Spring naar content

Mensen met een verstandelijke handicap: wat drijft en belemmert hen bij sport en bewegen

Mensen met een verstandelijke handicap bewegen weinig. Hoe komt dat? Wat belemmert hen en wat motiveert hen juist wél? En: hoe kunnen we drempels wegnemen? Het RIVM zette het op een rij[1].

Beweeggedrag verstandelijke handicap

Voor cijfers over sport- en beweegdeelname van mensen met een verstandelijke handicap heeft het RIVM onder andere de monitor (On)beperkt Sportief! uit 2013 geraadpleegd. Deze monitor baseert zich op input van de vertegenwoordigers van mensen met een verstandelijke beperking en personeel van zorginstellingen.

Vertegenwoordigers van mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking zeggen: de meerderheid, namelijk 92% beweegt of sport.

De woonlocaties zeggen het volgende over deelname van hun bewoners aan sport- en beweegactiviteiten:

  • In 29% van de woonlocaties neemt driekwart van de bewoners deel
  • In nog eens 29% van de woonlocaties neemt slechts de helft tot driekwart van de bewoners deel
  • Bij de overige 42% van de woonlocaties, neemt minder dan de helft van hun bewoners deel

Verminder belemmeringen!

Door regionale samenwerkingen is het mogelijk veel belemmeringen weg te nemen waardoor mensen met een beperking meer kunnen sporten. Meer weten over het opzetten van een regionale samenwerking?

Lees meer!

Belemmeringen en drijfveren

Voor mensen met een verstandelijke beperking hangen veel belemmeringen en drijfveren samen met het type en de ernst van de beperking. Voor de meesten personen geldt dat zij in meer of mindere mate afhankelijk zijn van hun sociale omgeving (ouders, familie, de woonlocatie of zorginstelling). Dus niet alleen hun eigen belemmeringen, maar ook die van hun ouders of begeleiders spelen een rol. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak extra begeleiding nodig om te (gaan) sporten en bewegen. Deze is niet altijd beschikbaar. Ook ontbreekt zowel bij de sociale omgeving zoals ouders en begeleiders maar ook bij sportaanbieders vaak kennis over sporten en bewegen voor deze groep. Ook dat is een belemmering voor sportdeelname.

Wat betreft drijfveren: met succes sporten en bewegen kan veel bijdragen aan het zelfvertrouwen van mensen met een verstandelijke handicap. Sport- en beweegactiviteiten dragen ook bij aan het plezier en aan sociale interactie. Gezelligheid is voor mensen met een verstandelijke handicap een belangrijke reden om aan sport te doen. Hiermee verschillen hun motieven niet van die van mensen zonder een verstandelijke beperking.

Wanneer gaan mensen met een verstandelijke beperking meer bewegen?

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het meer mensen met een verstandelijke handicap aan sport- en beweegactiviteiten deel kunnen nemen?

  • Professionals die met deze doelgroep werken, kunnen helpen het bewustzijn te vergroten bij ouders en begeleiders over het belang van bewegen. Ook het aanmoedigen van kleine beweegactiviteiten en dagelijkse handelingen bij de doelgroep, zoals tafeldekken, draagt bij.
  • Integreer bewegen in het beleid van zorginstellingen en in het werk van het personeel. Vergroot ook daar de kennis over het nut van laagdrempelige activiteiten en bevorder de uitvoering daarvan. Bekijk concrete tips en behulpzame filmpjes.
  • Zorg voor een passend aanbod met beweegactiviteiten en bijpassende uitleg die geschikt is voor het niveau van de doelgroep. Een mogelijke oplossing die hieraan kan bijdragen is het opnemen van een standaardmodule over beweegactiviteiten voor verstandelijk gehandicapten in sportopleidingen.
  • Er is een centrale organisatie nodig die overzicht heeft van het aanbod en die dit matcht bij de behoeften en mogelijkheden van de persoon. Organisaties zoals MEE en Uniek Sporten kunnen adviseren en helpen.
  • Zorgprofessionals, sportverenigingen en ouders en verzorgers kunnen ook samenwerken in een netwerk van vrijwilligers of reguliere sporters, die samen met de doelgroep sporten. Of die hen bijvoorbeeld naar de beweegactiviteit brengen.

Sport- en beweeginterventies

De sport- en beweeginterventie Sport Heroes is een goed voorbeeld hoe het onderwijs deze interventie kan inzetten om deze groep te helpen bij sporten en bewegen. Andere goede voorbeelden vind je in de sport- en interventiedatabase onder het thema verstandelijke beperking.

Belemmeringen en drijfveren voor sport en bewegen bij mensen met een lagere deelname

Bepaalde groepen mensen in Nederland bewegen en sporten minder vaak. Dit zijn vooral mensen met een lage opleiding en/of laag inkomen, met een migratieachtergrond, ouderen, chronisch zieken, en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bracht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in kaart welke belemmeringen en drijfveren mensen ervaren om (meer) te gaan sporten en bewegen. Hiervoor is literatuuronderzoek gedaan en zijn experts geraadpleegd. Het volledige rapport is hier beschikbaar.

Bronnen