Provinciale sportorganisaties kijken verder dan alleen sport
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ziet voor provincies een rol in bovenlokale en regionale vraagstukken rond sport en bewegen. Hoe is de praktijk? En welke rol spelen de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart? Provinciale sportorganisaties in Drenthe, Noord-Brabant en Zeeland en de Gelderse gedeputeerde Jan Markink delen in dit artikel wat ze hebben bereikt en kijken vooruit.
Minister Conny Helder van Sport (VVD) schreef in 2022 in een Kamerbrief over het sportstelsel dat provincies bij het ministerie aandacht hebben gevraagd voor hun rol binnen sport. Helder ziet die rol in bovenlokale en regionale opgaven, zoals bovenlokale sportaccommodaties en het beweegvriendelijk inrichten van de buitenruimte. “Door sport en bewegen te combineren met ruimtelijke, economische vraagstukken, de kwaliteit van de leefomgeving, leefbaarheid, huisvesting en vestigingsklimaat kunnen provincies sport en bewegen in samenwerking met gemeenten versterken”, aldus de minister. En als je het aan de lobbyende sportorganisaties – verbonden in Sportcampagneteam NL – vraagt, dan zou de provincie nog veel meer kunnen doen om sport en bewegen te stimuleren.
Wat vinden de provincies daar zelf van? In alle coalitieakkoorden die in 2019 zijn gesloten, is aandacht voor sport en bewegen terug te vinden. Daar waar grote steden zijn, lijkt de rol van de provincie marginaler ingevuld te worden. In Zeeland en Drenthe, waar de provinciehoofdsteden zelfs niet meer dan 70.000 inwoners tellen, is de rol van de provincie aanzienlijk groter. Van invloed is ook de ‘drive’ van de betrokken gedeputeerde en de financiële ruimte: zie Gelderland en Noord-Brabant.
Drenthe ontketent ‘Schoolpleinen Revolutie’
In het Drentse coalitieakkoord voor 2019-2023 komt sport vooral terug in verbinding met de vrijetijdseconomie en het evenementenbeleid. Niet voor niets profileert Drenthe zich als dé fietsprovincie van Nederland en worden op de VAM-berg (te zien op bovenstaande foto) regelmatig (inter)nationale wielerwedstrijden gehouden.
Ook is een sociale agenda ontwikkeld waar sport en bewegen als instrument zijn in te zetten. Mieke Zijl, directeur van SportDrenthe: “Het is belangrijk dat de provincie zich realiseert wat sport en bewegen kunnen betekenen voor inwoners en bezoekers van de provincie. En daar ook een financiële waarde – oftewel budget – aan verbindt.”
Trots is ze op ‘Drenthe Beweegt’, een ‘12+1 programma’ van de twaalf Drentse gemeenten, de provincie en een aantal maatschappelijke instellingen om de inwoners te stimuleren te bewegen. Voor de toekomst hoopt Zijl dat minimaal behouden blijft wat er al is. “12+1 vinden we heel essentieel. Wij zijn ook blij als de provincie ons als ondersteuningsorganisatie blijft omarmen. We maken al stappen met het positioneren van sport en bewegen in het sociaal domein. Ik zou willen dat dat in de komende periode op elk domein zo wordt gezien.”
Zijl noemt de samenwerking met IVN Natuureducatie en Kunst & Cultuur Drenthe als goed voorbeeld. “Met hen hebben we de Schoolpleinen Revolutie van de grond gekregen. Tegels eruit om dertig buitenlokalen te realiseren waarin we sport, kunst en cultuur en natuureducatie samen aanbieden. Het eerste schoolplein in Emmen is net klaar.”
Gelderland: een sportakkoord met 160 organisaties
Sport is in de ogen van Jan Markink, gedeputeerde in de provincie Gelderland (VVD), een kerntaak van een provincie. “Maar wel in een bredere context, in verbinding met andere sectoren als economie en gezondheid. Je ziet ook dat de provincie zich bezighoudt met leefbaarheid, gezondheid en voeding. Sport past daar ook bij.”
Markink stopt na de komende verkiezingen af als gedeputeerde, een functie die hij twaalf jaar heeft vervuld. In die jaren is de houding van de provincie ten opzichte van sport veranderd. “In mijn eerste periode zaten we heel erg op sport an sich. Er ging veel geld naar accommodaties en evenementen. Dat is verschoven naar de intrinsieke waarde van sport en bewegen.”
De provincie trekt jaarlijks zo’n € 5 miljoen uit voor sport. “Een euro die je in de sport steekt, rendeert heel goed”, stelt Markink. “Ik ben trots dat we in Gelderland een sportakkoord hebben waaraan 160 partijen zich hebben verbonden. Daarin gaat het ook over inclusie, armoede, achterstandswijken, de kwaliteit van de verenigingen.” Aansprekende projecten zijn Sportief Groot Worden – waarmee basisschoolleerlingen in aanraking komen met sport en bewegen – en daarmee samenhangend het Gelders Model talentontwikkeling.
Gelderland investeert ook in grote evenementen, bijvoorbeeld het WK volleybal voor vrouwen in 2022 en het WK BMX een jaar eerder. Daarbij maakt Gelderland altijd de verbinding met breedtesport. Zo zijn met een succesvolle subsidieregeling maar liefst 30 netsportvelden aangelegd in Gelderland.
Zeeland zet in op buitensport in de natuur
Zeeland heeft weinig inwoners en gemeenten in vergelijking met andere provincies. Dat betekent dat in de provincie samenwerking voorop staat en de lijnen met wethouders en gedeputeerde kort zijn. Patrick Vader, directeur van SportZeeland, geeft de sportverenigingen als voorbeeld van die afstemming. “In de laatste tien jaar is een kwart van de verenigingen verloren gegaan, maar we zijn wel meer elders gaan bewegen. De rol van de sportvereniging zoals vroeger is er niet meer.”
Dat vraagt om innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld voor hockey waarvan de ledenaantallen teruglopen. “We moeten een goede balans vinden tussen openbare ruimte en toekomstbestendige voorzieningen. Voor hockey zou je kunnen denken aan drie sterke verenigingen – in plaats van de vijf clubs die we nu hebben – en meerdere locaties in Zeeland waar hockey wordt aangeboden. Zo willen we voor elke sport kijken wat nodig en mogelijk is.”
Zeeland zoekt de samenwerking ook als het gaat om het gebruik van de natuur. “78% van de Zeeuwen wil heel graag buiten sporten”, zegt Vader. “Daarbij moeten we wel zorgen voor een gezonde balans tussen natuur, natuurliefhebbers en sporters.” SportZeeland houdt bij zulke vraagstukken sessies met alle betrokkenen om oplossingen te vinden. Dat blijft ook in de komende collegeperiode ongetwijfeld een uitdaging.
Structureel sportbudget in Noord-Brabant
“Het belangrijkste succes van deze collegeperiode is het structureel opnemen van een substantieel bedrag aan middelen voor sport op de provinciale begroting”, zegt Thirza Brinkhoff, manager innovatie van BrabantSport. “Hieruit blijkt ook dat sport in deze periode hoger op de politieke agenda is komen te staan.” Brigitte Musters, directeur Sportservice Noord-Brabant (SSNB), voegt daaraan toe: “Onze provincie heeft de focus weliswaar op topsport, evenementen en innovatie via BrabantSport, maar heeft gelukkig ook initiatieven in breedtesport, sportstimulering, vooral vanuit bovenlokaal perspectief. Er wordt meerjarig geïnvesteerd in duurzaamheid, Uniek Sporten en het programma Doortrappen.”
In de afgelopen periode zag ook het BrabantSport Fonds het licht: een publiek-private samenwerking, gericht op de maatschappelijke activatie van vier doelgroepen, gekoppeld aan een Brabants topsportevenement (zoals de start van wielerronde Vuelta in Nederland en de WK veldrijden).
Sport en bewegen voor je gezondheid is mede door corona sterker op de agenda gekomen van de provincie. BrabantSport ziet daar de verbinding met de maatschappelijke waarde van (top)sport. Brigitte verwacht vanuit SSNB in de komende periode meer aandacht voor bewegen in de openbare ruimte en inclusie. De vraag is wel of er structureel meer geld bij komt, aangezien Noord-Brabant moet bezuinigen op de structurele begroting. Maar: in februari 2023 is het beleidskader Levendig Brabant vastgesteld, met onder meer de ambitie: ‘Brabant zet zich in voor het allerbeste culturele, sportieve en toeristisch-recreatieve klimaat van Nederland’. Het begin is er: vanuit het vrijetijdsbeleid zijn al thematische wandel- en fietsroutes gelanceerd.
SROI van sport en bewegen
Speciaal voor de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart 2023 heeft Kenniscentrum Sport & Bewegen het gemiddelde van alle gemeentelijke SROI’s (Social Return On Investment) in de provincies op een rij gezet. Let op: dit is geen weergave van de maatschappelijke opbrengsten in relatie tot de investeringen van de provincie, maar een gemiddelde van alle gemeenten samen. Lees meer: SROI van sport en bewegen