Spring naar content

Esports gaming en gamification in lokaal beleid: 5 kansen en uitdagingen

Steeds meer lokale en regionale overheden nemen esports, gaming en gamification (EGG) op in hun beleid. Toch is EGG-beleid nog geen gemeengoed. Waarom zien we dit bij sommige gemeenten wel en bij andere niet? In dit artikel delen we vijf afwegingen die het antwoord op deze vraag lijken te beïnvloeden. 

Rotterdam wilde ‘esports-hoofdstad’ van Nederland worden en draaide jarenlang een LivingLab gericht op EGG en de sportvereniging van de toekomst. De gemeente Breda is partner van het convenant Breda Game Hub. En Provincie Gelderland is initiatiefnemer van Esports Talent Center Gelderland. EGG komt dus steeds hoger op de maatschappelijke en bestuurlijke agenda. 

Wat is EGG-beleid?

EGG is een koepelterm voor drie verschillende concepten: esports, gaming en gamification. De vraag is dan ook in hoeverre je van ‘EGG-beleid’ kunt spreken, maar voor nu is in de praktijk de term EGG-beleid standaard als verwijzing naar beleid op al deze drie gebieden. Dit zal misschien in de toekomst veranderen.

Hoe overheden omgaan met EGG, verschilt enorm. Op het Kennisevent Esports, Gaming & Gamification, dat in oktober 2023 plaatsvond, gingen vier beleidsmedewerkers in gesprek over de vraag: waarom zou je EGG wel of niet opnemen in overheidsbeleid? Dit leverde vijf belangrijke beleidsafwegingen op, die beleidsadviseurs van andere overheden mogelijk inspireren. 

1. Top-down aanjagen of bottom-up initiatieven laten ontstaan?

Sommige gemeenten kiezen ervoor EGG vanuit beleid proactief aan te jagen, terwijl andere gemeenten vanuit een meer reactieve houding maatschappelijke initiatieven laten ontstaan. Michael Buth, senior beleidsadviseur Sport bij de gemeente Almere, stelt: “Je hebt een bestuurlijke keuze óf een breder draagvlak nodig van onderaf waardoor je EGG samen kunt oppakken.” 

Dat eerste gebeurt volgens hem nu vooral in gemeenten waar een bepaalde aanleiding of (politiek) kans is. Jorg van den Hoven, senior beleidsadviseur Innovatie & Economie bij gemeente Breda, noemt een Bredase game-opleiding die op globaal niveau hoog scoort. “Met zo’n aanleiding is het logischer daar beleid aan te hangen. Als je zoiets niet hebt in jouw gemeente, kost het misschien meer moeite mensen mee te nemen.”

Johan van Herpen, beleidsadviseur Sport van gemeente Rotterdam, ziet de voordelen van een top-down benadering: “Door de bestuurlijke ambitie uit te spreken om esportshoofdstad van Nederland te worden, creëerden we een gezamenlijke missie om naartoe te werken als stad.” Onder het motto ‘wat water krijgt, dat groeit’ zag hij dat deze ambitie meer maatschappelijke bottom-up initiatieven stimuleerde. 

Buth ziet verschillen met de situatie in Almere: “In Rotterdam is een duidelijke bestuurlijke keuze gemaakt met een bepaalde boodschap. Dat heb je in Almere niet, dus dan moet het van onderaf komen. Je kunt als gemeente zeggen dat het belangrijk is om een esportshub te hebben in de stad, maar als er geen vraag naar is, waarom zou je dat dan willen?” 

Hoewel hij voorstander is van top-down energie op het thema EGG, is dat volgens hem geen heilige graal. “Gemeenten kunnen beter niet van bovenaf van alles gaan pushen, maar kijken of er maatschappelijk draagvlak en interesse voor is. Zo ja, dan leg je verbindingen en zorg je dat er initiatieven kunnen ontstaan.” 

Volgens hem kun je ook zonder duidelijke bestuurlijke ambities aan de slag als gemeente. “Wij zeggen tegen buurtsportcoaches: aan deze maatschappelijke opgaven moet je werken en dit willen we bereiken, maar experimenteer op kleine schaal binnen die opdracht, bijvoorbeeld met EGG. Niet opleggen dus, wel enthousiasmeren.”

2. EGG als middel of doel?

Als overheid kun je EGG (en dan vooral esports) zien als doel op zich: om de sport of het gamen zelf. Volgens Van Herpen kan dat waardevol zijn. “Door een ambitie zoals de onze – esportshoofdstad worden – creëer je echt iets om naartoe te werken.” 

Toch zien steeds meer overheden vooral alle kansen om EGG als middel in te zetten, als ‘gereedschap’ om andere (beleids)doelstellingen voor elkaar te krijgen. Je zou zelfs kunnen stellen dat EGG-initiatieven vrijwel altijd een middel zijn, of het nu draait om sportplezier, citymarketing of participatie. Buth: “In Almere zetten we sport steeds meer in voor maatschappelijke opgaven, bijvoorbeeld voor gezondheid en eenzaamheid. Hierbij kan EGG een rol spelen als middel.” 

Breda heeft een ander aandachtspunt: daar wordt EGG nu vooral ingezet om een economische visie uit te dragen. Zo wordt er gewerkt aan twee EGG-hubs, onder meer om het bedrijfsleven te stimuleren en de stad aantrekkelijker te maken voor afgestudeerde studenten zodat zij daar blijven werken. 

Ook kan EGG een extra interessante ‘ingang’ zijn als middel, zegt Van Herpen. “Veel jongeren gamen en zijn online actief, terwijl juist die leeftijdsgroep minder gaat bewegen en niet altijd gemakkelijk te bereiken is. EGG biedt mogelijkheden om tóch de verbinding met deze groep te maken en tegelijkertijd verenigingen die deze leden verliezen te verstevigen.” 

Maar, merkt Buth op, als je EGG als middel inzet, is het wel belangrijk om hierover na te denken: wanneer ben je tevreden? “Neem een app als Pokémon Go. Als na twee jaar niemand dat meer speelt, is het dan een succes geweest? En als enkele mensen het spelen? En wat als mensen niet duurzaam méér bewegen, maar er wél een community door is ontstaan, is dat dan voldoende impact? Daar moet je over nadenken.”

Voorbeelden van EGG als middel voor diverse gebieden

Er zijn dus volop kansen als je EGG als middel ziet en het inzet om beleidsdoelen te realiseren en samen te werken. Van Herpen (Rotterdam) vindt het een reden om EGG in beleid op te nemen: “Als er iets domeinoverstijgend is, dan is het EGG wel. Het is hét middel om grensoverstijgend dingen te bereiken.” 

Toch denkt niet iedereen er zo over, merkt Buth: “Er wordt snel naar sport gekeken om het initiatief te nemen op EGG-vlak. Het vraagt veel interne lobby om collega’s van andere gebieden mee te nemen in de (meer)waarde van EGG.” Ook hoef je volgens hem EGG niet op te nemen in je beleid om er beleid op te hebben. “Sta er vooral op alle vlakken voor open: wat kan EGG betekenen voor de thema’s waar wij mee bezig zijn?”

3. Innovatie of bewezen effectief?

EGG is een relatief jong veld, dus veel initiatieven en interventies zijn nog niet bewezen effectief of zelfs nog niet goed beschreven. Ermee aan de slag gaan als gemeente vraagt een bepaalde bereidheid om te experimenteren en innoveren. Van Herpen (Rotterdam): “Het is natuurlijk een mooie ambitie om naartoe te werken: dat alle vanuit de overheid ingezette interventies aantoonbaar effectief zijn. Maar we moeten érgens beginnen.” 

Van den Hoven (Breda) is het ermee eens. “Het liefst kun je vooraf al van alles aantonen, maar dat kan nu eenmaal nog niet optimaal. Doe je niets, dan loop je een achterstand op die je niet meer inhaalt.” Volgens hem hoort experimenteren sowieso bij technologie. “Als je experimenteert vanuit bijvoorbeeld een LivingLab of gemeenteafdeling, dan is dat leergeld waarmee je kennis opdoet en gaat bouwen. Met een goede visie, een goed team en goede samenwerking komt er gegarandeerd wat uit.”

De noodzaak om te experimenteren en innoveren creëert soms een spanningsveld. Bij het ontwikkelen of veranderen van gemeentelijk beleid is namelijk bewijskracht en argumentatie nodig. Zeker als EGG niet zo leeft in de politieke en maatschappelijke context. Zoals Buth (Almere) aangeeft: “Hoe beter onderbouwd iets is, hoe gemakkelijker je mensen overtuigt van de waarde.” 

Ook voor uitvoerders zoals de buurtsportcoach, die verantwoording afleggen over hun activiteiten, is onderbouwing relevant. David Romijn, beleidsmedewerker Sport bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en betrokken bij de EGG-ontwikkeling in de sport- en beweegsector, stelt: “Ruimte om te experimenteren is belangrijk, maar het liefst zet je middelen in op aanpakken en interventies waarvan je weet dat ze effect hebben. Zeker voor structureel beleid moet je weten dat het tot bepaalde resultaten leidt.” 

Volgens Bart Van Bezooijen (onderzoeker-docent aan Fontys Economische Hogeschool Tilburg) moeten we dan ook meer bewijsgericht werken met EGG. “Natuurlijk moeten we blijven verkennen, maar het is tijd voor een volgende fase. We moeten gaan bewijzen dat EGG-initiatieven maatschappelijk en financieel het geld waard zijn. Dat vraagt meer focus op de effecten en het beschrijven van aanpakken. Is de sportdeelname toegenomen? Helpt het verenigingen op lange termijn doordat het aanbod verrijkend is? Misschien is een database met erkende EGG-interventies een goed idee.” 

Kennisevent Esports, Gaming en Gamification

Wil jij de volgende stap zetten in de wereld van esports, gaming en gamification (EGG)? Kom dan naar Kennisevent EGG op 8 oktober 2024! Met sprekers als Thomas Knights van Strava, Noa Wientjes van Ajax en professor Deborah Nas van TU Delft. Bekijk het volledige programma en meld je aan.

4. Kans of bedreiging?

Zoals gezegd biedt EGG veel kansen, en wel voor diverse beleidsdomeinen. Wat erbij komt, zoals Van den Hoven het verwoordt: “EGG is de kunstvorm en cultuur van een nieuwe generatie. Als 80% van de jonge mensen gamet, en we begrijpen hen niet, hoe gaan we hen als overheid dan bereiken? Niets doen creëert een gigantisch gat tussen beleidsmakers en jongere generaties.” 

Tegelijkertijd kan EGG ook overkomen als bedreiging voor bepaalde domeinen zoals sport. Games waarbij je stilzit, kunnen bijdragen aan overmatig zitgedrag. De (extra) schermtijd bij normaal gesproken vaak schermloze activiteiten zoals sporten of wandelen, kan afschrikken vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s zoals oogproblemen, verminderd concentratievermogen of nekklachten. 

Een andere mogelijke bedreiging schuilt in twijfels over de duurzaamheid van games of interventies. Of zoals Romijn (VWS) het verwoordt: “Ik krijg bij sommige initiatieven een ‘vluchtig’ gevoel. Mensen vinden een game eventjes leuk, en dan niet meer. Dat geldt zeker voor jeugd. Het is lastig om het te borgen en een blijvende invloed op gedrag te realiseren.” 

Je moet dus goed nadenken over waar je in investeert en of dit ook op langere termijn effect heeft. Een mogelijke oplossing: maak er een ecosysteem omheen zodat het interessant blijft. Denk aan een community, competitie-element of (fysieke) terugkerende events. De eventuele vluchtige component in EGG-initiatieven is voor veel professionals geen reden om er dan maar niets mee te doen. De technologie is er nu eenmaal, en zeker jongeren lijken simpelweg ook steeds meer technologische toepassingen te verwachten.

5. Domeinoverstijgend of domeinspecifiek beleid?

Tot slot: stel dat je EGG in beleid opneemt. Kies je voor een domeinspecifiek EGG-beleid dat op zichzelf staat, of voor compleet beleid waarbij een gezamenlijk domeinoverstijgend beleid leidend is? Gestuurd door de bestuurlijke ambities koos Rotterdam er aanvankelijk voor het thema vanuit sportbeleid op te pakken, maar daar staat het momenteel op een ‘waakvlammetje’. Het stokje is daar grotendeels overgeven aan de domeinen economie en welzijn. Toch ziet Van Herpen voordelen om het vanuit één domein aan te vliegen: “Door de gelden van het Sportakkoord konden we EGG vanuit sport aanvliegen en snel handelen. Er ontstond momentum op sport, waardoor we snel resultaten konden boeken.”

Volgens Romijn (VWS) moet je eigenlijk bij ieder beleid nadenken over de implicaties voor EGG, of het nu sport, welzijn of een ander domein betreft. “Denk aan beleid over evenementenorganisatie, dan moet je meteen nadenken of dat ook geldt voor esports-evenementen. Of regelingen voor hulpmiddelen voor mensen met een beperking: gelden die ook voor aangepast gamen?” 

Van den Hoven (Breda) benadrukt ook het belang van integraal samenwerken. “EGG heeft veel raakvlakken met andere domeinen. Ik merk hoe waardevol het is om samen te werken vanuit verschillende beleidsmatige invalshoeken. In onze nieuwe beleidsvisie zijn we van plan samen te schrijven met collega’s van economische zaken, digitalisering, sport en cultuur.”

Conclusie

De beleidsafwegingen van gemeenten op EGG-gebied hangen sterk samen met hun lokale situatie. Denk aan de politieke ambities, initiatieven uit de maatschappij, de mate van innovatiedrang van de ambtelijke organisatie, en de persoonlijke visies, kennis en ervaringen van beleidsadviseurs. De ‘weegschaal’ met daarop esports, gaming of gamification kan hierdoor lastig lijken voor een gemeente; deze thema’s zijn namelijk nog geen gemeengoed in overheidsbeleid. De vervolgvragen zijn:

  • Hoe kunnen we ruimte bieden voor innovatie en experimentatie met EGG-initiatieven?
  • Hoe kunnen we de kansen van EGG benutten en tegelijkertijd de mogelijke bedreigingen minimaliseren?
  • Moeten we EGG integreren in bestaand (sport)beleid of afzonderlijk integraal en domeinoverstijgend EGG-beleid ontwikkelen?
  • Welk (lokaal) bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak is er voor esports, gaming en/of gamification? 
  • Voor welke maatschappelijke uitdagingen en beleidsterreinen kan EGG als middel worden benut?
  • Welk effect hopen we met EGG te bereiken?

Hopelijk voel je je geïnspireerd om hier in jouw gemeente mee aan de slag te gaan. Wil je meer weten over EGG? Download dan het Ebook esports van Kenniscentrum Sport & Bewegen.

Dit artikel is ook verschenen in het magazine van Sport, Bestuur & Management (editie april 2024).