Spring naar content

In vier stappen naar ouderbetrokkenheid

Ouders betrekken bij sport en bewegen blijkt vaak een uitdaging. Hoe pak je dit succesvol aan als sport- en beweegprofessional ? Hoe bereid je je voor en hoe zorg je dat ouders betrokken blijven? Dit artikel gaat over de vier stappen naar ouderbetrokkenheid en geeft praktische tips per stap.

Stap 1: doel bepalen

Allereerst is het goed om jezelf af te vragen wat je doel is met ouderbetrokkenheid. Er zijn verschillende soorten doelen waarom je ouders wil betrekken, zoals het voorzien van informatie, opvoedondersteuning en ouderparticipatie.

Als informatievoorziening je doel is, dan is het informeren van ouders de insteek. Hierbij kun je denken aan een informatieavond voor ouders of het sturen van WhatsApp-berichtjes. Bij opvoedondersteuning wil je er bijvoorbeeld voor zorgen dat ouders in hun opvoeding aandacht hebben voor bewegen en thuis sporten en bewegen stimuleren. Dit kan door individuele begeleiding van ouders, het geven van tips of het leren van vaardigheden. Goede samenwerkingspartners hiervoor zijn het Centrum voor Jeugd en Gezin en de GGD. Als ouderparticipatie je doel is, dan wil je graag dat ouders een actieve rol spelen. Bijvoorbeeld door ouder-kind activiteiten of als ouders helpen bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten.

Nadat je het doel hebt bepaald kun je de volgende stappen naar ouderbetrokkenheid toepassen, gebaseerd op het transtheoretisch model.

Stap 2: ouders bereiken en vinden

Contact maken met ouders is de eerste stap naar het betrekken van ouders bij het beweeggedrag van hun kind. Weet je de ouders (nog) niet makkelijk te vinden? Kijk of je ze kunt vinden op plekken in de wijk waar ze al naartoe gaan óf werk samen met organisaties in de wijk die al in contact staan met ouders. Een aantal tips:

  • Ga naar plekken waar ouders vaak komen (buurthuis, consultatiebureau, winkelcentrum of moskee). Sommige scholen hebben speciale ouderochtenden.
  • Werk samen met anderen in de wijk. Denk aan welzijns-, zorg- of sportorganisaties. Vaak hebben zij al contacten met ouders en kunnen je hierbij helpen of ouders naar jou doorverwijzen. Ook sleutelfiguren kunnen helpen om ouders te bereiken. Dit kunnen ook andere ouders zijn, ‘via-via’ werkt vaak goed.
    Pas je aan de doelgroep aan. Kies een manier die bij de ouders past die je wil bereiken. Zet in op gezelligheid, plezier en (samen) doen.
    • Koppel een uitnodiging of contactmoment bijvoorbeeld aan een uitvoering of prestatie van het kind (denk aan een sportdag of toneelstuk).
    • Zorg voor een positieve uitstraling, soms is het goed om je boodschap door een andere organisatie over te laten brengen
  • Neem voldoende tijd om ouders te vinden en bereiken. Pro-actief werven kost meer tijd.

Stap 3: ouders bewustmaken

Als je ouders gevonden hebt, is het belangrijk om hen op een goede manier bewust te maken van het belang én de waarde van sport en bewegen voor hun kind en hun rol hierin. Het belangrijkste is aansluiten bij wat een ouder motiveert en belangrijk vindt. Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind, zet daarom het kind centraal. Bovendien is het slim om eerst uit te zoeken wat ouders belangrijk vinden, voordat je sport en bewegen benoemt. Ouders noemen dan bijvoorbeeld leerprestaties op school, plezier of voldoende slaap als belangrijke zaken. Je kunt hierop inhaken door te vertellen dat sport en bewegen hier ook aan bij kunnen dragen. Een aantal tips:

  • Sluit aan bij de drijfveren van ouders. Veel ouders vinden sport en bewegen niet direct belangrijk, maar andere dingen wel. Speel daarop in.
    • Onderbouw het belang van bewegen als je merkt dat een ouder hier behoefte aan heeft. Niet voor alle ouders is het vanzelfsprekend dat sport en bewegen een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind.
  • Maak ouders bewust van hun rol. Ze kunnen verwachtingen naar hun kind uitspreken, gewenst (beweeg)gedrag steunen of zelf het goede voorbeeld geven aan hun kind.
  • Bouw vertrouwen op. Oordeel niet direct en toon begrip voor weerstand bij ouders wanneer je het gesprek voert. Ouders willen zich ook gehoord voelen.
  • Neem de tijd. Dit onderdeel is heel belangrijk. Als ouders het belang niet inzien en zich niet bewust zijn van hun rol, is het heel lastig om hen betrokken te houden.

Wat drijft en motiveert ouders?

Spreek je ouders om een specifieke reden, bijvoorbeeld omdat hun kind overgewicht heeft? Let er dan op dat je dat thema niet te veel centraal stelt, maar eerst de ouders bewust maakt van het belang van bewegen. We gaan er vaak vanuit dat ouders de risico’s of problemen van hun kind herkennen, wat in de praktijk vaak niet het geval blijkt. Wijs je ouders hier rechtstreeks op, loop je het risico dat ze in de weerstand schieten en niet open staan voor jouw input. Bewustwording is hierbij een hele belangrijke stap.

Benieuwd hoe je erachter komt wat ouders belangrijk vinden? De korte e-learning ‘Typen ouders: in gesprek over sport en bewegen’ helpt je hierbij. Je leert wat verschillende drijfveren van ouders kunnen zijn, hoe je deze kunt herkennen en uitvragen en hoe je met hen het gesprek over sport en bewegen kunt aangaan.

Daarnaast kunnen deze Argumentenkaartjes je helpen bij het achterhalen wat ouders belangrijk vinden.

Stap 4: ouders ondersteunen

Als ouders zich bewust zijn van hun rol en het belang van sport en bewegen voor hun kind, is het belangrijk dat ze de stap maken van intentie naar daadwerkelijk gedrag. Sommige ouders kunnen hierbij hulp goed gebruiken. Soms vraagt dit namelijk om aanpassing van het eigen gedrag van ouders. Dit kan gaan om een aanpassing in hun ‘opvoedgedrag’, maar ook aanpassing in hun eigen sport- en beweeggedrag, om een voorbeeld voor hun kind te zijn. Dit kan heel simpel, door bijvoorbeeld de trap te nemen in plaats van de lift en op de fiets boodschappen te doen in plaats van met de auto. Een aantal tips voor het ondersteunen van ouders:

  • Laat ouders zelf hun doel bepalen. Wat willen zij voor hun kind? En wat vraagt dat voor verandering in hun eigen gedrag? Als ze hun eigen doel bepalen, zullen ze zich hier ook meer verantwoordelijk voor voelen.
  • Geef concrete (beweeg)tips. Geen algemene adviezen, maar concrete tips over hoe ze bijvoorbeeld meer beweging in hun dag kunnen brengen.
  • Blijf ook tussendoor contact houden met ouders en geef tussendoor complimenten. Dit zorgt ervoor dat zij hun gedrag langer volhouden.
    • Houd dit laagdrempelig. Bijvoorbeeld door een kort praatje te maken of een berichtje te sturen via WhatsApp. Een gesprek inplannen kan ook, maar voelt vaak formeler aan voor ouders.
  • Laat ouders ook onderling uitwisselen. Ze kunnen ervaringen en tips met elkaar delen.
  • Voorkom belemmeringen voor ouders om hun gedrag aan te passen. Wellicht kun je hiervoor ook samenwerken met andere organisaties in de wijk.

Ouders zonder ervaring met de Nederlandse sportcultuur

Ouders met een niet-Nederlandse achtergrond of ouders die zelf nooit hebben gesport, zijn niet altijd bekend met de Nederlandse sport- en verenigingscultuur. Als zij minder participeren komt dit vaak niet door desinteresse of onwil, maar door onbekendheid of onwetendheid over de vrijwillige inzet van ouders. Sommige ouders zien een sportvereniging of -aanbieder daardoor als organisatie of bedrijf. Zij betalen voor de diensten, brengen hun kinderen erheen en halen ze later weer op. Het is voor hen daardoor minder vanzelfsprekend om vrijwilligerswerk te doen of langs de lijn te staan.

Als je deze ouders enkel via informatie of een oproep wil bereiken, is dit vaak niet voldoende. Persoonlijk contact is juist belangrijk. Wees je hier bewust van en ga met de ouders het gesprek aan. Betrokkenheid creëren begint met het gesprek aangaan en de ouders vertellen hoe het reilen en zeilen van de vereniging of aanbod werkt (stap 3: bewustwording). Wanneer je dit uitgelegd hebt, kun je informeren of de ouders ook wat willen bijdragen of samen kijken naar wat er bij hen past. (stap 4: participatie).

Wil je aan de slag met ouderbetrokkenheid? Je vindt extra tips en handvatten in de tool Ouders erbij?! op de Kennisbank van Kenniscentrum Sport & Bewegen.