Spring naar content

Ouderen: wat drijft en belemmert hen bij sport en bewegen

Ouderen bewegen minder dan (jong) volwassenen. Hoe komt dat? Wat belemmert hen en wat motiveert ouderen juist wél? En: hoe kunnen we drempels voor hen wegnemen? Het RIVM zette het op een rij[1].

De beweegnorm zoals we die van 1998 tot 2017 hebben gekend, is door de Gezondheidsraad herzien en op 22 augustus 2017 vernieuwd gepresenteerd aan de minister van VWS als Advies Beweegrichtlijnen 2017. De Beweegrichtlijnen vervangen de beweegnorm, fitnorm en combinorm. De cijfers en informatie in dit artikel zijn nog gebaseerd op de oude norm. Meer over de vernieuwde beweegrichtlijnen, vind je hier.

Beweeggedrag van ouderen

Met leeftijd neemt het beweeggedrag gestaag af. Van de ouderen in Nederland van 65 tot 80 jaar en ouder voldoet 77% aan de combinorm (lees hier meer over richtlijnen voor bewegen). Van de ouderen boven de 80 jaar voldoet nog maar 49% aan die combinorm. Gelet op de toekomstverwachting dat mensen gemiddeld steeds ouder worden, is het belangrijk te weten hoe we meer ouderen aan het bewegen kunnen krijgen en houden.

Belemmeringen voor ouderen

Waarom bewegen ouderen minder? Het onderzoek van het RIVM beschrijft een aantal veel voorkomende redenen. Soms ligt het eraan, dat deze mensen zijn opgegroeid in een tijd waarin sporten en bewegen in de vrije tijd minder gewoon was dan tegenwoordig.

Soms bewegen ouderen weinig omdat ze gezondheids- of mobiliteitsproblemen hebben. Als bewegen pijn doet of te moeilijk is, dan is de drempel daarvoor hoog. Anderzijds kan bewegen in zulke gevallen juist ook een positief effect hebben: het kan de problemen verminderen. Sommige ouderen bewegen niet omdat ze bang zijn om te vallen, om letsel op te lopen of om ergere gezondheidsklachten te krijgen.

Drijfveren voor ouderen

Wat zijn de belangrijkste redenen voor ouderen om wél te bewegen? Voorop staat voor ouderen het sociale aspect. Bewegen moet laagdrempelig en gezellig zijn, en in de eigen omgeving kunnen plaatsvinden. Voor andere ouderen is het verminderen van hun gezondheidsklachten een motief om te bewegen. Over het algemeen kan het voor ouderen belangrijk zijn dat zij bij hun beweegactiviteiten advies en ondersteuning krijgen vanuit de gezondheidszorg. Ook de aanwezigheid van trainers om veilig en verantwoord te kunnen bewegen is van groot belang.

Hoe kunnen we meer ouderen laten bewegen?

Hoe kunnen we meer ouderen laten bewegen? Door belemmeringen weg te nemen en in te haken op de motieven, die voor ouderen belangrijk zijn.

  • Besteed veel aandacht aan het sociale aspect van beweeggroepen en andere initiatieven. Bied eenvoudige, gezellige, goedkope activiteiten dichtbij huis aan. Zorg voor activiteiten waaraan ook mensen met weinig beweegervaring deel kunnen nemen en waarbij niet de sport voorop staat, maar het sociale element.
  • Zet vaardige trainers in. Dat geeft ouderen het vertrouwen dat verantwoord bewegen ook voor hen mogelijk is. Een aanbod op maat dat past bij ieders mogelijkheden is voor ouderen belangrijk. Dat is maatwerk in zowel niveau als type activiteit.
  • De gezondheidszorg kan ondersteunen bij het stimuleren sport en bewegen bij ouderen.
  • Zet een verbindende partij als de buurtsportcoach in om zorg en sportaanbod met elkaar te verbinden. Een buurtsportcoach kent het lokale aanbod en kan maatwerk bieden aan de doelgroep.

Praktijkvoorbeeld buurtsportcoach

De buurtsportcoach van Sportservice Ede zit maandelijks in een overleg met alle partners die actief zijn in de wijk. Zij werken vanuit een wijkaanpak waarin ze bekijken hoe ze mensen op maat kunnen helpen. Dat kan vanuit de zorg, vanuit welzijn en vanuit bewegen. De aanpak wordt steeds op maat gemaakt, samen met de betreffende oudere.

Toepassing in de praktijk

Tot slot nog een aantal tips om de inzichten van het RIVM onderzoek in praktijk te brengen.

  • Vraag de ouderen wat ze zelf willen. Zo kun je dat aanpakken.
  • Zet beweegmaatjes in voor het sporten zelf, of voor vervoer naar de beweegactiviteit.
  • Koppel andere activiteiten aan bewegen, zoals een boekenclub die aansluitend gaat wandelen. Ook koken is een trigger om bij elkaar te komen, waarbij je gezamenlijk (te voet) boodschappen kunt doen met een groepje.
  • Kennis over wat ouder worden betekent voor je motoriek is erg belangrijk. Vertaal dat naar praktische dagelijkse oefeningen voor thuis die ouderen helpen om langer zelfstandig thuis te functioneren.
  • Sportaanbieders kunnen meerdere vormen van lidmaatschap aanbieden. Een fittest met 5 kennismakingslessen, over het hele jaar 4×10 lessen, of een strippenkaart in plaats van een jaarabonnement. Maak lidmaatschap flexibel.
  • Zorg waar mogelijk dat je bewegen aanbiedt in een bijvoorbeeld een buurthuis of wijkcentrum is. Daar is meer te doen, zodat mensen eenvoudiger contacten kunnen opdoen.

Interventies

Onderstaand goede voorbeelden van interventies die ingezet kunnen worden om deze groep te helpen bij sporten en bewegen.

Lees ook:

Belemmeringen en drijfveren voor sport en bewegen bij mensen met een lagere deelname

Bepaalde groepen mensen in Nederland bewegen en sporten minder vaak. Dit zijn vooral mensen met een lage opleiding en/of laag inkomen, met een migratieachtergrond, ouderen, chronisch zieken, en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bracht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in kaart welke belemmeringen en drijfveren mensen ervaren om (meer) te gaan sporten en bewegen. Hiervoor is literatuuronderzoek gedaan en zijn experts geraadpleegd. Het volledige rapport is hier beschikbaar.

Bronnen