Wmo, jeugd en onderwijs. Sport biedt jongeren een goede fysieke basis en mentale weerbaarheid, het leert jongeren samenwerken, incasseren en draagt bij aan karaktervorming. Voor jongeren en ouderen betekent sport gezond zijn en gezond blijven. In het onderwijs kan sport bijdragen aan het aanleren van vaardigheden en van normen. Sport kan de integratie tussen verschillende groepen mensen bevorderen en kan de sociale samenhang in wijken versterken.
Herziene Beleidswijzer Sport en Bewegen 2017
De Beleidswijzer is in 2017 vernieuwd. De nieuwe Beleidswijzer gaat meer dan de oude in op de verbindingen met andere beleidsterreinen en dus integraal en intersectoraal beleid. Niet alleen het proces om te komen tot sport- en beweegbeleid komt aan de orde, ook de manier waarop hier inhoud aan gegeven kan worden.
De Beleidswijzer Sport en Bewegen is bedoeld om iedere gemeente van informatie en handvatten te voorzien om op een eenvoudige wijze te komen tot een beleidsnota. Het is een hulpmiddel voor gemeenten die nieuw sportbeleid willen formuleren, voor gemeenten die hun sportbeleid willen vernieuwen en voor gemeenten die nog geen aandacht besteden aan sport- en beweegbeleid.
De Beleidswijzer Sport en Bewegen geeft inzicht in de verschillende stappen om te komen tot een beleidsnota. Deze stappen zijn onderverdeeld in voorbereiding, analyse, uitvoering, evaluatie en verankering. Hieronder staan de stappen kort beschreven.
Voorbereiding
Stap 1. Keuze voor sport- en beweegnota
In stap 1 gaat het om het op gang brengen van het proces. Iemand neemt initiatief om beleid te maken. Wat vooral belangrijk is: wat is de aanleiding om sport- en beweegbeleid te ontwikkelen? Maar ook: wat is de rol van de gemeente ten aanzien van sport- en beweegbeleid en wat wordt verstaan onder sport? Definities van sport kunnen verschillend zijn. Tijdens de ontwikkeling van de huidige beleidswijzer hanteerde de gemeente Amsterdam de volgende definitie:
‘Sportstimulering is het geheel aan maatregelen, acties en activiteiten waarmee wordt beoogd mensen kennis te laten maken met en deel te laten nemen aan bewegingsactiviteiten en sport met als doel deze personen te interesseren voor regelmatige sportdeelname en deze sportactiviteiten te faciliteren.’
Stap 2. Draagvlak creëren
Hier staat het creëren van draagvlak centraal. De gemeente moet investeren in zowel intern als extern draagvlak. Dit kan door interactieve beleidsontwikkeling en intersectoraal werken. Het is één van de belangrijkste stappen in het beleidsproces. Het gaat daarbij om zowel intern als extern draagvlak. Door alle betrokkenen tijdig bij het proces te betrekken wordt weerstand tijdens de implementatie verminderd.
De gemeente Ede zorgde bijvoorbeeld voor politiek draagvlak door vooruitlopend op de beleidsnota een startnotitie op te stellen met daarin een beschrijving van het proces dat doorlopen zou worden om tot een nieuwe sport- en beweegnota te komen.
Analyse
Stap 3. Probleem- en situatieanalyse
Wat zijn de belangrijkste trends, ontwikkelingen en knelpunten binnen de gemeente? Dit is natuurlijk gericht op sport en bewegen. In de vorige stap was draagvlak creëren erg belangrijk. Een goede analyse van de huidige situatie is ook van groot belang. Op basis van gegevens over bevolkingssamenstelling, gezondheid, sportbeoefening, accommodaties en sport- en beweegaanbieders kan een situatie in kaart worden gebracht. Vaak zijn veel van deze gegevens al wel bekend bij een gemeente, maar nog niet gebundeld en vervolgens op waarde geschat.
Stap 4. Visie, doelen en doelgroep
In deze stap bepaalt de gemeente wat zij de komende jaren wil bereiken met sport en bewegen. Dit wordt weergegeven in een missie, visie, hoofd- en subdoelstellingen. In deze stap bepaalt de gemeente waar zij nu eigenlijk voor staat. Wat wil men bereiken met sport- en beweegbeleid en waarom? Er is een duidelijk verschil tussen een missie en een visie.
Een voorbeeld van een missie van de provincie Groningen: ‘Iedere inwoner van de provincie Groningen kan in elke fase van zijn of haar leven, naar eigen voorkeur en op grond van zelf gekozen beweegredenen aan sport- en bewegingsactiviteiten van goede kwaliteit deelnemen, dan wel daarbij betrokken zijn.’
Uitvoering sport- en beweegbeleid
Stap 5. Menukaart sport en bewegen
In deze stap worden keuzes gemaakt ten aanzien van interventies en/of activiteiten om gestelde doelstellingen te realiseren. Er worden keuzes gemaakt voor thema’s binnen het sport- en beweegbeleid. De Beleidswijzer onderscheidt de volgende tien thema’s:
- sportstimulering
- actieve, gezonde leefstijl
- maatschappelijke waarde van sport
- sport en onderwijs
- sport- en beweegaanbieders
- sportaccommodaties
- sport en speelruimte in de wijk
- recreatie
- evenementen
- topsport- en talentondersteuning
De volgorde van deze thema’s kan zelf gekozen worden.
Stap 6. Implementatie en uitvoering
Het gaat om het procesmatig en planmatig uitvoeren van nieuw beleid. Het is er op gericht om structurele inbedding te realiseren van de beleidsdoelstellingen. Belangrijk uitgangspunt is dat de doelstellingen en gewenste resultaten draagvlak vinden bij sport- en beweegaanbieders, sportorganisaties en burgers.
Een voorbeeld van een valkuil bij implementatie: ‘Een voetbalvereniging wil meer kinderen aan het sporten krijgen. De georganiseerde kennismakingsdag was een groot succes. Meer dan 600 kinderen stonden aan de poort van de voetbalclub, van wie er velen na die dag lid wilden worden. Echter, door ruimtegebrek kon de vereniging maar 100 nieuwe jeugdleden opnemen.’
Stap 7. Randvoorwaarden
Welke en hoeveel middelen en hulpbronnen zijn voor die activiteiten nodig? Welke samenwerkingspartners zijn nodig voor de uitvoering van de activiteiten? Hoe kan draagvlak worden gecreëerd bij die samenwerkingspartners? Gedurende het proces om te komen tot een sportnota moet zeker gedacht worden aan randvoorwaarden als uitvoering, coördinatie en financiering. Dat hoeft nog niet volledig te worden uitgewerkt, maar het is handig als er een organisatiestructuur is die de activiteiten kan uitvoeren en dat er in ieder geval kans op voldoende budget is. Het bespoedigt het proces.
Evaluatie
Stap 8. Keuze van evaluatiemethoden en monitoring
Prestatiemeting is belangrijk om vast te stellen of de in het beleid vastgestelde doelstellingen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Er moet gekeken worden naar kwaliteit: zijn de activiteiten goed gedaan? Maar ook de vraag of de juiste activiteiten worden gedaan is een belangrijke. Hebben de activiteiten het gewenste effect? Vaak wordt monitoring en evaluatie overgeslagen uit tijdgebrek, maar juist deze stap is belangrijk als het gaat om borging en inbedding.
In Nijmegen gebruikte men voor het monitoren van sportbeleid een sportmonitor die inzicht geeft in sportdeelname, motieven van niet-deelname, ambities en problemen van sport- en beweegaanbieders en behoeften en verwachtingen van sport- en beweegaanbieders.
Verankering
Stap 9. Verankering
Continuïteit aanbrengen op lange termijn van (onderdelen van) het sport- en beweegbeleid. Hierbij zijn diverse aspecten van belang: financiën, organisaties, personen en de vraaggerichtheid van het activiteitenaanbod.