Revalidatie 2.0: de patiënt meer regie over zijn eigen herstel dankzij technologie
Wie een zware blessure oploopt, zoals een kruisbandblessure, wacht een lang traject. Veel bezoekjes aan specialisten, volop oefeningen doen en verder maar hopen op een gunstig verloop van het herstel. In deze tijd van smartphones en fitbits moet dat toch anders kunnen, dachten onderzoekers van de Zuyd Hogeschool. Ze tuigden een projectgroep op om te onderzoeken hoe technologische toepassingen het klassieke revalidatieproces naar een hoger niveau kunnen tillen.
Project ‘De patiënt weer in zijn kracht’
Onderzoekers Ruud Bongers en Renée van den Heuvel, beiden verbonden aan het Lectoraat Voeding, Leefstijl en Bewegen, nemen samen met het Lectoraat Smart Devices deel aan het project ‘De patiënt weer in zijn kracht’. Centraal in dit project staat zelf-monitoring bij revalidatie.
Als de patiënt zelf zijn herstel monitort – hij kan bijvoorbeeld zien of hij oefeningen juist uitvoert – en kan delen met zijn begeleiders, dan levert dat voor beide partijen winst op. Uit de literatuur is namelijk bekend dat het gebruik van eHealth kan leiden tot het nemen van meer verantwoordelijkheid voor het revalidatieproces. Doordat patiënten een meer gelijkwaardige partner worden in het proces, zijn ze bovendien vaak gemotiveerder en tevredener over de kwaliteit van de zorg. De winst voor de begeleider is dat hij beschikt over een schat aan data waarmee hij de revalidatie kan volgen en sturen.
Met een eHealth platform meer regie voor de patiënt
Het onderzoeksproject, dat startte in 2017 en tot medio 2019 loopt, spitst zich toe op patiënten die revalideren van een beruchte blessure: de beschadiging van de voorste kruisband (VKB). In het zelf-monitoringsysteem worden de data die de patiënt (deels) zelf verzamelt met de betrokken specialisten gedeeld op een digitaal platform, het eHealth platform.
Renée van den Heuvel licht het concept van de VKB-monitor toe: “Wat je nu ziet bij de VKB-revalidatie is dat de patiënt aan de fysiotherapeut vraagt: “Zeg maar wat ik moet doen om zo snel mogelijk weer te kunnen sporten.” Het idee van zelf-monitoring is dat we de patiënt in zijn kracht zetten bij zijn revalidatie door hem inzicht te geven in zijn eigen herstel. In dit project stelden we vanuit verschillende invalshoeken – patiënten, fysiotherapeuten, onderzoekers en technici – de vragen: wat zijn de behoeften, hoe kun je dat meten en hoe kun je dat vormgeven in een eHealth platform?”
Thuis aan de slag
“Wij hebben ook observaties bij fysiotherapeuten gedaan”, vertelt mede-onderzoeker Ruud Bongers, in zijn vrije tijd fanatiek triatleet en in het verleden zelf vaak geblesseerd geweest. “Je ziet dat fysiotherapeuten een oefening voordoen en dat de patiënt daarmee thuis aan de slag gaat. Maar dat gaat natuurlijk lang niet altijd goed.” Vandaar dat de onderzoekers inzetten op het gebruik van technische hulpmiddelen, zoals activiteitenmeters en smartphones. Maar denk ook aan hulpmiddelen als ‘slimme’ zooltjes die de drukverdeling van de voet meten en deze via een app real time weergeven tijdens het lopen. Of een speciale broek, voorzien van sensoren. Zo’n EMG-broek laat via een app de spieractiviteit zien. Zo krijgt de patiënt op een directe, laagdrempelige manier feedback over het aanspanningspatroon van grote spiergroepen in de bovenbenen en billen.
Direct en laagdrempelig dus. De manier waarop de patiënt feedback over zijn voortgang krijgt, is namelijk heel belangrijk, zo merkten de onderzoekers. Daarom trekken de app-bouwers nauw op met de gebruikersgroepen. “Je moet het simpel houden”, weet Bongers. “De patiënt wil graag meteen feedback krijgen. Dus als hij een oefening fout doet, dan is het fijn als hij door middel van video of spraak kan zien of horen hoe hij het wél moet doen.”
Deelnemende patiënten krijgen ook vragenlijsten via het digitale platform toegestuurd en voeren zelf metingen uit. Daarbij maken maken ze ook video’s en foto’s, bijvoorbeeld op het moment dat ze last krijgen van een dikke knie en dat digitaal melden. Van den Heuvel: “Daar krijgt de fysiotherapeut dan een melding van. Bij het reguliere consult kijken ze vervolgens samen de beelden en gegevens terug om te zien waar het probleem mogelijk vandaan komt.”
De rol van de fysiotherapeut
In plaats van een afspraak met de fysiotherapeut af te wachten, gaat de patiënt nu dus zelf actief aan de slag met zijn revalidatie. Van den Heuvel omschrijft deze transitie voor de begeleidende specialist als volgt: ‘zorgen voor’ wordt ‘zorgen dat’. Met andere woorden, zijn rol wordt ervoor zorgen dat de patiënt zelf tot actie overgaat en dat hij zich verantwoordelijk voelt voor zijn eigen proces. De technologische innovaties zijn daarvoor cruciaal. Doordat de patiënt meer zicht en grip krijgt op zijn eigen herstel, raakt hij ook gemotiveerder.
Sprongtest met je smartphone
Bongers, die van huis uit mechanische ingenieur is, ontwikkelde samen met studenten van de opleidingen Engineering, Gezondheidszorg en ICT van zijn hogeschool zelf ook een app om sprongtesten mee te doen. “Daarmee kun je het verschil in sprongafstand tussen het geblesseerde en het gezonde been meten. Door dat consequent te doen, kun je iets zeggen over de vooruitgang van de patiënt. Bij een klassieke meting wordt zoiets met een rolmaat gedaan, maar je kunt het veel nauwkeuriger en sneller met de smartphone doen. Aan de hand van sensordata kunnen we afleiden hoeveel progressie de patiënt boekt.”
De toekomst van revalideren met eHealth
De VKB-monitor is momenteel een Minimal Viable Product (MVP). Dat betekent dat het product in de ontwikkelingsfase zit en zeker nog verbeterd moet worden. Bovendien is het zaak om de beschikbare data nog slimmer te delen onder de betrokken specialisten. Idealiter, stellen de onderzoekers, komt alle informatie op één plek terecht, waarbij de patiënt bepaalt met wie de informatie gedeeld wordt.
Wat zien Van den Heuvel en Bongers als ze naar de toekomst kijken? Ze verwachten dat de inzet van sensoren, smartphones en andere hulpmiddelen veel winst zal opleveren voor revalidatieprocessen, maar ook op andere (niet-medische) terreinen, zoals de verbetering van sportprestaties. Met name op het gebied van sensorfeedback is nog winst te behalen, stellen de onderzoekers.
Van den Heuvel: “We zien in elk geval dat de patiënten enthousiast zijn over smart devices en dat ze ervoor open staan, net als de meeste therapeuten. Er zijn er natuurlijk ook specialisten die wat terughoudender zijn bij het gebruik van nieuwe technologieën, misschien omdat ze vrezen dat ze uiteindelijk minder werk zullen hebben.” Bongers: “Maar ook deze beroepsgroep zal zich in de toekomst toch moeten kunnen onderscheiden. Het toepassen van nieuwe technologieën is daarvoor natuurlijk een uitstekend middel. Zij kunnen daardoor de patiënt bovendien betere zorg verlenen.”
Meer lezen
Wil je meer informatie over het project en de deelnemende partijen? Kijk dan op de website van Zuyd Hogeschool. Of lees hier de factsheet over het project.