Minouk Timmers: Je kind ligt niet lekker in zijn team en wordt gepest. Wat nu?
Je kind ligt niet lekker in zijn team en wordt gepest. Hij heeft geen zin meer heeft om naar de training te gaan. Dat kan je als ouder flink bezighouden. Hoe ga je hier dan mee om?
De ouders van Ali, een stevig gebouwde jongen van zeven jaar, vroegen zich af wat zij het beste konden doen. Hun zoon wilde van voetbal af. Hij vertelde thuis dat hij geschopt en geslagen werd en het niet leuk vond dat hij vaak moest keepen, terwijl hij ook graag een doelpunt wilde scoren.
Serieus nemen
Als kinderen om wat voor reden dan ook niet goed liggen in een team of gepest worden, is het goed om uit te zoeken wat er speelt. Vaak helpt het wanneer kinderen de mogelijkheid krijgen om hun nare ervaringen en gevoelens te uiten. Als kinderen gepest worden, dan helpt het advies “om je er niets van aan te trekken of het pesten te negeren” meestal niet. Het kind heeft er meer aan serieus genomen te worden en aandacht en steun te krijgen. Bedenk samen met het kind hoe het pesten kan stoppen. Doe nooit iets wat het kind niet wil of waarvan het niet op de hoogte is.
Overleg met coach
Het is altijd goed om de coach of trainer op de hoogte te brengen van het probleem. Om het pesten te stoppen, zal met het kind dat gepest wordt, het kind dat pest en de kinderen die toekijken en/of er om lachen, gesproken moeten worden over de oplossingen van het pestprobleem.
De moeder van Ali vroeg hem of zij de coach van het team van Ali mocht opbellen om te bespreken hoe Ali zich voelde in het voetbalteam.
Praten en meer toezicht
Na het gesprek heeft de coach vervolgens met de trainer van het voetbalteam overlegd. Zij spraken in eerste plaats af dat zij na de eerstvolgende wedstrijd met het hele team in de kleedkamer bijeen zouden komen en uitleg zouden geven over wat pesten is. Daarnaast zou worden aangegeven dat er iemand in het team wordt gepest en dat dat moest stoppen. En als laatste werd besloten dat er vanaf dat moment tijdens de training een tweede ouder mee ging trainen, omdat er te weinig toezicht was. Op de training waren namelijk meestal tien jongens en een trainer aanwezig.
Nadat duidelijk was hoe ze de problemen gingen aanpakken, heeft de coach contact gezocht met de moeder van Ali om te vertellen wat ze van plan waren en gevraagd of zij aan Ali wilde zeggen hoe de coach en trainer hiermee zouden omgaan.
De aanpak heeft voor Ali gewerkt. Hij is na de bijeenkomst in de kleedkamer weer met plezier gaan trainen en voetballen. De eerste keer vond hij het spannend, omdat hij niet zeker wist hoe het zou lopen. Toen het goed ging, kreeg hij er snel vertrouwen dat hij niet meer gepest zou worden op de training of tijdens de wedstrijden. Ali is inmiddels wel van voetbal afgegaan, omdat hij het niet echt zijn ding vond, hij kon niet zo hard rennen.
Foto: woodlywonderworks