Spring naar content

Investeer in groen voor volwassenen

De meerwaarde van een groene leefomgeving wordt steeds duidelijker. Dat groen een positief effect heeft op onze gezondheid, dat groen ontstresst, groen uitnodigt tot bewegen en groen sociale contacten stimuleert, zijn (maar) enkele van de vele positieve effecten van groen. Wat zijn precies de effecten van een groene omgeving op het beweeggedrag van volwassen? En hoe kunnen we volwassenen door middel van meer groene ruimte stimuleren tot meer bewegen? Dit artikel is onderdeel van een serie over het belang van groen om specifieke groepen, zoals jeugd, volwassenen en ouderen, in beweging te krijgen.

Effecten van groen op sport en recreatie

Ouder en kinderen lopen in een park van plank naar plank
(Foto: Kenniscentrum Sport)
  • Grootschalig onderzoek in acht, voornamelijk Zuid- en Oost-Europese steden, wijst uit dat inwoners van de groenste buurten drie keer zoveel kans hebben om lichamelijk actief te zijn dan inwoners van buurten met het minste groen. De kans op overgewicht ligt in de groenste buurten ongeveer 40% lager [1].
  • Nederlandse stadsbewoners met een volkstuin voldoen vaker aan de beweegnorm (84%) dan hun buurtgenoten zonder volkstuin (62%) [1].
  • In het rapport ‘Blijven bewegen na de beweegkuur – de rol van groen in de woonomgeving’ [2], lezen we dat groen in de woonomgeving positief geassocieerd is met de op het eind van de BeweegKuur (een gecombineerde leefstijlinterventie- GLI) gerealiseerde beweegniveau volhouden.

Effecten van groen op ‘actief transport’

Buurtbewoners in groene wijken laten vaker de auto staan en kiezen voor ‘actief transport’; fietsend of lopend naar de plek van bestemming gaan.

  • Inwoners van Maastricht in de leeftijd van 20-59 jaar besteden meer tijd aan fietsen naar het werk naarmate er meer parken in een straal van 500 meter rond hun woning zijn [1].
  • Grotere dichtheid van wonen en functies (naar het werk/boodschappen/hobby’s) zorgt ervoor dat actief transport als lopen en fietsen aantrekkelijker wordt omdat afstanden korter zijn. Dat heeft tot gevolg dat mensen meer bewegen [3].

Effecten van groen op het (beweeg)gedrag van volwassenen

Welke gedragseffecten kunnen we koppelen aan groenvoorzieningen in de leefomgeving van volwassenen? Een aantal interessante studies op een rij:

  • Natuur in de woonomgeving heeft een positief effect op het aantal sociale contacten [4].
  • Het aanbod van stedelijk groen, zoals parken, is van waarde voor mensen om actief te zijn [5].
  • De toegankelijkheid van groene ruimten beïnvloedt namelijk niet alleen de kans op fysieke activiteit, maar ook de frequentie [5].
  • In Nederland is onderzoek gedaan naar het effect van en de ervaringen met ‘Biowalking’. Dat is een programma waarbij groepen diabetespatiënten met een verpleegkundige en natuurgids een wandeling maken in een natuurgebied. Hieruit blijkt dat tweederde van de deelnemers heeft ervaren dat de wandeling een positief effect heeft op de gezondheid [6].
  • Uit onderzoek onder joggers blijkt dat een groene omgeving vol prikkels afleidt van bijvoorbeeld vermoeidheid. De joggers houden het daardoor langer vol. Dat blijkt uit studies van onder andere de DSP-groep [7].
  • Ook zijn er voorzichtige en beperkte aanwijzingen dat werknemers op groene en/of recreatieve bedrijventerreinen vaker dan gemiddeld naar buiten gaan en bewegen [8].
  • Omwonenden van een bosgebied ten noorden van Glasgow in Schotland gingen tussen 2006 en 2009 meer bewegen nadat er maatregelen waren genomen om de kwaliteit en toegankelijkheid van het bosgebied te verbeteren. Dit terwijl een groep uit een ander district van Glasgow met een vergelijkbare, lage, sociaaleconomische status in dezelfde periode juist minder ging bewegen [9].

Ligging en bereikbaarheid van groen van invloed

Het Institute for Health and Care Research heeft onderzoek gedaan naar de Gezonde Wijk [10]. Hieruit blijkt dat de hoeveelheid groen niet het belangrijkste is voor de mate van recreëren, bijvoorbeeld door bewegen. Het gaat om hoe het ligt en hoe het bereikbaar is. Een centraal gelegen park dat duidelijk is afgebakend lijkt meer uit te nodigen dan bijvoorbeeld versnipperd groen in combinatie met een groter recreatiegebied tussen drukke verkeerswegen.

Een goed functionerend park heeft voor de lichamelijke activiteit van mensen een positievere invloed dan een eigen tuin of zogenoemd kijkgroen. Een eigen tuin kan wel vaak de lichamelijke activiteit van jonge kinderen en senioren stimuleren.

Verander je de omgeving, dan is dat nog niet voldoende om mensen in beweging te krijgen. Gezamenlijke activiteiten aanbieden stimuleert bewegen eveneens [11]. Net als zogenoemde groene corridors: aaneengesloten groene wandel- en fietspaden. Door de natuurlijke corridors te koppelen aan fiets- en wandelroutes wordt op meerdere fronten de gezondheid positief beïnvloed. Niet alleen is wandelen en fietsen langs het water met ruime oevers, langs hagen of houtwallen waarin vogels fluiten en bermen die vol bloemen staan veel prettiger dan wandelen en fietsen langs een drukke en onveilige weg. Beter nog is wandelen in groepsverband [11].

De optimale afstand is minder dan 0,5 km of 5 minuten looptijd. Gemak en toegankelijkheid is ook belangrijk, zoals de aanwezigheid van fietspaden en minimale obstructie (bijvoorbeeld, geen behoefte om drukke wegen over te steken).

Plein “Ramos de Azevedo” in San Paolo | Foto: Shutterstock

Inhoud geven aan groen en bewegen binnen lokaal beleid

Groene ruimtes zijn belangrijk voor de kwaliteit van leven en duurzaamheid in stedelijke gebieden. Maar vergroening loopt achter op stedelijke ontwikkeling, waardoor er in veel steden een gebrek ontstaat aan groene ruimtes.

Het promotieonderzoek van Carmen Aalbers (senior onderzoeker bij Wageningen Environmental Research) laat zien welke benaderingen ervoor kunnen zorgen dat vergroening meegenomen wordt in stedelijke ontwikkeling [12]. Een greep uit haar bevindingen en adviezen:

  • Zorg voor samenwerking tussen gemeenten die groen als basis voor stedelijke ontwikkeling zien, niet alleen als grond waarop je kunt bouwen.
  • Om tegemoet te komen aan lokale en individuele behoeften aan groen, is het advies om samenwerkingsafspraken te maken tussen burgers, bedrijfsleven en gemeenten.
  • Innovatie vraagt om een verandering van houding van alle partijen, niet alleen van gemeenten. Er is veel meer onderzoek nodig naar hoe sociaal-technische systemen, zoals huidige vervoerssystemen, al dan niet faciliteren dat mensen duurzame leefstijlen kunnen aannemen.

De nieuwe Omgevingswet heeft als belangrijke doelstelling ‘gezondheid’ en biedt daarom kansen om groene ruimte, beheer en sport & bewegen te verbinden. Het is dan ook belangrijk om gezondheid mee te nemen in de omgevingsvisies en -plannen.

Behoeften en functionaliteit

Uit het onderzoek ‘Waarde van stedelijk groen bij het bevorderen van gezond leven en welzijn: vooruitzichten voor de planning[5] komt naar voren dat het belangrijk is om de gezondheidsvoordelen te matchen met de behoeften van de gemeenschap en de functionaliteit die de stedelijke groene ruimte zal dienen.

Denk ook aan water, een mooie combi met groen

In het kader van de City Deal ‘Waarde van Groen en Blauw in de stad‘ heeft RIVM een rapportage ontwikkeld om deze maatschappelijke voordelen in beeld te brengen. Verwacht wordt dat de reeks modellen voor stedelijke ecosysteemdiensten zal worden uitgebreid met modellen voor recreatie en gebruikswaarde (bijvoorbeeld voor wandelen, fietsen en sport).

Beweeginterventies in het groen voor volwassenen

  • IVN Biowalking is een beweeginterventie voor mensen met chronische gezondheidsklachten en wordt begeleid door een zorgprofessional en natuurgids.
  • Laat je inspireren door voorbeelden in het artikel: ‘Zeven keer bewegen in het groen
  • Fitstap, door een wandelprogramma weer structureel bewegen.

Praktijkvoorbeelden en inspiratie

Lees meer over effecten van groen op bewegen

Bronnen

  1. Berg, A.E. van den (2013). Waarom wij natuur nodig hebben: factsheet natuur & gezondheid. Amsterdam: IVN: instituut voor natuureducatie en duurzaamheid.
  2. Vries, S. de, Langers, F., Meis, J.J.M., Berendsen, B.A.J., & Kremers, S.P.J. (2016). Blijven bewegen na de BeweegKuur: de rol van groen in de woonomgeving. Wageningen: Alterra Wageningen UR (University & Research centre).
  3. Engebretsen, Ø. (2005). Location and daily mobility, 45th Congress of the European Regional Science Association: “Land Use and Water Management in a Sustainable Network Society”, 23-27 August 2005, Amsterdam, The Netherlands, European Regional Science Association (ERSA), Louvain-la-Neuve.
  4. Blanken, H., Zon, R. van, Maas, J., & Verheij, R.A. (2009). Eindadvies natuur op recept: communicatiestrategie. Nijmegen: NovioConsult BV.
  5. Lee, A. C., Jordan, H. C., & Horsley, J. (2015). Value of urban green spaces in promoting healthy living and wellbeing: prospects for planning. Risk management and healthcare policy, 8, 131–137. doi:10.2147/RMHP.S61654
  6. Maas, J., & Ekkel, D. Biowalking: een evaluatie-onderzoek naar de ervaringen met en effecten van wandelingen in de natuur voor mensen met diabetes type 2.
  7. Duijvestijn, P., Eck, J. van, & Kuitert, K. (2010). Vooronderzoek ‘aanpak beweegvriendelijke omgeving’. Amsterdam: DSP-groep BV.
  8. Hendriksen, I.J.M., Middelkoop, M. van, Bervaes, J.C.A.M., & TNO (2003). Wandelen tijdens de lunch. Hoofddorp: TNO.
  9. Ward Thompson, C. & Aspinall, P. (2011). Natural environments and their impact on activity, health, and quality of Life. Applied Psychology: Health and Well‐Being. 3. (p. 230 – 260). 10.1111/j.1758-0854.2011.01053.x.
  10. Hertog, F.R.J. den, Bronkhorst, M., Moerman, M., & Wilgenburg, R. van (2006). De gezonde wijk: een onderzoek naar de relatie tussen fysieke wijkkenmerken en lichamelijke activiteit. Amsterdam: EMGO instituut.
  11. Vervoort, S., Bogaard, J. van den, & Walda, I. (2009). Rotterdam gezond groen gewoon doen!: een literatuurstudie naar de wetenschappelijke relatie tussen groen, gezondheid en milieu en aanbevelingen voor een gezond Rotterdams groenbeleid. Kennisalliantie ggd Rotterdam-Rijnmond en de dcmr Milieudienst Rijnmond.
  12. Aalbers, C.B.E.M. (2018). Governing and transition of greenspace in urban regions. Wageningen: Carmen B.E.M. Aalbers.