Spring naar content

Sport en corona: bedrijfsleven gesprekspartner voor sport- en beweegbeleid

Welke impact heeft corona op de samenwerking tussen bedrijfsleven en sport? Hoe ziet die samenwerking er eigenlijk uit? En welke rol zien commerciële organisaties voor zichzelf weggelegd? Dit artikel is het vijfde in de reeks artikelen over de rondetafelgesprekken van het kennisconsortium Sport en corona* om de conclusies uit de in juni gepubliceerde monitor Sport en corona verder te verkennen.

Begin april deed het Mulier Instituut – als onderdeel van de monitor Sport en corona – onderzoek onder onder organisaties die bijdragen aan ongeorganiseerd sporten. In dit deelhoofdstuk van de monitor vind je de onderzoeksgegevens en uitgebreide conclusies.

Private partijen en sport

Het Brancherapport Sport van KPMG (2019) onderscheidt een aantal geldstromen door private partijen naar de sport:

  • Private partijen dragen bij door sponsoring bij aan de georganiseerde sport en ondersteunde topsport in Nederland via NOC*NSF. Sponsoring loopt voornamelijk via de propositie Partners in sport van NOC*NSF.
  • Private partijen dragen jaarlijks ongeveer € 25 miljoen bij aan sportbonden en ondersteunde topsport middels sponsoring.
  • Private partijen dragen jaarlijks ongeveer € 150 miljoen bij aan sportverenigingen middels sponsoring.
  • Private partijen dragen jaarlijks ongeveer € 120 miljoen bij aan anders georganiseerde sport via reclamegelden en huur van faciliteiten.

Inkomsten en kosten van de commerciële topsport

NOC*NSF levert geen – of steeds minder – geld aan de commerciële topsport zoals voetbal, wegwielrennen en schaatsen. Deze sporten genereren hun inkomsten (vooral) uit mediarechten, sponsoring door private partijen en entreegeld van toeschouwers. De financiële stromen binnen de commerciële topsport verschillen sterk binnen en tussen de diverse sporten. Denk aan wel / niet betalende toeschouwers, start- of prijzengeld, inkomsten uit loterijen en de gebruiksmogelijkheden van accommodaties.

Naast inkomsten, hebben topsport ploegen uiteraard ook kosten. Bijvoorbeeld op gebied van personeel: staf en sporters. Topsporters (en staf) van commerciële topsportclubs hebben meestal een arbeidsovereenkomst met de sportploeg BV. Het gaat vaak om langlopende contracten. Door een relatief zwakke concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland gaan we in Nederland sneller over tot vaste contracten. Deze arbeidsovereenkomst kunnen niet zomaar worden beëindigd. Soms werken topsporters als zzp’er bij een commerciële ploeg op basis van een ‘overeenkomst van opdracht’. In dat geval kan de overeenkomst op elk moment door de opdrachtgever worden beëindigd, tenzij anders afgesproken.

Welke impact heeft corona op deze balans van inkomsten en kosten? Door de coronacrisis kunnen commerciële ploegen het financieel lastig krijgen. Bijvoorbeeld omdat inkomsten zoals sponsorgelden en entreegelden wegvallen. En dat zou kunnen betekenen dat zij hun werknemers niet meer kunnen betalen. In dat geval kunnen ploegen mogelijk wel aanspraak maken op de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).

Inkomsten en kosten van betaald voetbalorganisaties

Volgens de Boer et al. (2020) halen voetbalclubs in de Eredivisie hun inkomsten hoofdzakelijk uit:

  • commercie (54%)
  • televisie (20%)
  • ticketing (19%)

Daarnaast kunnen voetbalclubs inkomsten genereren vanuit Europese competities. Opbrengsten uit transfers zijn bovendien een grote inkomstenbron voor veel clubs.

Meer dan de helft van de uitgaven van de betaald voetbalclubs (gemiddeld 56%) gaat naar lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenen. De voetbalclubs hebben geregeld een negatief saldo in hun reguliere bedrijfsvoering. Dat kunnen ze compenseren of beperken met transfergelden.

De verwachting was dat de opbrengsten uit transfergelden door de coronamaatregelen terugvallen. En: dat is bij de recente sluiting van de transferperiode internationaal ook het geval gebleken.

Verschil in inschatting omzetderving

Door de coronacrisis schat de KNVB een omzetderving van € 96 miljoen (peildatum juni) in het betaald voetbal voor het seizoen 2019/2020. Hiervan is € 82 miljoen geraamd voor de Eredivisie en € 14 miljoen voor de Keuken Kampioen Divisie. De omzetderving komt voort uit:

  • mislopen van wedstrijdbaten (€ 34 miljoen)
  • weggevallen sponsoring (€ 49 miljoen)
  • minder horeca opbrengsten (€ 8,5 miljoen)
  • overig (€ 4,5 miljoen)

In het onderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) wordt het inkomensverlies voor de Eredivisie voor seizoen 2019/2020 geschat op € 24 miljoen (peildatum mei). Dat is een flink verschil met de inschatting van de KNVB. Hoe kan dat? Anders dan de KNVB gaat de HAN ervan uit dat de inkomsten uit commercie voor dit seizoen niet of nauwelijks zullen veranderen.

Volgens de KNVB wordt de omzetderving voor het seizoen 2019/2020 overigens opgevangen door eigen kostenbesparingen, loyale fans/sponsoren, reserves en steunmaatregelen vanuit de overheid (waaronder de NOW-regeling die een deel van de salariskosten van voetballers en ander personeel compenseert).

Persoonlijke sponsoring topsporters

Naast de inkomsten uit een stipendium, of een contract bij een commerciële ploeg, kunnen topsporters persoonlijke sponsoren hebben. Ruim 20% van alle topsporters vult zijn of haar inkomen aan met sponsorgelden. In hoeverre de coronacrisis van invloed is op deze sponsorgelden is afhankelijk van de mate waarin een sponsor zelf negatieve economische gevolgen van de coronacrisis ondervindt. Sectoren die het momenteel zwaar te verduren hebben zijn onder andere de luchtvaartindustrie, hotelketens, leisurebedrijven, de horeca en uitzendbureaus.

“Het bedrijfsleven wordt gezien als consument en niet als partij die faciliteert in maatschappelijk belang.”

Wat vindt het bedrijfsleven zelf: verslag van de ronde tafel

Aan de ‘rondetafel’ zaten dit keer vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, die – vaak vanuit een partnership – sterk betrokken zijn bij de sportsector. De deelnemers dragen vooral bij aan de commerciële topsport. Ook hebben zij een groot aandeel in de realisatie van evenementen. Hugo van der Poel (Mulier Instituut) lichtte de uitkomsten van de monitor toe: “In deze eerste periode van de coronacrisis bestaat er nog veel onduidelijkheid over de duur en de gevolgen. Wel valt nu al te concluderen dat de geldstromen vanuit het bedrijfsleven naar de sport onzekerder worden. En: de focus lijkt te verschuiven van top- naar breedtesport en naar ‘sport als middel’ om andere doelen te realiseren.”

Onvoldoende in beeld

Tijdens het rondetafelgesprek kijken de deelnemers veel naar zichzelf. “We voelen ons niet gehoord en gezien als volwaardige gesprekspartner in sport- en beweegbeleid. Terwijl we toch een wezenlijk onderdeel zijn van het ‘ecosysteem’. We dragen niet alleen bij aan topsport, maar zeker ook aan breedtesport. Dus dat is meteen ook de opdracht aan onszelf. We moeten creatiever worden en onszelf steviger op de kaart zetten.”

Een mooi voorbeeld van een commerciële partij die creatief in sprong op corona is de Avond4daagse Home Edition. Tegen betaling van € 5 konden mensen een app downloaden en kregen ze alternatieve routes om een vierdaagse in hun eigen omgeving te lopen. Als ze vier dagen hadden gelopen, kregen ze via de lokale avondvierdaagse-organisatie een medaille thuis. Ook voor de Nijmeegse vierdaagse werd een digitale variant ontwikkeld.

Behoefte aan centraal loket

Het was tijdens het rondetafelgesprek (zomer 2020) nog te vroeg om conclusies te trekken over de inkomstenderving in 2020. Het doorgang vinden van wedstrijden mét of zonder publiek heeft daar veel invloed op. Ook omdat het voor organisaties met personeel in loondienst en met een eigen accommodatie lastig is om kosten te besparen.

En dan speelt natuurlijk de impact van de coronamaatregelen op de diverse bedrijfssectoren een belangrijke rol. Overigens bleek uit Europees onderzoek (mei 2020) dat er over het algemeen wel vertrouwen blijft in het lange termijn welzijn van de sponsor industrie, ondanks de huidige crisis. Of dat in de tweede helft van 2020 en verder nog zo blijft, is nog de vraag.

Eén ding is zeker, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zullen zich steviger moeten profileren bij beleidskeuzes voor sport en bewegen. Tijdens deze ronde tafel sessie wordt de behoefte en noodzaak geuit voor meer collectiviteit en belangenbehartiging. Om als partner uit het bedrijfsleven echt een rol te kunnen spelen bij beleidskeuzes op het gebied van sport en bewegen, is een sterke gezamenlijke propositie cruciaal. Alleen dan lukt het om bij beleidsmakers en de sportsector de hier geschetste problematiek in te brengen en een echte dialoog aan te gaan.

* Rondetafelsessies: hoe en wat?

Het kennisconsortium Sport en corona – Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport & Bewegen – deed begin juli een verkenning samen met deelnemers aan zes rondetafelsessies in Zeist. Op het platform Sport en corona delen we de komende tijd een reeks artikelen over een aantal deelaspecten van deze monitor. En over de impact van corona op de verschillende onderdelen van de sport: sportverenigingen, sportevenementen, bedrijfsleven en commerciële impact, ondernemende sportaanbieders en ongeorganiseerd sporten en bewegen.

In het kader van de coronamaatregelen waren de rondetafelsessies – onder leiding van extern gespreksleiders Femke Wolthuis en Stefan Wijers – in de praktijk kringen van stoelen op anderhalve meter van elkaar. En waar mogelijk werd naar buiten uitgeweken. Voor de terugkoppeling van deze kleinschalige rondetafelgesprekken is gekozen voor een geanonimiseerde vorm die recht doet aan het gesprek (Chatham House Rules). In de volgende monitor zullen de organisaties die zijn uitgenodigd, bij de bronnen worden vermeld.