Hbo-sportonderzoek moet meer van zich laten horen
De brug slaan tussen wetenschap, onderwijs en (sport)praktijk: daar zit de meerwaarde van het hbo-sportonderzoek. Maar onbekend maakt onbemind, dus dat was dé aanleiding voor de start van het Lectorenplatform Sport en Bewegen twee jaar geleden. “Het belang van sportonderzoek is groot, om te onderbouwen wat de positieve effecten van sport en bewegen zijn voor de hele samenleving”, zegt Tweede Kamerlid Michiel van Nispen.
In hoeverre is dit al gelukt? We maken de balans op met Steven Vos (Fontys), Cees Vervoorn (Hogeschool van Amsterdam), Remo Mombarg (Hanzehogeschool), Ivo van Hilvoorde (Windesheim), Sanne de Vries (Haagse Hogeschool), Dennis Arts (Fontys), Eras Draaijer (Regieorgaan SIA) en Robert Gelinck (Kenniscentrum Sport).
Wat is het lectorenplatform Sport en Bewegen?
Lectoren van acht hogescholen met sport in de opleiding participeren in dit platform om de positie van het hbo-sportonderzoek te versterken. Een lector verricht praktijkgericht onderzoek aan een hogeschool, samen met een eigen kenniskring. Ze ontwikkelen nieuwe kennis, dragen bij aan de beroepspraktijk én aan het verbeteren van het onderwijs. Regieorgaan SIA zet zich in voor meer en nog beter praktijkgericht onderzoek door hogescholen. De afgelopen twee jaar heeft SIA het lectorenplatform een subsidie gegeven, die eind 2018 afliep.
Het lectorenplatform Sport en Bewegen is in 2016 opgericht door het Hogescholen Sport Overleg en Kenniscentrum Sport. Het had meerdere doelen: het praktijkgericht hbo-onderzoek bevorderen, connectie met universiteiten maken, sportonderzoek agenderen in het werkveld, thema’s ophalen en deze onderbrengen in onderzoeksprogramma’s. Wat is daarvan gerealiseerd en wat staat nog op de agenda?
Wat heeft het lectorenplatform na twee jaar opgeleverd?
Steven Vos, lector aan de Fontys Sporthogeschool en voorzitter van het platform, is positief over de bereikte positie van het hbo-sportonderzoek: Wij werken nu op volle kracht en overleggen met alle lectoren in het lectorenplatform. We hebben een agenda op basis van thema’s en hebben en eigenstandige positie naast het wo. We moeten alleen nog meer langetermijnvisies formuleren. De toekomst van sportonderzoek is gebaat bij een ruime invulling met sport en bewegen, andere disciplines komen erbij”.
Sanne de Vries, lector aan de Haagse Hogeschool, onderschrijft dat: “We weten elkaar nog beter te vinden, met name bij gezamenlijke subsidieaanvragen. We kunnen nog wel beter onze krachten bundelen richting de politiek en met één stem spreken.”
Robert Gelinck, als adviseur van Kenniscentrum Sport betrokken bij het lectorenplatform: “Er is veel bereikt in vrij korte tijd. Het lectorenplatform heeft een gelijkwaardige relatie met universiteiten opgebouwd. Het heeft de dialoog met het ministerie van VWS en ZonMw over onderzoeksprogramma’s op gang gebracht. Het betrekken van lectoren uit aanpalende sectoren blijft alleen lastig. Het kan helpen om de diverse – door SIA gefinancierde – lectorenplatforms op thema aan elkaar te verbinden.”
Deelnemende lectoren aan het lectorenplatform vinden het zinvol om het platform te continueren. Belangrijke rollen en taken die het platform nu volgens hen heeft zijn:
- vertegenwoordiging van het sportonderzoek naar diverse stakeholders (VWS, universiteiten en meer);
- visie- en strategieontwikkeling van praktijkgericht sportonderzoek;
- zichtbaarheid van praktijkgericht onderzoek en de daarbij betrokken lectoren en lectoraten vergroten;
- agendasetting vanuit het werkveld naar financiers, maar ook naar politiek en onderwijs.
Laatste slag naar excellentie maken
Op 8 november 2018 is de Dag van het Sportonderzoek gehouden in Den Haag: een mooie gelegenheid de mening van onderzoekers zelf te peilen.
Cees Vervoorn, lector topsport en onderwijs Hogeschool van Amsterdam, vindt vooral de samenwerking met de universiteiten verbeterd: “We beconcurreren elkaar niet, maar hebben een gezamenlijke focus bijvoorbeeld op subsidiëring. We hebben het besef dat we het met elkaar moeten doen en niet apart. Net als universiteiten, zouden we vanuit hbo-sportonderzoek vanzelfsprekend moeten zijn en ondersteund moeten worden. Universiteiten hebben weliswaar een langere traditie, maar we zijn enorm aan het groeien en versnellen. Hbo-sportonderzoek is eraan toe om een laatste slag naar excellentie te maken.”
Wat kan beter in sportonderzoek?
Toch is er nog land te winnen. Sportonderzoekers vinden nog tal van uitdagingen voor de toekomst. Ivo van Hilvoorde, lector Bewegen, School en Sport Hogeschool Windesheim: “Onderzoek is nog maar een deelgebied in het hbo. De scepsis bij docenten is al wat verdwenen maar er is nog geen volledige betrokkenheid, het nut is nog niet altijd doorgedrongen. Je kunt dat zelf ook bevorderen door onderzoek te laten zien en studenten daarmee kennis te laten maken. Beter integreren van onderzoek in de opleidingen is mogelijk en noodzakelijk. ”
Dennis Arts, onderzoeker bij het lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool: “We hebben, naast sport en bewegen, andere disciplines nodig om veel meer vanuit gebruikersdoelen beweegapps te kunnen vormgeven. Draagbare technologie zoals apps worden nog teveel vanuit designersperspectief ontwikkeld. We missen nog altijd multidisciplinaire inzichten in wat nodig is om het voor de gebruiker beter te maken. Lang niet altijd is er bijvoorbeeld behoefte aan feedback vanuit een app op specifiek beweeggedrag. Een gebruiker kan bijvoorbeeld ook behoefte hebben aan tips over voeding.”
Remo Mombarg; lector bewegingsonderwijs en jeugdsport Hanzehogeschool, weet waarin toegepast onderzoek zich kan onderscheiden: “Het gaat bij ons niet om grootschalig onderzoek, maar wij willen uitzoeken: wat werkt, in welke situatie, voor welke leeftijdsgroep. We moeten bijvoorbeeld scherper worden over welk aanbod past bij welk kind. Kijk dus op basisscholen met kinderen zelf: wat werkt, wat heb jij als leerling nodig?”
(Hoe) gaat het lectorenplatform Sport en Bewegen verder?
Eras Draaijers, programmamanager bij het Regieorgaan SIA is direct betrokken bij besluitvorming over de volgende subsidiefase van het lectorenplatform. Hij geeft aan dat het lectorenplatform Sport en Beweging goede stappen heeft gezet, zeker ook in vergelijking tot de andere twintig lectorenplatforms, waarvan een deel minder ver is gekomen in bijvoorbeeld netwerkontwikkeling: “Lectoren in sportonderzoek hebben een precedent gezet met hun platformoverleg, wat ironisch genoeg een voorbeeld is geweest voor het zogeheten Watertorenoverleg, dat pas later is gestart op initiatief van universitaire wetenschappers. In de toekomst hoop ik dat zowel hbo-ers als wo-ers elkaar in consortia zullen vinden, dat iedereen dan in de startblokken staat. We hebben nu goede basis: richt je op maatschappelijke uitdagingen en samenwerking uitbreiden naar de rest van de kennisketen.”
Gaat de financiering van de platforms vervallen? Draaijers haalt een tipje van de sluier weg: “We zijn bezig met een nieuwe platformregeling, hoe die eruit komt te zien weten we nog niet, maar we zullen de lat de komende tijd in ieder geval wel wat hoger leggen”.
Advies uit de Tweede Kamer: laat je horen
Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP-woordvoerder sport) brengt in het filmpje duidelijk onder woorden waar het sportonderzoek het verschil mee kan maken, bij het oplossen van maatschappelijke problemen: “In de Tweede Kamer, maar overal in de samenleving, hebben we behoefte aan een antwoord op de vraag: wat werkt wel en wat werkt niet? En hoe komen we daar?”
En een belangrijk advies aan de lectoren en onderzoekers in het hbo: “Breng wat je doet, nog meer onder de aandacht, want het dringt nu nog niet altijd door tot de Tweede Kamer en andere lagen van de samenleving. Laat dus van je horen.“
Mooie voorbeelden van hbo-sportonderzoek
In 2017 heeft het lectorenplatform Sport en Beweging een eenmalig magazine Uitgelicht uitgebracht: bekijk de negen praktijkvoorbeelden hier. Hieronder vind je een aantal onderzoeken van diverse lectoren:
- Bewegingsniveau herkend, oog voor excellentie – Johan Pion, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
- Wheelchair exercise and lifestyle studie (WHEELS) – Marije Deutekom, Inholland / Hogeschool van Amsterdam
- Smart Sports Exercises: Sports training and education using in-play feedback and digital-physical exercises on a next-generation interactive floor – Ivo van Hilvoorde, Windesheim
- Kids First, naar een pedagogisch sportklimaat – Youtube filmpje – Nicolette Schipper-van Veldhoven, Windesheim
- Voor iedereen een app! – Steven Vos, Fontys Sporthogeschool
- Zelfregulatie in het VMBO – Goalkeeper – Remo Mombarg, Hanzehogeschool Groningen
En hier een overzicht van ZonMw: Sportonderzoek in beeld.
Meer lezen?
Physical Literacy is een onderwerp waaraan meerdere lectoren werken vanuit het lectorenplatform Sport en Bewegen, samen met Kenniscentrum Sport. Physical Literacy is volgens de theorie ‘een geheel van samenhangende elementen waarmee een individu bewust en verantwoord kan deelnemen aan bewegingsactiviteiten’. Die elementen zijn: competentie, motivatie, vertrouwen en kennis. Hierover is het artikel ‘Wat kan het onderwijs met Physical Literacy?’ verschenen.