Lessen uit de lockdown: bewegen voor ouderen in instellingen (2)
Ouderen in verpleeghuizen hebben meer last van de lockdownperiode gehad dan andere groepen. Hun kwetsbaarheid noopte verpleeghuisdirecties tot maatregelen die de bewoners vaak ernstig beperkten in hun sociale contacten, waaronder ook sport en bewegen. Hoe hebben professionele sport- en en beweegbegeleiders voor ouderen dat gat proberen te dichten? En wat hebben zij daarvan geleerd? Drie voorbeelden uit Doetinchem, Lelystad en Den Haag maken duidelijk voor welke ingewikkelde opdracht zij stonden. En wat de lessen voor de toekomst kunnen zijn. In dit tweede artikel staan ervaringen in Doetinchem centraal.
Doetinchem: van beweegvideo tot balkongym
Ieke Salden is bewegingsagoog. Zij wordt als zzp-er vanuit haar opdrachtgever (Sportservice Doetinchem) ingezet als Meer Bewegen voor Ouderen-docent (MBvO) bij een verpleeghuis. Ook heeft zij een eigen groepspraktijk Phys-ieke. Daar staat vooral bewegen als middel voor sociaal contact, ontmoeten en samen zijn, centraal.
Ieke denkt niet graag terug aan de eerste weken van de lockdown. “Normaal begeleid ik wekelijks 250 tot 300 mensen. Ik stond begin maart wel even perplex toen in één keer alles was gestopt. Verpleeghuizen gingen dicht, bewoners van woongemeenschappen konden niet meer in gemeenschappelijke ruimten verblijven en alle particuliere lessen stopten direct.
Na twee weken ben ik weer contact gaan zoeken met mijn groepsleden. Dat was niet makkelijk. Niet iedere deelnemer had een smartphone of e-mailadres, van Whatsapp hadden sommigen nog nooit gebruik gemaakt. We hebben dus meteen wat mailgroepen en whatsappgroepen gemaakt waarmee ik toch contact met hen kon houden. Ook heb ik met vrijwilligers huisbezoeken op de stoep gedaan. Later ben ik vanuit mijn woonkamer begonnen met het opnemen en versturen van filmpjes van twee minuten met beweegvoorbeelden. Die heb ik ook via de app met het verpleeghuis gedeeld. Het zorgpersoneel bekeek de filmpjes samen met de cliënten.
Half mei zijn we weer begonnen met buiten bewegen met groepen vitalere 55-plussers op kunstgrasvelden en in de vrije natuur. Daarna zijn we ook weer met de Meer Bewegen voor Ouderen-groep gestart, op het terras van een korfbalvereniging. Ik heb uit de leden van drie groepjes hoogbejaarden een groepje samen kunnen stellen en ben daarmee naar buiten gegaan. Daarnaast heb ik ook gewandeld, vooral met mensen die erg alleen waren. Inmiddels heb ik daar de tijd niet meer voor en hebben vrijwilligers dat overgenomen.”
Was veiligheid een belangrijk issue voor ouderen?
“Dat is heel wisselend gegaan. Sommige mensen wilden niet meedoen, bijvoorbeeld omdat ze een kwetsbare partner thuis hadden of het zelf te spannend vonden. Soms vond de familie het geen goed idee. Anderen hadden er meteen al zin in en deden direct mee. Ik heb de veiligheid benadrukt. Duidelijk aangeven wanneer de les begon en waar deelnemers zich moesten verzamelen. Ik heb ook pionnen neergezet in de ruimte en desinfecterende zeep meegebracht. Maar soms merkte ik dat de deelnemers die veiligheid snel vergaten als we eenmaal bezig waren.”
Sportservice Doetinchem, waar Ieke als zzp-er voor werkt, was een van de eersten die het initiatief van ‘balkongym’ omarmde. In samenwerking met lokale fysiotherapeuten werden wekelijks zo’n vijf woon- en zorglocaties bezocht om ouderen een gezellige en sportieve ochtend of middag te laten beleven op hun balkon of in de tuin. Door vanaf de straat oefeningen uit te beelden op muziek, kwamen bewoners op de balkons, in de tuin of op de galerij in beweging. Ieke: “Toch deden niet alle verpleeghuizen mee. Een verpleeghuis was bang dat de veiligheid niet voldoende gegarandeerd was en dat de activiteit ook een bepaalde sfeer met zich mee zou brengen die niet aangenaam zou zijn voor ernstig zieke cliënten.”
Wat viel je na die lange periode van binnen zijn op?
“Wat me opviel, was dat mensen het vooral vreselijk gemist hadden: het ontmoeten van elkaar was even belangrijker geworden dan het bewegen. Bij sommige deelnemers zie je dat na ruim drie maanden niet deelnemen aan bewegingsactiviteiten die normaliter binnen de zorginstelling worden aangeboden, kracht maar ook balans zichtbaar zijn afgenomen. Hierdoor worden het opstaan uit een stoel en zelfstandig lopen lastiger.”
Wat zou je in de toekomst beter geregeld willen zien?
Ieke: “Ik zou meer aandacht voor sport en bewegen willen zien binnen de instelling. Je kunt dat niet zomaar aan het zorgpersoneel overlaten; die zijn al zo belast. En bewegen met deze kwetsbare groep vraagt ook een mate van professionaliteit. Misschien dat we ook familie in staat kunnen stellen om met een familielid te bewegen, even mee te nemen naar de beweegtuin. Met het aanbieden van beweegmateriaal zoals ballonnen en tips voor bijbehorende oefeningen zou je de familie van minder mobiele bewoners in staat kunnen stellen samen te bewegen. We kunnen fysiotherapeuten vragen om een hometrainer beschikbaar te stellen.
Maar eigenlijk missen we nu de bewegingsagogen die jaren geleden wegbezuinigd zijn. Als die gewoon nog bij het personeel hadden gehoord, was er ook meer aandacht voor sport en bewegen binnen het verpleeghuis geweest. De overheid is daarin tegenstrijdig: zij stelt wel initiatieven als het Sportakkoord en het Preventieakkoord op, maar verpleeginstellingen doen daar niet aan mee. Die worden dus gemist. Zo vallen de minst vitale oude mensen in verpleeghuizen buiten de boot.”
Drie voorbeelden ter inspiratie
Dit artikel is onderdeel van een serie van drie voorbeelden van beweegbegeleiders die ondanks de sluiting van verpleeghuizen voor bezoek in coronatijd, toch beweegaanbod wisten te realiseren.
Meer lezen:
Beweeg’tools’ om in te zetten voor meer beweging in zorginstellingen:
- Beweeggids voor ouderen met dementie
- Beweegwaaier met praktische (online) oefeningen
- Cordaan oefeningenseries van 7, 9 en 13 minuten
- Meer beweegactiviteiten op een rijtje
Foto’s in dit artikel: Phys-ieke