Vijf vuistregels om openbare ruimte in te richten waarmee ouderen meer in beweging (kunnen) komen
Dit artikel is het vijfde in een reeks over hoe gemeenten ouderen meer kunnen laten bewegen. “Vuistregel: een bankje om de 100 à 125 meter op routes naar belangrijke plekken.” Hoe pas je de openbare ruimte aan?
Basisvoorzieningen hooguit 500 meter lopen
Ouderen lopen gemiddeld 10 minuten wanneer ze een afstand afleggen. Dan komen ze 500 meter ver, terwijl de gemiddelde Nederlander de 800 meter haalt. Wie wil dat ouderen mobiel blijven, en de deur uitgaan voor basisvoorzieningen zoals een gezondheidscentrum of een supermarkt, zorgt er dus voor dat die diensten zich binnen een straal van 500 meter bevinden van waar die ouderen wonen.
De 84-jarige Janny is onlangs gevallen met de fiets. Daar is ze naar eigen zeggen van geschrokken, zodat ze de fiets niet meer pakt om boodschappen te doen. Haar verhaal is het verhaal van veel ouderen: “Lopen naar de supermarkt is te ver. En ik kan nergens onderweg even uitrusten. Ik laat de boodschappen nu dus maar thuis bezorgen. Handig hoor, maar ik mis mijn dagelijkse uitje. En het praatje bij de groenteboer of het meisje van de vleesafdeling in de supermarkt. Nu kom ik nog zelden de deur uit.”
Hoe pas je de openbare ruimte aan
Dergelijke omstandigheden zorgen ervoor dat ouderen minder bewegen. Om toch van haar dagelijkse wandelingetje te kunnen genieten, zou de gemeente of woonzorginstelling enkele fysieke ingrepen in de openbare ruimte moeten doen. Denk aan:
- veilige en aantrekkelijke looproutes
- bankjes langs wandelroutes, parken en speelplekken
- verblijfsruimtes aan de straatkant
- openbaar vervoer dichtbij
Veilige en aantrekkelijke looproutes
Pleinen, parken en winkelcentra zijn letterlijk de centrale ontmoetingsplaatsen in wijken. Ouderen als Janny zouden die veilig lopend moeten kunnen bereiken. Daarom is het van belang dat er veilige routes naartoe leiden: die moeten goed verlicht zijn en geen obstakels hebben. In autoluwe of autovrije gebieden zijn voetgangers en fietsers de hoofdgebruikers; daar kunnen zij zich veilig voelen.
Gemeenten kunnen veilige en aantrekkelijke routes langs interessante en belangrijke plekken in de wijk markeren. Dat kan natuurlijk op allerlei manieren, door kleurgebruik of met objecten. Overigens wordt een stoep aan de zonnige kant van de straat vaak beter gebruikt dan een stoep aan de schaduwzijde. Daarom zou die eerste wat breder kunnen zijn dan het andere trottoir.
Daarnaast zijn stoplichten, zebrapaden en vluchtheuvels essentieel voor ouderen. Ook moeten verkeerslichten voor hen lang genoeg op groen staan wanneer ze oversteken. Veilige fiets- en wandelroutes kunnen boven worden aangelegd op basis van het het STOP-principe: eerst voorrang voor Stappers en Trappers, daarna het Openbaar vervoer, en pas daarna Privé-voertuigen.
Bankjes langs wandelroutes, parken en speelplekken

Als er bankjes staan langs die wandelroutes, zijn ouderen meer geneigd de deur uit te gaan. Vuistregel: een bankje om de 100 à 125 meter. Straatkunst, kleurgebruik en andere materialen zorgen ervoor dat daar ook iets te zien en te beleven valt. Bankjes bieden dus bij voorkeur een bijzonder uitzicht of kijken uit op plaatsen waar veel gebeurt.
Ook groen verhoogt de aantrekkingskracht van bankjes. Zeker als die samen met de bewoners van de wijk worden beheerd. Uiteraard moeten de bankjes op sociaal veilige plekken staan, en bij voorkeur beschutting bieden tegen wind, regen en geluidsoverlast. Maak ook hier positief gebruik van de zonnige kant van de straat, het plein of het park.
Verblijfsruimtes aan de straatkant
Wanneer verblijfsruimtes zich aan de straatkant van gebouwen bevinden, hebben de mensen in die gebouwen ‘eyes on the street’ – een begrip uit 1961 van Jane Jacobs in haar boek Death and Life of Great American Cities. Dit zorgt ervoor dat gebruikers van de openbare ruimte het gevoel hebben dat de gebeurtenissen op straat voortdurend in de gaten worden houden. Dat draagt bij aan het gevoel van veiligheid.
Openbaar vervoer dichtbij
Ten slotte valt er veel winst te behalen met busroutes: zorg dat haltes op loopafstand liggen van plaatsen waar veel ouderen wonen. Aantrekkelijke haltes hebben bovendien een bushokje met een bankje.
Meer informatie
Aan de slag met het inrichten van een beweegvriendelijke omgeving voor ouderen? Neem dan contact op met Esmée Doets, adviseur bij Kenniscentrum Sport & Bewegen op het gebied van een beweegvriendelijke omgeving voor ouderen.