Spring naar content

Monitoren belasting en herstel, helpt bij preventie blessures

Op het Eerste Symposium Sportblessurepreventie, dat Veiligheid NL op 3 november 2016 organiseerde, gaf Michel Brink een lezing over het monitoren van (trainings)belasting en herstel ter preventie van blessures. Jarenlang onderzoek bij het centrum voor Bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Groningen en het UMCG heeft al heel wat informatie opgeleverd over dit thema.

Met name met het monitoren van de (trainings)belasting bij teamsporten, geeft Brink aan, is veel ervaring opgedaan. Brink: “We maken daarbij een onderscheid tussen de externe en interne belasting. Met externe belasting kijken we naar indicatoren zoals ‘gelopen afstand’ en in welke snelheidszone dat gebeurde. Dit wordt gemeten met GPS en bewegingssensoren. Bij interne belasting houden we rekening met individuele kenmerken van de persoon zelf, en meten we de hartslag of een score voor de ervaren mate van herstel.”

Wat uit de onderzoeken gebleken is, is dat er een verband bestaat tussen een hogere trainingsbelasting en een verhoogd risico op een blessure in de daarop volgende week. Brink: “En doordat we steeds meer informatie verzamelen, kunnen we ook steeds meer verbanden ontdekken.”

Herstel

schermafbeelding van een telefoon waarmee je beweging is bijgehouden
(Foto: Kenniscentrum Sport)

Niet alleen de (trainings)belasting, maar ook het herstel is een factor die het risico op blessures bepaalt. Brink: “En ook dat meten we dus. Hoe herstellen mensen? Hoe hersteld voelen ze zich van de vorige training als ze met de volgende training beginnen? Als je dat bijhoudt, dan kun je dat analyseren en rekening houden met individuele veranderingen over de tijd.”

Naast de fysieke belasting van training en het herstel spelen ook psychosociale kenmerken een rol. Wanneer sport gecombineerd wordt met studie of werk kan dit extra belasting opleveren. Bij jeugd spelen bijvoorbeeld ook ouders een belangrijke rol in de hoeveelheid belasting die een kind aan kan. Brink: “Het is goed als trainers/coaches voor deze doelgroep de belasting en het herstel monitoren om zo blessures te voorkomen. Ook beginnende sporters bijvoorbeeld hebben belang bij het bijhouden van belasting en herstel om te voorkomen dat ze te hard van stapel lopen.”

Wat en hoe?

Hoe en wat zou je dan moeten meten? Brink: “Het meten van de belasting wordt steeds eenvoudiger, omdat in smartphones ook GPS en bewegingssensoren zijn ingebouwd. Ook een score voor de Ervaren Mate van Inspanning of de Ervaren Mate van Herstel geeft al een goede indruk. Zo kan een trainer zicht krijgen op belasting en herstel, gegeven de individuele kenmerken van zijn sporters.” Voor een juiste interpretatie zijn bewegingsspecialisten nog wel nodig, aldus Brink. “Het is prachtig dat er apps zijn die je training registreren, maar welke informatie is relevant en wanneer train je te veel?” Ons onderzoek heeft zich de afgelopen jaren gericht op het inzichtelijk maken van de belasting en het selecteren van de relevante indicatoren. De komende jaren moet in interventiestudies blijken of sporters inderdaad in staat zijn om de belasting op een juiste manier aan te passen.