Spring naar content

Lokaal beleid rondom bewegen en dementie

De toename van het aantal (thuiswonende) senioren leidt indirect tot een toename van het aantal thuiswonende mensen dat dementie krijgt. Voor deze groep mensen zal de vraag naar zinvolle dagactiviteiten toenemen. Niet alle gemeenten besteden hier evenveel aandacht aan, terwijl bewegen mogelijk moet zijn voor iedereen. Dit artikel geeft gemeenten en professionals inzicht in cijfers, het belang van bewegen, motieven en belemmeringen en welke kansen er liggen om beleid vorm te geven.

Het aantal mensen met dementie groeit naar verwachting van 290.000 naar 580.000 in de periode 2022-2040[1]. Doordat mensen met dementie langer thuis blijven wonen, zal er vaker beroep worden gedaan op mantelzorgers, zinvolle activiteiten en dagbesteding. Het in beweging krijgen en houden van mensen met dementie heeft meerdere positieve effecten. Dat verdient aandacht in het lokale beleid van gemeenten. 

Belang van bewegen 

Thuiswonende mensen met dementie bewegen vaak weinig en beduidend minder bewegen dan leeftijdsgenoten, zo blijkt uit onderzoek[2]. In die studie is de activiteit van thuiswonende mensen met en zonder dementie gemeten. Voor licht tot matig intensief bewegen was het verschil relatief klein, met 2,7 uur per week bij mensen met dementie en 3,5 uur per week bij mensen zonder dementie. Het verschil was groter bij intensiever bewegen. Zo’n 0,8 uur per week bij mensen met dementie tegenover 1,5 uur per week bij mensen zonder dementie – terwijl intensief bewegen juist zorgt voor de sterkste gezondheidseffecten.

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat bewegen kan bijdragen aan het voorkomen van dementie of tenminste het optreden van symptomen uit te stellen[3]. Voldoende bewegen heeft positieve effecten op het denkvermogen en de fysieke fitheid. Ook is bewegen voor mensen met dementie belangrijk om valincidenten te voorkomen, de kwaliteit van leven te verbeteren en te blijven participeren in de samenleving. Zo vallen mensen met dementie twee keer zo vaak als leeftijdsgenoten zonder dementie[4]

Inzicht in motieven en belemmeringen 

Voor het meer in beweging brengen van mensen met dementie is het van belang om inzicht te krijgen in hun motieven en belemmeringen. De lichamelijke voordelen van bewegen is een belangrijke motivatie om te bewegen. De beperkingen zijn bij veel mensen met dementie nog niet zo groot dat ze alleen bij een fysiotherapeut kunnen bewegen. Het aanbod dient dan wel te worden aangepast aan de wensen en behoeften en de fysieke en sociale mogelijkheden – zeker als de dementie verder gevorderd is. Dat kan bijvoorbeeld door oefeningen wat vaker te herhalen en iets minder mensen per groep te hanteren.

De buurtsportcoach of een andere lokale aanbieder kan uitkomst bieden in het aanbieden van passend aanbod. Zij beschikken over een breed netwerk, weten welk beweegaanbod in de wijk actief is en hebben een belangrijke rol in het organiseren en aanbieden van (passend) beweegaanbod. Voor passende beweegoefeningen kan de buurtsportcoach de geriatriefysiotherapeut om advies vragen. 

Dagbesteding kan naast het overige aanbod een rol van betekenis spelen in het in beweging brengen van mensen met dementie. Dagbesteding biedt een zinvolle daginvulling en ontlast de mantelzorger in de thuissituatie. Voor zowel de dagbesteding als het beweegaanbod van een buurtsportcoach of beweegaanbieder geldt dat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uitkomst kan bieden. Dat geldt ook voor het wegnemen van het vervoersprobleem naar de activiteit.

Weinig beleid bekend 

Van weinig gemeenten is bekend dat zij beleid hebben geschreven en actief beleid voeren op bewegen voor mensen met dementie. De tool Dementie in beeld van Alzheimer Nederland toont aan dat niet iedere gemeente evenveel aandacht heeft voor dementie en dagbesteding. Ook is onbekend op hoeveel dagbestedingslocaties er structureel aandacht is voor bewegen.

Voor gemeenten is het lastig om specifiek beweegbeleid te schrijven voor mensen met dementie. Gemeenten zien daarvoor weinig aanknopingspunten, maar hebben wel degelijk de mogelijkheden. Zij kunnen aansluiten bij de doelstellingen van de Nationale Dementiestrategie en een dementievriendelijke gemeente creëren, met aandacht voor bewegen.

Nationale Dementiestrategie 

De Nationale Dementiestrategie 2021-2030 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) benadrukt  dat dementie een nationale uitdaging is[5]. Mensen met dementie doen een groot beroep op mantelzorgers, maar ook in de thuissituatie en intramurale setting is de inzet van zorgmedewerkers voor deze groep intensief. En naar verwachting zal dat de komende jaren alleen maar toenemen. Voor het opvangen van deze stijgende zorgvraag streeft het ministerie ernaar dat in 2025 het aantal ‘dementievrienden’ – personen die hulp bieden aan mensen met dementie – verdubbeld is naar 750.000 personen.

Ook heeft de Nationale Dementiestrategie als doel dat in 2030 zo’n 80% van de thuiswonende mensen met dementie toegang heeft tot een ontmoetingscentrum in de buurt van de eigen woning. Dat zorgt ervoor dat gemeenten meer betrokken kunnen zijn bij het faciliteren van beweegaanbod voor deze groep. Aandacht voor beweging en het aanbieden van passend aanbod voor mensen met dementie is dan wel van groot belang.

Dementievriendelijke gemeente 

Een dementievriendelijke gemeente houdt in dat een gemeente zich samen met burgers en organisaties actief inzet om mensen met dementie en mantelzorgers mee te laten doen in de samenleving[6]. Hierbij heeft de gemeente een stimulerende en faciliterende rol vanuit de Wmo. 

Voor mensen met dementie is het belangrijk om onderdeel te blijven van hun omgeving. Mensen met dementie geven aan dat hun kwaliteit van leven verbetert als zij plezier beleven, zich nuttig voelen en sociale contacten onderhouden[7]. Betekenisvolle dagactiviteiten en ontmoetingsplekken dragen onder andere bij aan het bieden van structuur en het voorkomen van sociaal isolement.

Alzheimer Nederland heeft voor gemeenten een stappenplan ontwikkeld om aan de slag te gaan met een dementievriendelijke samenleving en het investeren in ontmoetingsplekken met (beweeg)activiteiten. Dat zijn twee van de vijf focuspunten die zijn opgesteld om de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie te verbeteren.

Aansluiten bij regelingen  

Voor het creëren van een dementievriendelijke gemeente met voldoende ontmoetingsplekken en beweegactiviteiten zijn er verschillende mogelijkheden. Ten eerste liggen er kansen bij het Sportakkoord II onder het thema Inclusie en diversiteit. Dat richt zich op het wegnemen van financiële, sociale en praktische belemmeringen van groepen mensen die niet of weinig sporten en bewegen. Ook ligt de focus op een actieve toeleiding naar passend sport- en beweegaanbod door een samenwerking tussen de domeinen sport, zorg en welzijn.

Voor de begeleiding naar passend sport- en beweegaanbod kun je als gemeente gebruik maken van de functionarissen, zoals een buurtsportcoach of beweegcoach, en deze vaker inzetten door de financiering uit de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC). Elke gemeente heeft een lokaal uitvoeringsbudget tot zijn beschikking, waardoor organisaties budget kunnen aanvragen om nieuwe activiteiten te ontplooien.

Ten tweede biedt de Brede Specifieke Uitkering (Brede SPUK) financiële middelen voor gemeenten om op een integrale wijze aan de slag te gaan met de doelstellingen van Sportakkoord II en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De BRC is ook ondergebracht in de Brede SPUK, met als doel het stimuleren van gezondheid, sport- en beweegdeelname en het versterken van de sociale basis  van inwoners.

Gezond en Actief Leven Akkoord 

Vitaal ouder worden is een van de doelstellingen In het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De focus ligt op een gezond voedingspatroon, het aanbieden van passend beweegaanbod en het verminderen van valincidenten. De afspraken binnen GALA richten zich op de preventie en vullen de afspraken van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en de Nationale Dementiestrategie aan. 

Lees meer over GALA en WOZO:

Bronnen

  1. Alzheimer Nederland. Factsheet cijfers en feiten over dementie. [Internet]. Beschikbaar via: https://www.alzheimer-nederland.nl/factsheet-cijfers-en-feiten-over-dementie   
  2. Hartman YAW, Karssemeijer EGA, van Diepen LAM e.a. Dementia Patients Are More Sedentary and Less Physically Active than Age- and Sex-Matched Cognitively Healthy Older Adults. Dement Geriatr Cogn Disord. 2018;46(1-2):81-89
  3. Iso-Markku P, Kujala UM, Knittle K, Polet J, Vuoksimaa E, Waller K. Physical activity as a protective factor for dementia and Alzheimer’s disease: systematic review, meta-analysis and quality assessment of cohort and case-control studies. Br J Sports Med. 2022 Jun;56(12):701-709
  4. VeiligheidNL. Valpreventie bij dementie en cognitieve stoornissen. [Internet]. Beschikbaar via: https://www.veiligheid.nl/kennisaanbod/achtergrond/valpreventie-bij-dementie-en-cognitieve-stoornissen 
  5. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2020). Nationale Dementiestrategie 2021-2030. Den Haag: VWS
  6. Alzheimer Nederland. Dementievriendelijke gemeenten vanaf 2021. [Internet]. Beschikbaar via: https://www.alzheimervrijwilligers.nl/nieuws/dementievriendelijke-gemeenten-vanaf-2021
  7. Brüggenwirth B, Caarels M (2022). Behoeftenonderzoek dementiehuizen in de buurt. Amersfoort: Alzheimer Nederland.