Spring naar content

Feuilleton Hockeyclub Feijenoord deel 3: hockey als volkssport

Hockeyclub Feijenoord bestaat vijf jaar: wat startte met één enthousiasteling die met kinderen op pleintjes ging hockeyen, is anno 2016 een echte hockeyclub met eigen tenue en een bescheiden accommodatie. HC Feijenoord ligt in de wijk Feijenoord naast de Afrikaanderwijk: twee wijken met kwetsbare bewoners in Rotterdam. De club grenst aan Katendrecht en de Kop van Zuid: wijken met hoogopgeleide tweeverdieners. Dit alles komt samen om te sporten op de club.

Lees ook de andere interviews die in dit feuilleton HC Feijenoord verschenen:

Wat HC Feijenoord én de geplande verhuizing naar Sportcampus IJsselmonde (de wens van de gemeente Rotterdam) betekenen voor de club, de gemeenschap, de sporters, de buurt en de gemeente Rotterdam staat centraal in een vijfdelig feuilleton van Sanne Scholten en Marian ter Haar. In deel 3 van het feuilleton spreekt Marian met Okach Bouchtaoui. Okach werkt als gebiedsmanager, tegenwoordig heet het wijkmanager, in de wijk Feijenoord in Rotterdam voor de bestuursdienst.

Okach vertelt hoe hij op 29 oktober 2014 na een dagje werken richting Feijenoord fietste om de officiële opening van het sportcomplex van de hockeyclub bij te wonen. Het regende en het was al donker die avond in 2014. Zijn verwachtingen waren niet groot, eigenlijk dacht hij: daar komt geen kip. Hij had het idee dat hij snel naar huis kon. Maar dat pakte anders uit: het geluid van enthousiaste kinderen nam toe naarmate hij dichterbij kwam en ja, er was een grote groep van kinderen, vaders en moeders die in de stromende regen aan het hockeyen waren. “Het was een hartstikke kleurrijke en levendige gebeurtenis. Wat daar gebeurt is echt uniek”, besluit Okach ferm.

Voorbij het vooroordeel

“Een sport als hockey is, lekker gechargeerd, een sport van blanke kids en hoogopgeleide ouders: dat is het vooroordeel. Maar het is op HC Feijenoord een beetje als Noah die in de woestijn een boot aan het bouwen is, je gelooft je ogen niet”, schetst Okach. Hij prijst het idee van Paul Veldhuijzen, die een visie had en heeft doorgezet. “Je ziet Turkse, Marokkaanse, Ghanese, Eritrese en Nederlandse mensen intensief samen hockeyen. Dat is hartstikke mooi! Het is jammer dat de club naar een andere – weliswaar prachtige – locatie gaat: naar Varkenoord in IJsselmonde. Dat vind ik niet zo’n goed plan. We hebben als wijk een wijkactieplan moeten maken waarin we uitspraken doen over wat we belangrijk vinden voor de wijk en één van de dingen die prioriteit hebben is voor mij het behoud van de hockeyclub. Prima, die verhuizing, maar wees je ervan bewust dat je die 400 kinderen die hier gebruik van maken mogelijk kwijt gaat raken.”

Alternatieven in de eigen wijk

“Het moet je als gemeente ook wat waard zijn dat je deze kinderen aan het sporten hebt gekregen en dat wil je wel behouden.”

“De gemeente redeneert dat die kinderen wel een stukje kunnen fietsen naar de nieuwe locatie. Maar zo simpel is het niet. De kinderen zijn gaan hockeyen omdat het een leuke club is en vooral omdat die dicht bij huis is. De gezellige sfeer verplaats je niet zomaar naar een andere plek. Ik denk dat die hockeyclub in IJsselmonde wel gaat gedijen, dat wordt gewoon een grote club aangevuld met sporters uit IJsselmonde. De kinderen die hier hockeyen zullen voor het overgrote deel die overstap niet maken en daar maak ik me wel zorgen over. Ik probeer de gemeente en mijn collega’s van stadsontwikkeling warm te maken voor alternatieven in de eigen wijk, zoals een satelliethockeyclub. Daar kunnen de kinderen dicht bij huis kennismaken met hockey. Kinderen die vervolgens iets meer willen en verder willen met hockey, die vinden hun weg naar Varkenoord wel. Het moet je als gemeente ook wat waard zijn dat je deze kinderen aan het sporten hebt gekregen en dat wil je wel behouden.”

Fietsen stimuleren

“Wat de overgang van kinderen naar de nieuwe locatie makkelijker zou maken, is aandacht voor fietsen. De meeste kinderen uit deze buurt fietsen niet. Vorig jaar sprak ik een school uit de buurt die fietsend naar Rockanje op schoolreisje ging. Maar toen kwam de aap uit de mouw: de meeste kinderen kunnen helemaal niet fietsen. De kinderen zijn het fietsen niet gewend en de betrokken ouders ook al niet. Je zou goed vervoer kunnen regelen, een busje voor de eerste twee jaar. Dat gaat op een gegeven moment wel over. Dan is het niet meer nodig, dan is de brug gelegd.”

Schaarse ruimte goed benutten

“Er zijn bijzonder weinig sportverenigingen in de wijk Feijenoord, maar er is wel wat in de buitenruimte. Cruyff Courts, speeltuinen, dat zit wel goed. Maar geen verenigingen. Voor voetballen zit er op Charlois best wel veel, maar hier niet. Het is een kwestie van gebrek aan ruimte. Dat maakt het succes van deze hockeyclub zo mooi. Ik geloof niet dat het concentreren van alle sportaanbod op één locatie in IJsselmonde de enige oplossing is voor het gebrek aan ruimte in de wijk hier. Nu heb je het goedkoop voor elkaar om 400 kinderen uit deze wijk te laten sporten, daar zal de wethouder maatschappelijke ontwikkeling ook blij mee zijn. Als de nieuwe locatie er komt, moeten we op zijn minst een alternatief bieden aan de kinderen die noodgedwongen achterblijven. Zij moeten niet tussen wal en schip vallen en stoppen met sporten en bewegen. Ik vind het een uitdaging om te kijken of de groene ruimte die er her en der nog is in deze wijk beter benut kan worden voor sport in de wijk.”

Jongens en meisjes

“Het mooie is dat jongens en meisjes samen hockeyen op deze club. Echt samen, door mensen van alle rangen en standen wordt er gespeeld op die locatie. Kinderen uit de rijkere delen van de Kop van Zuid, maar ook armere kinderen uit de wijk Feijenoord, de Afrikaanderwijk; dat ontmoet elkaar wel op HC Feijenoord. En over het algemeen is er voor meisjes niet zoveel te doen in de buitenruimte. Jongens veroveren de plekken wel met voetbal of rondhangen, maar voor meisjes is dat een ander verhaal, die zie je dat veel minder doen. En dit is een mooie buitenlocatie waar meisjes ook gebruik van maken, dat vind ik wel een extra iets. Net als de betrokkenheid van ouders: allerlei verschillende etnische groepen doen mee en de ouders staan langs de lijn en helpen mee in de club. Bij voetbal zie je ook steeds meer dat het etnisch geregeld is: dat er Turkse clubs en Marokkaanse clubs zijn en dat andere weer heel blank zijn. Maar nu hockey: in essentie is het een elitaire sport, maar door dit initiatief op deze locatie is het een volkssport geworden!”