Spring naar content

Leidt bewegend leren tot beter presteren in het onderwijs?

De afgelopen jaren zien we een flinke toename in het aantal studies over fysieke activiteit en cognitie en fysieke activiteit en schoolprestaties. Maar hoe zit het nu echt met bewegend leren? Dit artikel zet de laatste stand van zaken op een rij.

Er is niet alleen veel animo voor bewegen en presteren vanuit de wetenschap, ook leerkrachten, beleidsmakers en media informeren regelmatig of er een verband is. Tijdens een mini-symposium op de Dag van het Sportonderzoek presenteerden onderzoekers van Amsterdam UMC, Maastricht University, Open Universiteit, UMC Groningen en de VU Amsterdam de laatste stand van zaken. Ook NRO, Hersenstichting en Kenniscentrum Sport werkten mee aan het mini-symposium mee.

Waar is wel en geen bewijs voor?

Uit een systematische review van Amika Singh en anderen op basis van 58 studies bij kinderen van 0-18 jaar bleek geen overtuigend bewijs voor een positief effect van beweegprogramma’s op cognitieve prestaties en algemene schoolprestaties. Wel zagen de onderzoekers bij kinderen een positieve uitschieter voor rekenen en wiskunde op scholen die langdurig en meerdere malen per week beweegprogramma’s aanboden. Het ging meestal om programma’s die 2 tot 3 jaar liepen en waarbij de kinderen tussen de 3 en 5 keer per week intensief bewogen.

Deze laatste conclusie is ook getrokken door het UMC Groningen. Zij voerden onder leiding van Esther Hartman een meta-analyse uit op basis van 31 kwalitatief goede studies naar de effecten van bewegen op cognitieve functies en schoolprestaties bij kinderen op de basisschool van 6-12 jaar.

Effecten van bewegen op cognitieve functies

Cognitieve functies is een verzamelterm voor aandacht en executieve functies. Dat zijn functies die actief denkprocessen reguleren en gedrag aansturen. Enkele voorbeelden zijn inhibitie (het onderdrukken van een reactie), werkgeheugen en planning. Cognitieve functies zijn essentieel voor het uitvoeren van schoolprestaties. De effecten van deze analyse zijn overwegend klein maar Hartman noemt ze relevant.

Zo kan acute fysieke activiteit – een eenmalige beweegsessie – effectief zijn voor het verbeteren van aandacht. En langdurige fysieke activiteiten van weken of maanden kunnen niet alleen effectief zijn voor het verbeteren van aandacht, maar ook van executieve functies en schoolprestaties. De positievere resultaten die het Hartman-onderzoek vindt ten opzichte van Singh, lijken te liggen in het verschil van onderzoeksmethodiek. Een meta-analyse – die de effecten van alle studies samen berekent – ten opzichte van een systematische review. Ook was er in de onderzoeken verschil in doelgroep.

Slim door gym

Slim door gym bestaat uit een intensieve bewegingsinterventie en een cognitieve bewegingsinterventie die zijn ingezet op 22 reguliere basisscholen bij circa 890 kinderen van groep 5 en 6. Kenmerkend voor de intensieve interventie: verhoogde intensiteit, herhaling en automatisme, circuittraining en estafette. Voor de cognitieve interventie: cognitief uitdagende spelvormen, oefenen motoriek, veranderende spelregels, reageren, samenwerken en anticiperen. Op de basisscholen werd het aantal gymlessen verhoogd van twee naar vier. Althans, dit was de bedoeling. In de praktijk bleek het lastig om dit overal voor elkaar te krijgen. Gemiddeld volgden de interventiegroepen 3.2 keer per week een gymles.

Er was geen verschil tussen beide interventies te zien in het effect op cognitieve functies en presteren. Wel komt naar voren dat de interventies in een aantal gevallen beter werken bij specifieke subgroepen. Promovendi Irene van der Fels en Anna Meijer vonden namelijk dat de effecten van de interventies op een aantal uitkomstmaten, afhankelijk waren van de score bij de start van de interventies. Zo werd voor aerobe fitheid (gemeten met de shuttle run test) gevonden dat minder fitte kinderen meer van de cognitieve interventie profiteerden en de meer fitte kinderen juist meer van de intensieve interventie. Januari 2019 zijn de definitieve onderzoeksresultaten gepubliceerd.

Fit en vaardig

Het thema van Fit en vaardig op School is: Bewegen en leren kun je integreren. De interventie is ingezet bij zo’n 500 leerlingen op 12 basisscholen in groep 4 en 5. De belangrijkste significante effecten van onderzoek naar deze interventie zijn te zien op aandacht, BMI, rekenen en spelling. Effectgroottes laten zien dat de kinderen die twee jaar lang deel hebben genomen aan de Fit & Vaardig lessen, in vergelijking met de controlegroep, een extra leerwinst van 4 maanden op zowel rekenen als spelling hebben behaald.

Een volledig lespakket, app en coaching zijn beschikbaar voor groep 3 t/m 7. De lessenreeks is voor groep 2 in ontwikkeling. Esther Hartman vult aan dat er veel vraag is vanuit S(B)O scholen; mogelijk komt er een doorontwikkeling voor deze leerlingen. Bekijk ook onderstaande video van Fit en vaardig op school | UMCG.

Smart Moves

De interventie Smart Moves keek onder andere naar het effect van elke dag tien minuten een ‘beweegbreak’ in de klas (groep 7 en 8). En dan specifiek het effect op cognitieve prestaties, fitheid en beweeggedrag van de kinderen. Het onderzoek duurde negen weken en bestond uit een beweeggroep en een controlegroep. Promovenda Vera van den Berg concludeert dat er geen effecten te zien waren op cognitieve prestaties en fitheid. Matig tot zwaar intensief bewegen door de leerlingen tijdens schooltijd, nam per dag met 3 minuten toe.

De leerkrachten waren erg gemotiveerd. Zij gaven aan een positief effect te ervaren op concentratie van de leerlingen. Toch lukt het slechts een klein deel van de leerkrachten om de beweegbreak regelmatig in te zetten. Tijdgebrek is het grootste probleem. De onderzoekers hebben ook aan leerlingen gevraagd hoe zij denken dat er meer bewogen kan worden op school. Het resultaat vind je in dit filmpje.

PHIT2LEARN

Promovenda Didy Verheijden vertelt dat het project PHIT2LEARN onderzoekt wat er gebeurt als leerlingen en studenten van het mbo gedeeltelijk staand in plaats van zittend les krijgen. En wat gebeurt er als er een beweegactiviteit wordt georganiseerd? Ook kijken ze naar de vraag of studenten zelf ervaren dat ze te weinig bewegen. Een drietal studies zijn reeds uitgevoerd en de resultaten worden op dit moment verwerkt. De vierde studie – een grote interventie in de dagelijkse praktijk – start medio september 2019.

Staand onderwijs

Uit steeds meer onderzoeken blijkt de negatieve invloed van zitgedrag. Een onderzoeksproject van de Maastricht University introduceert een actieve leefstijl voor universitaire studenten van twee keer twee uur per week gedurende negen weken. Promovenda HQ Chim licht toe dat de eerste resultaten aantonen dat studenten actiever worden in de klas, zonder dat de leerprestaties achteruit gaan. De data worden momenteel geanalyseerd.

Tips voor het inzetten van bewegend leren interventies

Los van de uitkomsten van de onderzoeken benadrukken de experts dat het bij interventies en onderzoek belangrijk is om de school goed te betrekken. Alleen dan is er kans dat beweegactiviteiten ook ná de onderzoekspraktijk worden voortgezet. Het is van belang of het thema sport en bewegen sterk leeft. Hoeveel aandacht besteedt een school aan gezondheid? Zien docenten het zitten? wat vinden kinderen, ouders en directie ervan? Dat zijn allemaal bepalende factoren voor het succes van de activiteiten. Denk verder aan:

  • Zet gymleerkrachten in als ambassadeur.
  • Betrek buurtsportcoaches om verbindingen te leggen tussen school en bijvoorbeeld de sportvereniging.
  • Zorg dat leerkrachten / scholen zelf aan kunnen geven wat bij ze past.
  • Bedenk dat de waarde die voor een school belangrijk is kan verschillen. Soms streeft een school vooral naar een goede gezondheid en soms is een goede motorische ontwikkeling het doel. Speel hier op in.

Conclusie onderzoek bewegend leren

De effecten van de genoemde onderzoeken naar causaliteit van bewegen en leren zijn vaak nog minimaal. Dat heeft ook te maken met de complexiteit van dit type onderzoek. Tegelijkertijd is het goed om stil te staan bij wat meer bewegen in de klas ook voor elkaar weet te krijgen: fittere leerlingen, betere gezondheid, meer rust in de klas. Extra beweegmomenten lijken bovendien niet ten koste van leerprestaties te gaan. Dagvoorzitter Jérôme Gijselaers (Open Universiteit) formuleerde het tijdens de plenaire discussie nog stelliger: “Hoe belangrijk is het om de oorzakelijkheid te kennen, moeten we bewegend leren niet sowieso meer invoeren?!”

Meer lezen?