Personal Monster
Naast me ligt een hijgende, zwetende jonge vrouw. Ze maakt zachte kreungeluidjes en wiegt met haar heupen…
Het blijft een rare plek, zo’n fitnessbedrijf, zeker als je uit een tijd komt waarin ‘sportscholen’ nog niet bestonden. Een tijd waarin vader ’s avonds kapot was van het fysieke werk. Hij is er niet meer, maar ik hoor hem keihard lachen om het fenomeen ‘personal trainer’. Maar het is 2016 en uw ik kamp met achteruitgang. Alles wordt minder, maar het vet niet. En dus is er een zoektocht naar de grens tussen aanstellerij en eigentijds investeren in een gezond lichaam.
Deze column, geschreven door Marcel Rözer, over de ‘personal monster’ werd uitgesproken in september 2016 tijdens het Kenniscafé Sport Live! van Kenniscentrum Sport in Terneuzen.
Move like Jagger
Daarom heb ik tegenwoordig mijn eigen personal trainer. Ik zag laatst een filmpje waarin Mick Jagger in de weer was met zijn Personal Trainer. Mick liet zich flink opfokken door een Motivator die eruit zag als een hipster en ik was diep onder de indruk. Dát wilde ik ook. Zeker toen ik na het filmpje, in het bijzijn van mijn kinderen, een van Micks oefeningen na probeerde te doen. Daarbij zat Mick op handen en knieën en strekte zijn linkerarm naar voren en zijn rechterbeen naar achteren. Makkie, dacht ik, anders had ik het zeker niet geprobeerd.
De afloop van dit trieste verhaaltje is dat ik eruit moet hebben gezien als een kalf dat net geboren is. Ik zwaaide alle kanten op, daarna viel ik om. Het pijnlijkste van dit verhaal is dat mijn kinderen niet lachten.
Ze lijken aardig…
Ik vrees dat er in de meeste mensen uit de fitnessbranche wel zo’n personal trainer verscholen zit. Maar pas op, in elke persoonlijke coach zit iets gruwelijks verstopt. Dus beste bestuurders, ambtenaren, lieve mensen uit de zorg, kijk ze maar eens goed in de ogen, de mensen die nu hun mond vol hebben met woorden als ‘beweegprogramma’s’ en ‘samenwerkingsverbanden’. Het zijn allemaal smoesjes. In al die ogenschijnlijk zo aardige sportmensen schuilt een Personal Monster. En ik ga u nu uitleggen wat die willen.
De rand van de afgrond
Ze gaan u allereerst overtuigen van de noodzaak om te bewegen. Toegegeven, dat is dan het enige, maar dan ook echt het enige, waarin ze een punt hebben. Maar dan komt het. U moet naar de sportschool en hoe fit u ook bent, de mannelijke en vrouwelijke Personal Monsters drijven u naar de rand van de afgrond. Ze laten u in de buurt van uw fysieke grens een paar oefeningen doen en dan verschijnt er rond hun lippen een, tja, ik kan het niet anders zeggen, een sadistisch lachje. Het is klein en alleen een geoefend oog zal het registreren.
Dan wachten de monsters tot u bij een squat, of een buikspieroefening, of desnoods op de crossfit, niet meer verder kunt. Dan gaan ze dingen zeggen als ‘kom op, je kunt het; of; ja, goed zo, ga door. Ik adviseer u, hoe moeilijk het ook is, om op die momenten eens te letten op het gezicht van uw personal monster… Ze genieten met volle teugen van uw ellende. Het zijn sado-sportieven, aardig ogende beulen.
Flexibel als de Berlijnse Muur
Mijn eigen Personal Monster heeft ook nog eens zo’n jong lijf dat afschuwelijk goed getraind is. Dus vorige week moest ik vijftien squats doen met veel te zware gewichten. Mijn monster weet dat na een halve eeuw voetbal mijn rug heel makkelijk dienst kan doen als strijkplank. Mijn rug heeft de flexibiliteit van de vroegere Berlijnse muur. Enfin, hij liet me eerst aanmodderen en veertien keer dezelfde beweging maken. En net voordat ik klaar was zei hij: ik zal het even voordoen.
En terwijl hij rustig met me in gesprek bleef, en ik hijgend en sputterend als een stoomstrijkijzer naast hem stond, deed hij het nog één keer voor. Het was alsof hij een zak veren op zijn rug had. En nadat hij fluitend het – vijftien – keer voor had gedaan, kwam hij onder het gewicht vandaan en zei vrolijk: en nu jij nog een keer jouw serie. En weer was daar dat lachje.
Pas op mensen, pas op voor het Personal Monster.