Kickboksen brengt Pandor Jeugdzorg makkelijker in gesprek met jongeren
Kickboksen om tot een gesprek te komen. Pandor Jeugdzorg in Breda ervaart dat het werkt. De organisatie kiest voor een eigen aanpak om in contact met de jongeren te komen en te werken aan hun weerbaarheid.
Jongeren in de jeugdzorg zitten daar niet voor niets. Een opeenstapeling van problemen maakt dat zij de grip op hun leven kwijtraken. Het gevolg is dat ze noodgedwongen veel hulpverleners zien en spreken. Professionals ervaren dat het soms lastig is om het gesprek te openen. Voor sommige jongeren is kickboksen een manier om dit gesprek te openen, zo ervaart Pandor Jeugdzorg in Breda.
Pandor Jeugdzorg
Pandor Jeugdzorg is in 2001 opgericht door de huidige directeur Peter Fluiter en biedt programma’s en ondersteuning aan voor jongeren en gezinnen. Pandor is onder andere gespecialiseerd in sportbegeleiding: werken aan weerbaarheid en begeleiding voor jongeren met bijvoorbeeld overgewicht, depressie of meerdere problemen. Door met ze te sporten – in dit geval kickboksen – opent Pandor het gesprek en werken de professionals met de jongeren aan hun veerkracht en doorzettingsvermogen.
Deze kickbokstrainingen worden gegeven door Mylia van Gastel. Zij heeft het CIOS doorlopen en vervolgens haar eigen sportschool FitDynamics opgericht. Peter: “Toen Mylia bij ons kwam werken als jeugdzorgwerker, hebben we al snel een concrete aanpak kunnen maken van iets wat eerder alleen nog een gedachte was: bewegen in de behandeling. Samen hadden we hetzelfde geloof in de kracht van bewegen. Zowel voor fysiek en mentaal als voor het op gang brengen van een gesprek.”
Mylia beaamt dat dit in de praktijk daadwerkelijk zijn vruchten afwerpt. “Je energie is anders wanneer je gesport hebt. Je komt dichterbij je emoties. Voor heel veel jongeren is het moeilijk om zich kwetsbaar op te stellen, zeker gezien de situatie waar ze in verkeren. Door met ze te kickboksen, kan ik dat gesprek makkelijker voeren. De kracht is dat dit niet geforceerd gaat en het gesprek laagdrempelig is.”
Focus op trainen
Peter en Mylia leggen uit dat de focus op individueel trainen ligt – gemiddeld twee keer in de week – en dat de gesprekken dan vanzelf op gang komen. “Ook doordat je een band opbouwt. Waar het kan, wordt over leefstijl in het algemeen gesproken: wat je het best kunt eten en dat drugs en drank niet matchen met de ingeslagen weg. We vertrouwen erop dat het gesprek vanzelf volgt en tot nu toe is dat ook meestal zo”, zegt Peter.
Deze aanpak is er niet eentje van veel praten. Peter: “In de ogen van de jongeren moeten zij al met allerlei hulpverleners praten.” De Pandor-aanpak is gericht op het organische proces tussen twee mensen, waarbij er een trainer-leerling-relatie is in plaats van een coach-hulpbehoevende-relatie uit de reguliere zorg. Dat maakt volgens Peter dat de jongeren die meedoen met deze trainingen graag blijven komen en er meer grip ontstaat op het trainen van weerbaarheid en veerkracht. Het samen sporten – in dit geval kickboksen – heeft volgens Peter tot gevolg dat de jongere meer zelfvertrouwen krijgt, zichzelf beter leert kennen en controle krijgt.
Mylia: “Vaak hebben ze geen zin om te zitten en praten. Ik zeg dan gewoon: ‘Kom, we gaan wat combinaties maken.’ Een paar slagen later staan we alsnog te praten. Mijn ervaring is dat dit soort aanpakken voor deze groep goed werkt omdat het praten gevoelsmatig van ondergeschikt belang is.”
Maatwerk
Nadat een jongere de intake bij de jeugdzorginstelling doet bij een gedragswetenschapper, wordt ingeschat op welke manier hij of zij het beste geholpen kan worden. In sommige gevallen lijkt sportschool FitDynamics daarvoor geschikt. Mylia: “Er is niet per se een label te plakken aan het profiel van die jongere. De ene heeft ADHD, de ander is agressief of depressief, weer een andere heeft anorexia of overgewicht. Meestal is het juist een combinatie van diverse problematieken. Daarom moet je altijd maatwerk leveren en is deze methode individueel gericht. Vervolgens proberen we gewoon hoe het bevalt, meestal kan ik er wel iets mee.”
Samen met de jongeren stellen de behandelaren doelen aan de hand van de Goal Attainment Score. Het is voor jongeren fijn om te kunnen toewerken naar doelen en geeft ze het zelfvertrouwen dat ze kunnen werken aan zichzelf. Voor de gemeente is het prettig om inzicht te hebben in hoe de jongere zich ontwikkelt aan de hand van deze – door de gemeente betaalde – aanpak.
Kickboksen in de zorg – niet onderbouwd
Peter en Mylia ervaren met hun aanpak vooral dat het kickboksen bijdraagt aan het in gesprek komen met de jongeren. Uit diverse studies blijkt dat het inzetten van vechtsporten niet altijd positieve effecten heeft[1]. Zoals bij veel aanpakken die zijn ontstaan vanuit enthousiasme, geloof en passie hangt het succes af van de situatie, de kwaliteit van de professionals, de manier van lesgeven en het sociale klimaat[2,3]. Vechtsporten zijn dus niet in alle situaties voor alle jongeren geschikt.
Lees ook: Vechtende jongeren: via kickboksen beter omgaan met obstakels in het dagelijks leven
Contact houden
Als de jongeren ‘klaar’ zijn bij Pandor – de ene doet er vier maanden over, de andere twee jaar – houdt Mylia persoonlijk contact met ze. “Sommigen zien kans om te bij ons te blijven kickboksen, maar een heleboel ook niet. Dat heeft verschillende oorzaken. Vervoer kan bijvoorbeeld een probleem zijn. Als ze uitbehandeld zijn bij Pandor is een kickboksschool bij hen om de hoek niet per se de oplossing, omdat het – naast van de jongere zelf – ook iets van die trainer vraagt. Buurtsportcoaches zouden een rol kunnen pakken in het vergemakkelijken van de overgang van zorg naar wijk. Dat vraagt wel specifieke gespreksvaardigheden en enige psychologische kennis. Ik denk dat dat nog wel een drempel is voor wijkwerkers.”
Een andere oorzaak van niet terugkomen, is dat de prioritering bij terugkomst thuis anders ligt. “Dus ze moeten weer werken of naar school. Sport voelt dan het minst urgent en valt af.”
Kansen in de wijk
Tot nu toe ontbreekt dus een ‘zachte landing’ in de wijk die het mogelijk maakt te blijven sporten. Wel is Pandor aangesloten bij het Sportakkoord in Breda. Zo zouden Peter en Mylia graag meer samenwerking willen met bijvoorbeeld leerplichtambtenaren, zodat jongeren niet alleen vanuit de jeugdzorg instromen, maar ook via een ‘preventieve’ route, waarmee in de ideale situatie wordt voorkomen dat ze überhaupt bij Pandor terechtkomen. Peter: “Het zou helpen als er wat meer ruimte wordt geboden, want dit soort aanpakken biedt goede kansen.”
Praktijkvoorbeeld: weer terug naar school
Peter: “We hebben een tijd terug een jongen begeleid die vanwege ernstige gedragsproblemen op school al een jaar thuis zat. Daar kwam hij laat uit bed en zat hij hele dagen te gamen. Zijn ouders konden door meerdere problemen ook het tij niet keren. Met veel pijn en moeite is hij bij ons op de dagbegeleiding komen praten en hebben we afgesproken dat hij een paar keer zou komen.”
“Op de dagbegeleiding was hij stil, maar in de sportschool praatte hij wel. Het bleek dat hij school niets aan vond, omdat hij er geen vrienden had, leraren hem niet zagen staan en hij vroeg of laat alleen maar gezeur kreeg. Dus bleef hij uiteindelijk maar gewoon thuis. Door het kickboksen heeft hij zijn zelfvertrouwen langzaam gevonden, deed hij ook mee aan andere programma’s op de dagbegeleiding en kreeg hij aansluiting bij de andere jongeren daar. Gedragsproblemen hebben we hier niet geconstateerd. Nu is hij terug naar school en het gaat hem goed af.”
Bronnen
- Trompetter, A., & Zoon, M. (2012). Sport als zorgtraject: een verkennende studie naar de effecten van sport in de geïndiceerde jeugdzorg. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
- Gubbels et al (2016), Martial arts participation and externalizing behavior in juveniles: A meta-analytic review
- Elling, A., & Wisse, E. (2010). Beloften van vechtsport. Nieuwegein: Arko Sports Media.