Spring naar content

Samenwerking sport en zorg voorwaarde voor hulpverlening kwetsbare jongeren

Niels Hermens verdedigde op 3 december zijn proefschrift. Hij onderzocht integrale samenwerking tussen de sport en de zorg. En dan specifiek bij kinderen en jongeren in complexe probleemsituaties, waarbij sport onderdeel uitmaakt van de hulp. In dit artikel lees je welke kennis, inzichten en adviezen Niels Hermens op basis van zijn onderzoek heeft ontdekt.

Er zijn hoge verwachtingen over het positieve effect van de sport op de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren. Maar is die claim terecht? Onderzoekers van Wageningen University doen sinds 2013 onderzoek om meer te kunnen zeggen over dit thema.

Lees hier meer over de betekenis van sport voor kwetsbare jongeren, inclusief het Whitepaper over Jeugdzorg & Sport.

Wat heeft hij onderzocht?

Geregeld worden vage claims gemaakt over persoonlijke ontwikkeling en de bijdrage die sport zou kunnen leveren aan kwetsbare jongeren. Veel van dergelijke projecten gaan niet gepaard met duidelijke omschrijvingen van hoe sport ingezet kan worden om de kwetsbaarheid te laten afnemen en aan veerkracht te winnen. Definities van concrete en meetbare uitkomsten die men wenst te bereiken zijn meestal afwezig. Toch is dat van groot belang.

Hermens heeft in dit veld gekeken naar de samenwerking tussen jeugdhulporganisaties en sportverenigingen. Die samenwerking is nodig om kwetsbare kinderen en jongeren te begeleiden naar sportverenigingen, waar zij de mogelijkheid krijgen om zich positief te ontwikkelen. Deze samenwerking is complex, want de wereld van sport en de wereld van de hulpverlening kenmerken zich eerder door verschillen dan door overeenkomsten.

3 Hoofdvragen

Juist de samenwerking tussen sport en jeugdzorg was het onderwerp van studie. Iedereen begrijpt dat samenwerking heel fundamenteel is voor een succes. Maar hoe je deze samenwerking het beste kunt inrichten, is onduidelijk. Vertaald naar vragen die aansluiten bij de praktijk, gaat Niels Hermens’ onderzoek over:

  1. Wat weten we uit onderzoek over de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden in sportprogramma’s voor kwetsbare jeugd?
  2. Wat maakt samenwerking tussen sport en jeugdhulporganisaties succesvol?
  3. Welke onderliggende dynamiek in die samenwerking draagt bij tot inbedding van de samenwerking in het sociale beleid in de gemeente?

Hoe heeft hij het onderzocht?

Niels heeft gekozen voor meerdere onderzoeksstrategieën die elkaar versterken. Hij maakte gebruik van onderling op elkaar volgende deelstudies, waarbij het resultaat van de ene studie een start is voor de volgende. De eerste vraag heeft hij beantwoord door een kritische literatuurstudie: wat is er al bekend over deze samenwerking – waar voordeel mee gedaan kan worden. Wat opvalt is:

  • Veel onderzoeken focussen op de meetbare en harde aspecten van ontwikkeling van vooral cognitieve en sociale vaardigheden in sportprogramma’s. Positieve bijdragen liggen dan ook op dat vlak.
  • Er is weinig onderzoek gedaan naar de meer emotionele ‘zachte’ kanten van de ontwikkeling van jongeren.
  • Er waren ook studies waarin vaardigheden niet verbeterden. Of waarin twijfel werd geuit over of de jongeren de vaardigheden die zij toonden tijdens het sporten, ook elders benutten.

Wat maakt samenwerking tussen sport en jeugdhulp succesvol

Wat in de samenwerking tussen sport en jeugdhulporganisaties maakt de samenwerking succesvol? Elementen die Hermens daar bloot legt, zijn:

  • Aanwezigheid van urgentie en belang bij de overheid op dit thema.
  • Professionals uit de jeugdhulpverlening die de sport van binnenuit kennen, zijn beter in staat om de waarde van sport te benutten – dan collega’s zonder sportervaring.
  • Door ervaringen als sporter of als vrijwilliger op te doen, kunnen professionals de sport als podium of als oefenruimte benutten. Deze groep heeft meer vertrouwen dat zij op basis van die ervaringskennis oefeningen kunnen programmeren die bijdragen aan de competentieontwikkeling van jeugd en jongeren.
  • Het is van belang dat deze vorm van hulp herkend en erkend wordt als onderdeel van een professioneel handelingsrepertoire. Dat de sportvereniging samenwerkt met de beroepskrachten uit de jeugdzorg. Door hun krachten te bundelen om deze jongeren een veilige en stimulerende omgeving te bieden die bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling.

Taalverschillen

Samenwerking is niet gemakkelijk. De achtergronden van de professionals en vrijwilligers in de sport, het taalgebruik en de aard van de betrokkenheid verschillen. Dat doet een groot appel op het proces in de samenwerken. Ook omdat – aldus Hermans – de praktische mogelijkheden zo uit elkaar lopen. Bijvoorbeeld omdat de tijdstippen waarop de hulpverlening actief is, zo anders is zijn dan de sport: die in de vrije-tijd opereert. Iets dat de samenwerking niet vergemakkelijkt en niet bijdraagt aan de bekendheid en zichtbaarheid van de samenwerking. Hermens geeft hier een aantal adviezen over.

  • Hij bepleit dat de relaties die de vereniging al heeft op dit gebied, beter ingezet worden. Dus betrek mensen uit de vereniging die bekend zijn met de zorg. En bouw deze netwerken uit. Deze mensen en hun expertise genieten immers een mate van vertrouwen bij de samenwerkingspartner.
  • Leden van een vereniging die een dubbelrol hebben omdat ze zelf werken in de zorg, hebben bij uitstek de mogelijkheid als een brug te functioneren tussen beide werelden. Zet hen in als leidende figuren vanuit de sport, die de afstand tussen de werelden kunnen verkleinen.
  • Vertrouwen is nodig voor een effectieve samenwerking. Hermens tamboereert op het winnen van vertrouwen aan beide kanten, iets wat tijd kost maar voorwaardelijk is voor een duurzaam verband.

Waarde van het onderzoek voor de praktijk

Ook in het rijksbeleid ligt de nadruk op preventieve hulp en hulp via informele netwerken – zoals de sportvereniging. Dat zien we terug in het Sportakkoord en in de Preventienota. Lokaal zijn deze beleidsdocumenten een aangrijpingspunt voor een meer lokaal of streekgebonden antwoord.

De sportvereniging kan onderdeel zijn van het netwerk dat op steeds meer plekken in het land aandacht heeft voor de sportvereniging als bijdrage aan de zorg voor kwetsbare jeugd. De leefstijl van kinderen en de mensen in hun leefomgeving, zijn communicerende vaten die het gedrag van de kinderen en jongeren beïnvloeden. Dit maakt dat de sport, de hulpverlening en het lokaal sociaal beleid de aanwijzingen die Hermens op basis van zijn onderzoek geeft serieus moet nemen.

Bekijk hier het volledige proefschrift van Niels Hermens.

Meer lezen? Vind publicaties over kwetsbare jongeren en sport in de Kennisbank Sport en Bewegen.