Feuilleton HC Feijenoord deel 5: de club met goud voor verbinding
Hockeyclub Feijenoord bestaat vijf jaar: wat startte met één enthousiasteling die met kinderen op pleintjes ging hockeyen, is anno 2016 een echte hockeyclub met eigen tenue en een bescheiden accommodatie. HC Feijenoord ligt in de wijk Feijenoord naast de Afrikaanderwijk: twee wijken met kwetsbare bewoners in Rotterdam. De club grenst aan Katendrecht en de Kop van Zuid: wijken met hoogopgeleide tweeverdieners. Dit alles komt samen om te sporten op de club.
Wat HC Feijenoord én de geplande verhuizing naar Sportcampus IJsselmonde (de wens van de gemeente Rotterdam) betekenen voor de club, de gemeenschap, de sporters, de buurt en de gemeente Rotterdam staat centraal in een vijfdelig feuilleton van Sanne Scholten en Marian ter Haar. In dit slotdeel legt Marian de inzichten uit het feuilleton voor aan Ruud Huurman, voorzitter van HC Feijenoord.
Leren dat je ergens bij hoort
“Eerst waren we vooral op de kinderen gericht, maar de ouders zijn net zo belangrijk”
Uit het feuilleton komt het beeld van een bijzondere club naar voren: jullie slagen erin mensen uit de wijk Feijenoord, bepaald geen hockeyers van huis uit, te verbinden aan de vereniging. Hoe doen jullie dat? Ruud: “Veel van de kinderen uit de wijk Feijenoord zouden nooit gaan hockeyen, of überhaupt sporten. Sommigen maken verder nauwelijks deel uit van enig sociaal verband. Bij ons maken ze mee dat je gezamenlijk dingen doet, geeft en neemt en met elkaar feestjes viert. Zij leren dat je ergens bij hoort. Dat is vreselijk belangrijk, zeker voor de kwetsbare kinderen hier in Zuid. Dat heeft overigens mooie en lastige kanten. School is verplicht, maar een sportclub is een eigen keuze die tegelijk minder vrijblijvend is dan de kinderen en ouders misschien verwachtten. Via de sportvereniging krijgen kinderen èn ouders te maken met verwachtingen en regels. Maar daar staat tegenover dat ze deel uitmaken van een sportieve gemeenschap die hen ook veel biedt.”
Kinderen gaan bij ons niet uit beeld
Meer lezen over etnische groepen en hun binding met verenigingen? Lees: Wiertz, D. (2016) Segregation in civic life: ethnic, sorting and mixing across voluntary associations, American Sociological Review, Sage.
Je zegt kinderen en benadrukt ouders, hoe zit dat? “Eerst waren we vooral op de kinderen gericht, maar de ouders zijn net zo belangrijk. Daarin is Marianne Dekker, pedagoog op de club voor kinderen en ouders, heel belangrijk. Niet alleen bij de entree, maar ook in het vervolg hebben we regelmatig en proactief gesprekken met kinderen en ouders. Bijvoorbeeld als kinderen afhaken. Je kunt natuurlijk denken: ‘ach, ze hebben betaald’, maar wij gaan erachteraan. Dan proberen we in contact te komen en gaan we thuis kijken of je wat kunt doen. Mensen kunnen bij ons niet uit beeld raken, wij blijven in contact en gaan praten en kijken of we praktisch dingen kunnen oplossen zodat ze weer mee gaan doen. We geven de kinderen het gevoel dat ze gezien worden. Het zijn kinderen die soms erg aan hun lot worden overgelaten. Niet omdat ouders dat willen, maar omdat er zorgen zijn die hen volledig in beslag nemen. Daardoor lijkt het of ze van thuis uit helemaal niet gestimuleerd worden. Er komen hier op zaterdag kinderen die niets te eten of drinken bij zich hebben.”
Lees ook de andere interviews die in dit feuilleton HC Feijenoord verschenen:
Coaches moeten doorbijters zijn
“Bij teams waar te weinig ouders zijn, of waar ouders erg veel werken, zelfs in het weekend, of waar ze geen auto hebben, gaan we kijken of andere ouders wel mee kunnen organiseren. Dat is in onze teamvorming een aandachtspunt, want anders kun je geen uitwedstrijden spelen. Voor dit probleem hebben we een aparte bus van sponsors gekregen, zodat we toch op pad kunnen. Het vraagt wel om coaches die dit aankunnen. Niet alle teams hebben zo’n complexe situatie, maar we hebben wel coaches nodig die dit kunnen. Coaches die dit elke week weer bij elkaar brengen, die de kinderen gaan ophalen. Dit vraagt echt meer dan gemiddelde inzet vergeleken bij reguliere teams, het vraagt echte doorbijters. Zij zijn van ongekende waarde.”
Dilemma voor de toekomst van de club
Raak je die kinderen niet alsnog kwijt als de club van locatie gaat veranderen en uit de wijk naar IJsselmonde en de Sportcampus Varkenoord vertrekt? “Tja”, zegt Ruud, “de race is nog niet helemaal gelopen. De verwachting is dat over een jaar, medio 2017, opgeleverd wordt. We zijn nog in onderhandeling, we hebben financieel ook nog wel een aantal uitdagingen. Voor de toekomst van de club is het de juiste route, maar we hebben ook zorg, want eigenlijk moet je de huidige locatie niet verloren laten gaan voor sport. Het zou goed zijn voor de kinderen om een dependance in de wijk te behouden, ook voor andere sporten. Je doet echt iets fout als je dit laagdrempelige initiatief op gaat rollen en weghaalt. Zo’n wijk als Feijenoord verdient zo’n locatie.”
Sporten maakt je onderdeel van de samenleving
Wat is de rol van hockey, de lol voor de sport, wat krijgen jullie er als vrijwilligers voor terug? “Ten eerste het mooie dat je je kind zich ziet ontwikkelen. Ik was het eerste jaar coach, je ziet dan groei bij je kind en je geniet van het gewone van kinderen die aan sport doen. Ze worden zelfbewust, ontwikkelen zich motorisch: gewoon de intrinsieke waarde van sport. Persoonlijk vind ik het feit dat het gemixt is heel belangrijk. Ik woon op Katendrecht, waar oude bewoners en nieuw instromende jonge mensen met grote verschillen mengen. De meeste mensen die daar wonen en hier sporten zijn gekomen omdat je onderdeel wilt zijn van de samenleving zoals die vandaag is: mensen met heel verschillende achtergronden. We kunnen langs elkaar heen leven en schuttingen bouwen tussen verschillende groepen, maar dat is niet goed. Investeren in de omgang met de verschillen is belangrijk voor de toekomst van onze kinderen.”
Hockeyen zonder vooroordelen
Hoe komt het dat het jullie bij een sport als hockey, een sport van sociale stijgers, toch lukt om al die verschillende groepen mensen te mixen? “Voor mij was hockey een ‘kaksport’. Ik zag dat vroeger in Hillegersberg, en keek daar met enige verbazing naar, want ik deed het zelf niet. Heel veel kinderen en hun ouders die bij ons komen zegt dat helemaal niks, die kennen dat niet. Zij kennen die typische Nederlandse karakterisering van hockey niet. Dat oordeel en die stereotypering van dertig jaar geleden hebben zij niet. Zij zien een sport waarbij je met een stick tegen een bal slaat. Ze weten misschien wel dat het een Engelse sport is en dat het daarom ook in India en Pakistan erg populair is. We zijn eerder een magneet omdat wij enthousiast zijn door hoe we het doen. De schoolsportverenigingen en de clinics zorgen voor de aanvoer van nieuwe kinderen.”
De paradox van keuzes in beleid
“Ik heb vertrouwen en geloof in de bijdrage van sport aan de wijk”
Wat betekent de vereniging voor de wijk Feijenoord? “Ik heb vertrouwen en geloof in de bijdrage van sport aan de wijk. Dat vind ik heel belangrijk, maar of andere partijen voldoende intrinsiek beseffen wat dat betekent vraag ik me soms af. Soms proef ik iets dubbels. Bij de diensten, de wethouder en bij de burgemeester al helemaal ervaar je enthousiasme, zeker als ze bij ons komen. Ze ervaren de fantastische energie. Tegelijkertijd zie ik dat er ook echt iets aan de hand is met het moment. Dat we beleidsmatig in een paradoxaal moment zitten, enigszins tussen de beleidsmatige raderen. Vijftien jaar geleden is gekozen voor een Campus met prachtige potentie. Maar is de keuze voor de campus van vijftien jaar geleden het antwoord op de vragen van nu? Het werkt tegen wat we nu weten, en dat weten we. Sport laagdrempelig, dicht op de leefomgeving: dat is wat maatschappelijke waarde creëert. Ik geloof ook niet dat dat hard tegengesproken wordt, maar tegelijkertijd hebben we met een realiteit te maken die niet te keren is.”
Het DNA verankeren en meekrijgen

“Wij hebben ook gesteld dat voor onze club groei echt cruciaal is: we moeten voor het kader en de vrijwilligers echt boven de 500 mensen krijgen en dat lukt niet op deze locatie, daar is deze plek niet geschikt voor. We kunnen dat wel op de nieuwe locatie van de club. De uitdaging is om te proberen de cultuur, het DNA waar de club op gebouwd is, te verankeren en mee te krijgen. We proberen steeds weer te benoemen wat we goed doen en waarvoor we moeten waken.” Is iedereen in het beleid ook zo intrinsiek betrokken bij deze groep als jullie zijn? “In Rotterdam wordt natuurlijk wel een kritisch debat gevoerd over de ontwikkeling van sportplusverenigingen, clubs die meer maatschappelijke rollen op zich nemen dan alleen de eigen sport. Het risico is dat de traditionele vrijwilligersclub overvraagd wordt. Het is steeds moeilijker om met vrijwilligers een gezonde sportclub te draaien. Het is niet gemakkelijk vrijwilligers te vinden en zeker niet het type doorbijters met lange adem dat wij bij HC Feijenoord nodig hebben. Mensen zijn minder ingesteld op activiteiten in de vrije tijd. Toch wil je zaken professioneel regelen, dus je bent eigenlijk sportverenigingen aan het overbeladen. Het is een overschatting om te denken dat de sport van alles kan ‘genezen’. Dat gaat in elk geval niet zonder dergelijke professionele investeringen.”
Enkele voorbeelden van actieve professionals en vrijwilligers
Tijdens de familiedag van HC Feijenoord sprak Marian ter Haar met enkele betrokkenen bij de hockeyclub:
Marcel De la Haye is aspirant bestuurslid van HC Feijenoord. Hij is trots op hoe HC Feijenoord in staat is jongeren aan zich te binden. Jongeren met drugsverslaving of jongeren die onderwijs mijden als de pest vinden er toch een plek. “Bij onze hockeyclub focussen we op meisjes, maar streven we naar een fifty fifty-bezetting. Bij meisjes steken we positief in: we bieden hen kennismaking met de voordelen van een sportvereniging.”
Paul Veldhuijzen is oprichter en verenigingsmanager van HC Feijenoord: “De vereniging is in 2010 opgezet met het oog op sporten en om een flinke bijdrage te leveren aan oplossing van Rotterdamse maatschappelijke problemen. Via sport, door een gezamenlijke passie, kun je mensen makkelijker met elkaar verbinden.” Bij hem staat openheid hoog in het vaandel: het maakt niet uit waar je vandaan komt, iedereen is de moeite waard en heeft iets bij te dragen. Zijn ideaal is alle kinderen in de wijk Feijenoord te laten hockeyen. Bekijk Paul in actie op EenVandaag.
Stefan de Haas liep stage bij de club in de eerste jaren. Ik ontmoet hem bij de afsluiting van het seizoen bij het familiehockeytoernooi. Jongens en meisjes begroeten hem met een boks of high five, ze zijn blij om hem te zien. Als ik hem vraag waarom hij er is, zegt hij dat hij hier iets heel bijzonders heeft gevonden. Hij trainde alle teams van de club achter elkaar op de woensdagen. Het verschil met zijn eigen club in Delft, waar hij van kinds af aan hockeyde, is erg groot. Door de ervaringen bij Feijenoord heeft hij geleerd dat wat hij zo vanzelfsprekend vond van huis uit, lang niet voor iedereen zo is. Hij voelt zich hier erg op zijn plek, juist vanwege de verschillen en wat mensen voor elkaar over hebben. Iedere mens telt, dat spreekt hem aan.
Clubs toerusten voor maatschappelijke rol
Tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat heel veel mensen met een heel verschillende achtergrond iets heel moois neer kunnen zetten. Daar kunnen het bedrijfsleven en de gemeentelijke diensten een voorbeeld aan nemen, vind je niet? Daarin is zo’n sportplusontwikkeling toch heel positief? “Om je eigen mensen in de club toe te rusten op de maatschappelijke taak die we op ons nemen, heb je een pedagoog als Marianne Dekker echt nodig; dat is geen luxe gezien de effectiviteit en daarmee de maatschappelijke baten. Als clubs aangemoedigd worden meer te gaan betekenen in hun omgeving, dan is het van belang dat je de clubs daarvoor toerust. Ik denk dat het aanbieden van ondersteuning van buiten de clubs, zoals vanuit Sportsupport, daarvoor niet altijd volstaat. Voor de mooie dingen die wij in onze club zien gebeuren, en waar zoveel mensen, in de gemeente en bij onze sponsors, juist zo enthousiast over zijn, hebben wij gewoon een gemotiveerde professional nodig. Dat geldt in ieder geval voor onze club in opbouw, in het prachtige, maar uitdagende Zuid.”
Meer weten over deze wijk? Lees het interview uit de Volkskrant met stadsgeograaf Anouk Tersteeg.
Dit was de laatste aflevering van het feuilleton over de Hockeyclub Feijenoord. Heb je ook een onderwerp of ontwikkeling die je uitgediept zou willen zien? Meld het gerust bij Marian ter Haar.