Sport als bron van waardevolle ontmoetingen
Frank van Eekeren onderzoekt in het lectoraat ‘Impact van Sport’ aan De Haagse Hogeschool de maatschappelijke impact van sport binnen stedelijke omgevingen en in relatie tot grote sportevenementen. Op 26 november hield hij zijn digitale intreerede als lector. Op verzoek van Kenniscentrum Sport & Bewegen schreef hij een column over het onderzoeken van dit thema.
Niet lang geleden gaf ik een college in de kantine van korfbalvereniging HKV/ Ons Eibernest in Den Haag. Ik wilde mijn studenten op deze locatie laten zien wat de rol kan zijn van een sportvereniging in een kwetsbare wijk. Onverwacht meldde zich een groep van tien moeders uit de wijk die samen wilden gaan sporten. Toevallig was de trainer die hen zou begeleiden die ochtend ziek. Een studente lichamelijke opvoeding uit mijn groep meldde zich als vrijwilligster om deze taak over te nemen en zij stapte uit het college om met deze groep vrouwen aan de slag te gaan. Aan het eind van de training kwam ze enthousiast weer terug; er had een waardevolle ontmoeting plaatsgevonden.
Waardevolle ontmoeting als pijler
In mijn lectoraat staat het concept ‘waardevolle ontmoeting’ centraal als een van de pijlers die de maatschappelijke bijdrage van sport aan de samenleving kan dragen. Ik probeer in het onderzoek nieuwe methoden uit waarmee we die bijdragen tastbaar in beeld kunnen brengen. Tegelijkertijd bestuderen we hoe innovatieve organisatie arrangementen tussen sportaanbieders en beleidspartijen kunnen leiden tot waardevolle ontmoetingen.
Zonder ontmoeting ontstaat vervreemding, afwijzing of angst voor elkaar
Al in 1954 vestigde sociaal psycholoog Gordon Allport de aandacht op het belang van contact tussen groepen die elkaar normaal gesproken niet zo snel ontmoeten, ook wel aangeduid met de term ‘intergroep-relaties’. Door ontmoetingen tussen groepen ontstaat contact over allerlei vraagstukken, en daarmee ontstaan ontmoetingen die de deelnemers helpen elkaar beter te begrijpen. Die ontmoetingen zijn waardevol omdat ze er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen het gevoel krijgen ergens bij te horen en gehoord te worden. Zonder dat ontstaat vervreemding, afwijzing of angst voor elkaar. De huidige samenleving vraagt, door al zijn diversiteit, opnieuw aandacht voor deze inzichten.
Gemis aan sociale cohesie
In Den Haag Zuidwest, waar HKV/ Ons Eibernest gevestigd is en veel van ons onderzoek plaatsvindt, wonen 150 nationaliteiten bij elkaar. Slechts een derde van de mensen voelt zich er thuis. Het samenleven van de inwoners is door die diversiteit ingewikkelder dan gemiddeld. Veel van de migranten die daar wonen, verwachten bovendien maar tijdelijk in Nederland te wonen. Daarnaast worden deze lokale woongemeenschappen beïnvloed door een politiek klimaat waarin allerlei maatschappelijke misstanden en problemen geregeld worden toegeschreven aan ’nieuwkomers’. Daarmee is niet bepaald een ideale context ontstaan om elkaar in de wijk te ontmoeten en relaties op te bouwen.
150 nationaliteiten in één wijk; slechts één derde voelt zich er thuis
Dit geldt zeker in de coronatijd, waarin mensen nog meer van elkaar geïsoleerd zijn dan anders. En zij hun informatie veelal betrekken uit door algoritmen gestuurde sociale media die de verschillen tussen sociale en culturele groepen eerder benadrukken dan verkleinen. Dat resoneert sterk in een wijk als Den Haag Zuidwest, waar het verlies aan sociale samenhang en verbinding met de wijk dan ook merkbaar is. Sport kan hierbij een rol spelen, als verbinder en als – zoals ik dat eerder in mijn proefschrift De Waarde(n)volle Club noemde – waarde-creator.
Sport als bron
Op en rond het sportveld kunnen waardevolle ontmoetingen plaatsvinden die ervoor zorgen dat meer mensen meedoen, meer begrip krijgen voor elkaar en zich onderdeel voelen van een groep of gemeenschap. Juist in coronatijd missen we dit aspect van de sport. Uit recent onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat leden van sportverenigingen vooral het samen sporten, contacten met andere leden en het drankje na afloop in de kantine missen. Sport heeft voor hen niet alleen een sportieve maar ook een verbindende sociale waarde. Maar dit gemis geldt buiten coronatijd ook voor mensen die de toegang tot sport niet zo gemakkelijk vinden; door culturele, economische of persoonlijke barrières.
Een toegankelijke sportvereniging, hoe doe je dat?
In Den Haag werken verenigingen, andere sportaanbieders en gemeente samen om de toegang tot sport voor mensen die niet zo vaak of helemaal niet sporten makkelijker te maken en zo waardevolle ontmoetingen te creëren. In die zoektocht zien we heel verschillende benaderingen.
Een jongerenwerker in Moerwijk bijvoorbeeld is bezig met een groepje jongeren dat is gaan kickboksen. Hij is eenvoudig begonnen met het zoeken en aanspreken van jongeren op hangplekken en in het wijkcentrum, met als strategie om eerst maar eens een enkeling te motiveren. Hij doet dit vooral door die jongens te vragen wat ze willen en dat ook mogelijk te maken. Eerst kwamen er slechts enkele geïnteresseerden op zijn initiatief af, maar na verloop van tijd groeide het kleine groepje uit naar 25 jongeren. En naast samen sporten werd er langzaam maar zeker ook samen gegeten en zo ontstonden ook nieuwe ontmoetingen tussen mensen die elkaar eerder niet kenden.
Vrij komen sporten, zonder meteen lid te moeten worden
Verenigingen komen ook met nieuwe aanpakken. Sport Vereniging Erasmus bijvoorbeeld wilde meer betrokkenheid met de buurt en stelde zich open voor een ‘vitality club’: een groepje mensen dat vrij kon komen sporten, zonder de directe verbinding aan contributie of een lidmaatschap. Dat clubje is een hechte groep geworden in de loop van de tijd, die overweegt om zich binnenkort als team in te schrijven in de vereniging, waarmee de deelnemers dus ook leden worden.
Begrip ontstaat door het erkennen van verschillen
Wanneer je groepen met mensen met verschillende achtergronden samenbrengt, vallen de verschillen het eerst op. Dat kunnen verschillen zijn op het gebied van religieuze gewoonten, maar ook groepscodes die gedrag, humor en onderling respect sturen en die leden van andere groepen niet altijd meteen kunnen begrijpen of waarderen. Dit soort verschillen wordt maar al te vaak vergroot tot stereotype tegenstellingen. Denk alleen maar aan harde confrontaties op het veld die vooroordelen bevestigen over ‘asociale allochtonen’ en ‘botte Hollanders’ of over ‘kakkers’ en ‘tokkies’.
Confrontaties op het veld die vooroordelen bevestigen
Ontmoetingen tussen andersdenkenden of mensen met andere culturele, etnische of religieuze achtergrond zijn vaak moeizaam en kunnen schuren. Zo was een van de studenten in mijn klas verbolgen dat de sportende moeders door religieuze opvattingen alleen een vrouwelijke student als trainer wilden. Een gesprek daarover was verhelderend. De moeders accepteerden ook na het gesprek nog steeds geen mannelijke trainer en de student stemde nog steeds niet in met hun opvattingen, maar er ontstond wel meer begrip voor elkaar.
Uitdaging voor sportaanbieders
Bestuurders en trainers bij sportaanbieders zien deze verschillen ook en ervaren de uitdaging om er constructief mee te leren omgaan. De sporttrainer die zich bij zijn trainingen geconfronteerd ziet met een groeiend aantal ‘illegale’ Turkse voetballertjes die geen lid zijn maar met hun vriendjes gratis komen meetrainen, kan ervoor kiezen die jongens de volgende keer te weigeren. Hij kan ook met hen in gesprek gaan om een nieuw team te vormen in de competitie. De vereniging die bij wijze van introductiegebaar groepen minder daadkrachtige sporters toelaat zonder contributie te heffen, zal op een zeker moment tegen onbegrip aanlopen van de leden die wel contributie betalen.
Illegale mee-sporters weigeren? Of in gesprek gaan?
Er bestaan geen blauwdrukoplossingen voor dergelijke uitdagingen, maar er zijn wel keuzes te maken. Zo’n keuze moet passen bij de sociale omgeving én de identiteit van de sportaanbieder. Soms betekent dit dat een sportaanbieder, bewust of onbewust, mensen buitensluit. Dat is deels eigen aan ‘verenigen’. Tegelijkertijd dienen gemeentebestuurders en koepelorganisaties in de sport voor ogen te houden dat de sport als geheel voldoende ruimte moet bieden voor alle groepen in onze samenleving en dat zij ontmoetingen tussen deze groepen faciliteert.
Experimenteren in Living Labs
Uiteindelijk willen we in het lectoraat samen met sportaanbieders en gemeenten meer kennis verkrijgen over hoe we waardevolle ontmoetingen kunnen creëren, organiseren en faciliteren. In Haagse livings labs experimenteren we op wijkniveau met verschillende vormen van sportaanbod en manieren van organiseren. Dat leidt tot kennis die ook relevant is voor andere wijken, steden en dorpen, zodat ook daar de sport en de omgeving zo kunnen worden ingericht dat bewoners meer samen sporten, samen langs de lijn staan en samen een drankje drinken na afloop in de kantine.
De omstandigheden in een Haagse wijk verschillen natuurlijk van die in een dorpsgemeenschap, maar ook daar speelt diversiteit een belangrijke rol. Vaak zijn er in dorpen minder keuzemogelijkheden om te gaan sporten en komen alle gezindten elkaar tegen bij dezelfde sportaanbieders. De maatschappij is hoe dan ook divers en we zullen manieren moeten vinden om daar constructief mee om te gaan.
Tweede onderzoekslijn
In de coronatijd is het extra lastig, niet alleen voor de sporters die elkaar veel minder treffen dan voorheen, maar ook voor ons als onderzoekers. De tweede onderzoekslijn van het lectoraat bijvoorbeeld is gericht op het onderzoeken van de sociaal maatschappelijke impact van grote evenementen. Ik hoef niet te beargumenteren waarom we die nog even niet actief onderzoeken. Maar we hebben goede hoop dat we volgend jaar ook deze lijn kunnen gaan versterken. Intussen gaan we ontmoetingen in het land organiseren – al dan niet digitaal – met bewoners, sportbestuurders, politici, buurtsportcoaches, welzijnswerkers en onderzoekers, waarin we kennis, best practices en dilemma’s met elkaar gaan delen. Dat beschouw ik bij voorbaat als waardevol.
De digitale intreerede die Frank van Eekeren als lector Impact of Sport hield, georganiseerd door de gemeente Den Haag en de Haagse Hogeschool, kun je hier terugzien.