Spring naar content

Pleidooi voor integratie opvang en onderwijs steunt domein sport en bewegen

Een taskforce wil dat kinderopvangvoorzieningen en scholen beter samenwerken. De adviezen zijn in lijn met hoe zij al 15 jaar samenwerken op het gebied van sport en bewegen. We delen de belangrijkste adviezen en maken de vertaalslag naar het domein van de sport.

Hoe kunnen scholen en voorschoolse voorzieningen, zoals kinderopvang, beter met elkaar samenwerken? En hoe kunnen zij ervoor zorgen dat zij de ontwikkeling van kinderen, de arbeidsparticipatie van ouders en de gezamenlijk inzet van personeel kunnen verbeteren?

Dat waren de vragen waarmee de ‘taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang’ zich de afgelopen tijd heeft beziggehouden, in opdracht van minister Asscher van Sociale Zaken en staatssecretaris Dekker van Onderwijs. In maart 2017 boden die het eindrapport van de taskforce aan de Tweede Kamer aan. Lees de aanbiedingsbrief.

De adviezen op een rij

De taskforce kwam met de volgende adviezen, die integraal zijn te lezen in het eindrapport.

  • Er moeten doorlopende pedagogische leerlijnen komen. Dit zijn de adviezen 1,3, 4 en 5.
  • Onderwijs en voorschoolse voorzieningen moeten een pedagogisch partnerschap aangaan met de ouders, vanuit een gezamenlijke visie. Ze moeten de tijd nemen om afspraken te maken en die vast te leggen in digitale dossiers per kind. Dit is advies 2.
  • Ontwikkelings- en leercentra moeten hun kennis breed delen met onderwijs en voorschoolse voorzieningen. Dit is advies 6.
  • De gemeente moet de regie nemen bij de samenwerking tussen onderwijs en voorschoolse voorzieningen. Dit is advies 7.
  • Veranker de samenwerking tussen onderwijs en voorschoolse voorzieningen in samenwerkingsmodellen die de inhoudelijke ontwikkeling dragen; regel toezicht; regel huisvesting; regel btw-kwesties. Dit zijn de adviezen 8, 9, 20, 11 en 12.
  • De basistoegang moet goed geregeld zijn. Dit is advies 13.

Interesse vanuit het domein sport en bewegen

In het domein van sport en bewegen zijn de aanbevelingen met interesse ontvangen. In dit domein wordt al zo’n 15 jaar met de kinderopvang en het basisonderwijs samengewerkt aan kwalitatief goed aanbod van spelen, bewegen en sport. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat wanneer kinderen samen spelen, plezier maken, en vriendjes worden, ze zich beter ontwikkelen, meer van elkaar leren en elkaar leren vertrouwen. En wanneer kinderen zich op jonge leeftijd goed ontwikkelen, zijn er later minder risico’s op problemen in de sfeer van gezondheidszorg, jeugdzorg en speciaal onderwijs.

De laatste jaren trekken sportorganisaties en -professionals steeds meer samen op met de cultuursector, omdat niet zozeer het aanbod, als wel de brede ontwikkeling van het kind aandacht verdient. Verder hebben beide sectoren de samenwerking gezocht om te experimenteren met het combineren van hun aanbod, of met het onderbrengen van hun aanbod in één accommodatie. Dergelijke samenwerking vermindert de regeldruk die veel ouders in hun leven ervaren; zij willen graag tegemoetgekomen worden in het managen van die drukte. Bovenal hebben kinderen geen vragen in termen van sectoren, maar willen graag samen met vriendjes fijne dingen doen, waarin plezier en leren centraal staan.

Een soepele aansluiting zodat achterstanden verdwijnen

De taskforce vroeg zich vooral af hoe opvang en onderwijs, en sport en bewegen soepel in elkaar kunnen overlopen. Zodat kinderen met een achterstand zich kunnen versnellen, en mensen met minder kansen niet achterblijven ten opzichte van anderen.

Dat is geen sinecure, omdat de verschillen groeien tussen rijk en arm, en tussen mensen met kansen en mensen die ze minder hebben. Maar volgens een onderzoek van de Onderwijsraad uit 2015 kan deelname aan opvang en onderwijs op de lange termijn tot een gezonder leven leiden en de kans verkleinen dat kinderen in aanraking komen met justitie.

Meer rechten voor peuters

De taskforce onderschrijft dan ook het SER-advies om de rechten van peuters te versterken. Dat advies is voor alle peuters een toegangsrecht in te voeren van 16 uur per week, met specifieke aandacht voor peuters met onderwijsachterstand. Dat kan in één organisatie voor onderwijs en opvang voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar.

Dit advies moet versnippering tegengaan, en een tweedeling voorkomen tussen kansrijke en arme kinderen. Alle peuters kunnen door dit recht samen opgroeien, om zich samen te ontwikkelen en samen te leren en spelen.

Gericht aanbod blijft wenselijk, juist in achterstandsgebieden

Daarnaast blijft het mogelijk om een ontwikkelaanbod van 16 uur per week aan peuters aan te bieden in een ‘losse’ kinderopvang of peuterspeelzaal.

Volgens de taskforce is een gericht en structureel aanbod van hoge kwaliteit wenselijk, bijvoorbeeld in combinatie met sport-, muziek- en buurt- en wijkactiviteiten. Zo kan een groter en breder bereik gerealiseerd worden. Juist in achterstandsgebieden moet het aanbod voor 0- tot 2-jarigen kwalitatief voldoende aandacht krijgen.

De voordelen op een rij

De taskforce somt tot slot de voordelen op van deze nieuwe benadering:

Kinderen gaan meer meedoen

Kinderen ervaren het doorlopende leren vanuit eenzelfde, gedeelde visie. Dat zorgt ervoor dat ze langer en regelmatiger meer en beter met elkaar spelen, sporten en leren.

Vanuit het domein sport en bewegen bezien is deze aanpak vooral goed voor kinderen met een beweegachterstand. Deze reorganisatie van opvang & onderwijs zal zich uitbetalen door preventie van ziekte en verminderde zorgkosten. Ook zullen kinderen op latere leeftijd naar verwachting meer meedoen in de maatschappij, en minder het risico lopen geïsoleerd te raken van anderen, of uit te vallen en weg te blijven van school.

Ouders ervaren de kracht van een netwerk

Door de andere aanpak van opvang & onderwijs en het pedagogisch partnerschap zullen ouders zich ontlast voelen bij de opvoeding van hun kinderen. Ze zullen het belang ervaren van ‘lichte contacten’ in hun netwerk, waardoor zij ook van een breder netwerk kunnen profiteren. Een netwerk waarvan ook sportverenigingen en beweeginitiatieven, culturele activiteiten deel uit kunnen maken.

Professionals kunnen hun doelen beter realiseren

Verder zullen ook professionals profiteren van de voorgestelde wijzigingen. Die zorgen ervoor dat zij meer kunnen werken vanuit een gedeelde opvatting en een gedeelde visie, in een integrale benadering.

In die integrale benadering kunnen ook sport- en beweegaanbieders hun bijdrage leveren. Dat kan bij de doelen die per kind, zo is althans de wens van de adviseurs, zullen worden vastgesteld in digitale dossiers.