Spring naar content

Landelijk actieplan: Naar een veiliger sportklimaat

Sporten is leuk en gezond. Daarom zou het mooi zijn als zoveel mogelijk mensen met plezier sporten. Om dat voor elkaar te krijgen lanceerden het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), sportbonden, NOC*NSF en gemeenten in 2011 het actieplan ‘Naar een veiliger sportklimaat’. Het doel: sportplezier en gewenst gedrag stimuleren en ongewenst gedrag voorkomen en bestraffen voor een veilig sportklimaat.

Sportplezier

Iedere week staan miljoenen Nederlanders op en rond sportveld, baan of bad. Sport brengt mensen samen. Zorgt dat ze gezond blijven. Maar vooral dat ze plezier hebben. Meestal dan. Want soms gaat het mis. Een scheldpartij, wat duw- en trekwerk of een serieuze vechtpartij. Dat wil niemand. Sportplezier, daar gaat het om.

Uitvoering programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’

logo Samen naar een veiliger sportklimaat
Samen naar een veilig sportklimaat (Foto: Kenniscentrum Sport)

Het programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ (VSK) wordt uitgevoerd door de sportbonden en NOC*NSF (met KNVB, KNHB en NOC*NSF als voortrekkers) en heeft de steun van het ministerie van VWS, het ministerie van Veiligheid en Justitie, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de MOgroep.

Vijfenveertig sportbonden en hun aangesloten verenigingen geven uitvoering aan het VSK-programma. Zij leren hoe bestuurders, trainers, coaches, scheidsrechters, juryleden en ouders sportplezier en een veiliger sportklimaat kunnen stimuleren. Ook leren zij in te grijpen als het fout gaat.

NOC*NSF, KNVB en KNHB ondersteunen de overige sportbonden daarbij. Vanuit het actieplan worden opleidingen en trainingen aangeboden voor verenigingsbestuurders, trainers, coaches, scheidsrechters, officials en ouders. Alles op maat voor de verschillende doelgroepen, want iedereen draagt vanuit zijn of haar eigen rol bij aan het creëren van meer veiligheid in de sport.

Sleutelrol voor bestuurders

Bestuurders hebben een sleutelrol in het creëren van een veilig sportklimaat. Dat is geen gemakkelijke opgave. Om bestuurders te helpen een veilige vereniging te creëren zijn er verschillende workshops en producten ontwikkeld.

Trainers, coaches en begeleiders

Trainers, coaches en begeleiders hebben de opdracht om de sporttechnische vaardigheden van sporters te verbeteren. Minstens zo belangrijk is het werken aan de sociale en persoonlijke ontwikkeling van de kinderen en jeugdigen. Dat vraagt dus ook om opvoedkundige vaardigheden. De Academie voor Sportkader (ASK) biedt verschillende trajecten en bijscholingen aan trainers, coaches en begeleiders.

Scheidsrechters, officials en juryleden

Scheidsrechters, officials en juryleden zorgen net als bestuurders, trainers en coaches dat sporten leuk blijft en dat wedstrijden sportief verlopen. Omdat beslissingen ook wel eens tot kritiek, agressie en geweld leiden biedt de Academie voor Sportkader ook verschillende bijscholingen aan voor scheidsrechters, juryleden en officials.

Ouders

Ook ouders dragen bij aan het plezier dat kinderen ervaren tijdens het sporten. In het filmpje vraag Jochem van Gelder aan kinderen, waarom sporten zo leuk is en wat zij vinden van het gedrag van hun ouders.

Kinderen blijven alleen sporten als ze het leuk vinden. Gelukkig kunnen ouders daar zelf veel aan doen. Tv-Sportplezier geeft inzichten en tips voor ouders en verenigingen om het kind positief te ‘supporten’.

Op de website ‘Veilig Sportklimaat’ is nog meer informatie te vinden over hoe ouders kunnen bijdragen aan een veilig sportklimaat en hoe een vereniging daarin kan sturen.

Tuchtrecht en excessen

Bestuurders, trainers, coaches en scheidsrechters moeten weten hoe te handelen als het misgaat. Vanuit de VSK-deelprogramma’s uchtrecht en Excessen wordt gewerkt aan verschillende procedures en maatregelen om ze daarbij te ondersteunen.

VSK-monitor

Het Mulier Instituut rapporteert jaarlijks over de voortgang van het VSK-programma.

Doel van de ‘VSK-monitor’ is om vast te stellen:

  • welke voortgang met het VSK-programma wordt geboekt (lopen de onderdelen op koers, waar moet eventueel worden bijgestuurd);
  • hoeveel en welke groepen en organisaties met het programma worden bereikt, met welke programma-onderdelen;
  • wat daarvan de betekenis is in termen van gewenst en ongewenst gedrag en de veiligheid binnen het Nederlandse sportklimaat.

Om de betekenis van het programma vast te stellen wordt gekeken naar ontwikkelingen in de bevolking in het algemeen, en bij specifieke doelgroepen (scheidsrechters, sportbestuurders, trainers en coaches) en organisaties die wel en die niet bij het programma zijn betrokken.

Resultaten

Lees het volledige rapport Monitor Veilig Sportklimaat 2015.

Uit de monitor 2015 van het Mulier Instituut blijkt dat het actieplan de goede resultaten uit eerdere jaren heeft kunnen doorzetten. Dit blijkt onder andere uit de volgende feiten:

  • Het aantal verenigingen dat actief sportief gedrag bevordert, is bijna verdubbeld van 1.857 naar 3.561. Dit doen zij onder andere door het aanbieden van cursussen binnen de vereniging.
  • Het aantal aangevraagde Verklaringen Omtrent Gedrag in de sport is in het afgelopen jaar ruim verdubbeld van 10.251 naar 25.281.
  • Het aantal voetbalverenigingen met een vertrouwenspersoon steeg van 34% in 2013 naar 52% in 2015.
  • Het aantal excessen in het voetbal is het afgelopen seizoen 2014/2015 verder teruggelopen met 15% van 363 naar 319.
  • In het afgelopen jaar is het aantal scheidsrechters dat heeft deelgenomen aan de weerbaarheidstraining verdubbeld naar ruim 16.000.

De monitor Veilig Sportklimaat laat positieve resultaten zien als het gaat om het hebben van regelingen ten aanzien van ongewenst gedrag en het stimuleren van sportief gedrag. Toch vinden excessen en ongewenst gedrag nog steeds plaats.

Vervolg Actieplan “Naar een veiliger Sportklimaat”

Ondanks of dankzij de goede resultaten wordt het actieplan met twee jaar verlengd tot eind 2018. In deze periode wordt het actieplan verder verdiept met onder andere de volgende onderwerpen:

  • Een optimale benutting van de maatschappelijke waarde van sport; bijvoorbeeld de ketenaanpak, waarbij de sportvereniging meer in contact komt met onderwijs-, zorg- en jeugdinstellingen en de veiligheidshuizen.
  • Het landelijk toepassen van lokale initiatieven met potentie.
  • Beschikbaar maken van kennis over integriteit in de sport, waaronder een veilig sportklimaat door Kenniscentrum Sport.
  • Verspreiden van kennis uit het buitenland op dit thema, eveneens door Kenniscentrum Sport.

Lees meer over een veilig sportklimaat

Ed Degenkamp stelde in Sport Knowhow XL de volgende vraag aan Ramón Spaaij:

Wat kunnen wij in Nederland leren van ‘down under’ op het gebied van ‘Sport en Geweld’ en ‘Sport en Diversiteit’ op de Nederlandse (amateur)voetbalvelden. Waardoor ontstaat escalatie en wat kan de lokale overheid doen om te de-escaleren?

Lees het antwoord op de website van Sport Knowhow XL.