Hoe kan school kinderen en hun ouders in armoede helpen met sport en bewegen?
Eén op de twaalf kinderen groeit op in armoede, dat zijn gemiddeld twee leerlingen per klas. Deze leerlingen hebben vaak minder kansen en worden thuis over het algemeen minder geprikkeld om hun talenten te ontdekken. Ook op sport- en beweeggebied. Terwijl sport en bewegen veel voor ze kan betekenen: gezondheidsvoordelen, een hoger welbevinden en nog veel meer. School kan een belangrijke rol spelen om leerlingen kansen te geven om mee te doen aan sport en bewegen. In dit artikel vind je hierover achtergrondinformatie, tips en praktijkvoorbeelden.
Verschillen in sport- en beweegdeelname
Kinderen en jongeren uit gezinnen die moeite hebben om financieel rond te komen, zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan leeftijdsgenoten uit gezinnen met een hoger inkomen. Jongeren (12 tot 18 jaar) uit lage inkomensgezinnen bewegen ook minder dan welvarende leeftijdsgenoten. Bij kinderen (4 tot 11 jaar) is dat verschil er niet; zij spelen gemiddeld iets vaker buiten dan leeftijdsgenoten en wandelen en fietsen vaker. Sport en bewegen kan juist voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen veel positieve effecten hebben. Zoals gezondheidsvoordelen, beter presteren op school, maar ook meer zelfvertrouwen en sociale contacten.
Lees in deze infographics meer over de verschillen in sport- en beweegdeelname tussen kinderen van hoge en lage inkomens.
Signaalfunctie school
School kan een veilige en stimulerende omgeving zijn voor leerlingen, waarbij welbevinden en veiligheid belangrijke voorwaarden zijn. Op school worden kinderen gezien en krijgen ze de ondersteuning en stimulans die ze nodig hebben. Een kind dat zelfvertrouwen heeft, goed in zijn vel zit en met plezier naar school gaat, zal zich beter ontwikkelen. Hierbij hoort ook het mee (kunnen) doen aan sport- en beweegactiviteiten. Vooral voor kinderen die opgroeien in armoede is dit belangrijk. Scholen hebben een belangrijke, signalerende functie in het herkennen van armoede en in het signaleren van leerlingen die niet mee (kunnen) doen met sport- en beweegactiviteiten.
Belemmeringen om te sporten of bewegen
Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen ervaren meer beperkingen om te (gaan) sporten of bewegen dan leeftijdsgenoten uit meer welvarende gezinnen. Dit gaat verder dan betalen voor een lidmaatschap of de activiteit. Als school is het belangrijk om deze belemmeringen te kennen, zodat je ouders en kinderen hierin kunt ondersteunen.
Naast kosten voor een lidmaatschap zijn er ook andere belemmeringen:
- Te weinig geld of prioriteit voor sportkleding of -attributen.
- Geen fiets of auto of geen geld voor het openbaar vervoer.
- Geen tijd om naar de sportactiviteit te gaan of kinderen er naartoe te brengen.
- Geen auto, geen geld of tijd om te rijden naar uitwedstrijden.
- Er wordt vaak niet gesproken over de wens om te gaan sporten en bewegen. Kinderen beseffen dat sport geld kost en willen hun ouders geen extra stress geven.
- Niet mogen of willen buitenspelen of buiten sporten in de wijk. In lage SES-wijken ervaren ouders vaak meer onveiligheid op straat, waardoor deze kinderen minder vaak buiten bewegen en minder gebruik maken van sport- en speelvoorzieningen.
- Geen rolmodel hebben die sport en/of beweegt. Ouders die in armoede leven hebben vaak onvoldoende ervaring met de ‘verenigingscultuur’ en sporten vaker zelf niet. Zij stimuleren daardoor ook minder snel hun kinderen om te gaan sporten of bewegen.
- Er wordt doorgaans door gezinnen in armoede een minder goede (psychische) gezondheid ervaren. Vaak hebben deze kinderen ook een minder goede motoriek.
Lees meer over waarom kinderen die in armoede opgroeien minder vaak deelnemen aan sport en bewegen in de whitepaper ‘Jeugd die arm opgroeit’ van Kenniscentrum Sport & Bewegen. Hierin lees je ook hoe je met deze belemmering om kunt gaan.
Tips: wat kun je als school doen?
- Als een leerling aangeeft op een sport te willen, maar zegt dat dat niet mogelijk is, kun je op een rustig moment (bijvoorbeeld tijdens een oudergesprek) het gesprek met de ouders aangaan en de mogelijkheden bespreken. Hierbij kun je gebruik maken van de Argumentenkaartjes van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
- In gemeenten zijn er verschillende fondsen die mensen in armoede ondersteunen, ook voor sport en bewegen. Zorg dat er op school altijd iemand is die op de hoogte is van deze mogelijkheden. Diegene kan ouders informeren en helpen de weg naar de regelingen te vinden. Ouders kunnen via Sam& voor alle kinderen zien of zij in aanmerking komen voor een regeling. Ook kun je als intermediair van het Jeugdfonds Sport & Cultuur een regeling aanvragen voor de ouders. Bekijk welke financiële regelingen er nog meer zijn.
- Krijg inzicht in welke kinderen wel of niet sporten met een vragenlijst. Bij kinderen die onvoldoende bewegen en/of niet sporten kun je doorvragen: welke oorzaken zijn er?
- Probeer zoveel mogelijk beweging in de schooldag te brengen. Denk aan energizers tijdens de les, bewegend leren, veel buitenspelen en beweegvriendelijke schoolpleinen. Lees meer over energizers en bewegend leren.
- Er zijn verschillende erkende sport- en beweeginterventies die je op school kunt inzetten om alle kinderen meer te laten bewegen. Via de interventiedatabase van Kenniscentrum Sport & Bewegen kun je vinden welke geschikt zijn voor op school. Met bijvoorbeeld The Daily Mile bewegen kinderen een aantal dagen in de week, voordat de schooldag begint. Met Het Bewegend Kind zorg je ervoor dat alle kinderen minstens vier dagen per week 20 tot 30 minuten bewegen.
- Kinderen zijn gebaat bij sport- en beweegaanbod dichtbij. Je kunt als school externe partners inschakelen om kennismakingslessen of structureel naschoolse activiteiten te organiseren, bijvoorbeeld met de gemeente of sport-, culturele en welzijnsorganisaties. Zo zorg je voor een extra stimulerende leeromgeving. Vooral voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen vraagt het extra aandacht om hen door te laten stromen naar regulier aanbod.
In de handreiking ‘Omgaan met armoede op scholen’ vind je voorbeelden van flyers die je aan ouders kunt meegeven. Deze zijn speciaal gericht op financiële hulp en ondersteuning op school en daaraan rakende zaken.
Ouders met problemen, schaamte en laaggeletterdheid
Houd er rekening mee dat de thuissituatie vaak niet stimulerend is voor sportdeelname. Ouders hebben andere, grotere problemen. Ze voelen vaak schaamte om gebruik te maken van financiële mogelijkheden. Ook kennen ze de procedure om het aan te vragen vaak niet. Ook kan er sprake zijn van laaggeletterdheid onder ouders, wat het aanvragen van regelingen moeilijker maakt.
Twee praktijkvoorbeelden
Brugfunctionarissen in Groningen
Op verschillende scholen in Groningen is een brugfunctionaris aangesteld. Dit zijn vaak leerkrachten in dienst van school, maar die betaald worden door de gemeente. Ze ondersteunen gezinnen die in armoede leven op allerlei levensdomeinen, waaronder meedoen door sport en bewegen. Ze vertellen ouders over vergoedingen, als het nodig is helpen ze met de aanvraag en ze wijzen gezinnen op gratis naschools aanbod en faciliteiten in de wijk. Dat is erg belangrijk, want zoals een van de brugfunctionarissen aangeeft: “als een kind dat arm opgroeit lid wordt van een sportclub, is dat zoveel meer dan ‘dat uurtje sporten’. Zo’n kind wordt lid van een nieuwe community en komt in aanraking met andere kinderen, andere ouders, trainers…”. Lees meer over Brugfunctionarissen in Groningen.
De Hockey Foundation
De Hockey Foundation zet zich in voor kinderen uit lage inkomensgezinnen. De start is altijd op school, met een proefles. Dat is voor de kinderen een vertrouwde omgeving, waar ze de regels al kennen. Na afloop van de proefles worden de kinderen uitgenodigd om (gratis) nog een aantal lessen te volgen. Deze vijf tot acht lessen worden ook via school georganiseerd, direct na schooltijd. Dat is de meest laagdrempelige manier om de kinderen enthousiast te krijgen, in hun vertrouwde omgeving, zonder direct vast te zitten aan een lidmaatschap. Tijdens de lessen worden ze voorbereid op de verenigingscultuur, zodat de stap naar lidmaatschap zo klein mogelijk wordt. De laatste training op school is een ‘feesttraining’ waarbij de ouders ook welkom zijn. Ouders krijgen na afloop een inschrijfformulier mee en informatie over regelingen (zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur en de stadspas). Lees meer artikel kun je meer lezen over het initiatief van de Hockey Foundation.
Meer lezen?
- Bekijk de whitepaper Jeugd die arm opgroeit van Kenniscentrum Sport & Bewegen. De whitepaper gaat in op redenen waarom deze jeugd minder vaak deelneemt aan sport- en beweegactiviteiten en hoe je deze kinderen en jongeren toch kunt bereiken en kunt laten ‘meedoen’ aan en door sport- en beweegactiviteiten.
- Het onderzoek Kan ik Meedoen? Sport en bewegen voor iedere jongere geeft inzicht in de beleving, behoeften en interesses naar sport en bewegen van jongeren van 12-18 jaar.
- Vind meer informatie over sport en bewegen op school bij Gezonde School.
- Lees wat de school kan beteken voor meer en vaardiger bewegen in en rondom school.