Sportbeleid in Nijmegen: samen werken aan ‘groen, gezond en in beweging’
Gemeenten hebben veel ruimte om het lokale sportbeleid vorm te geven. Met de gemeenteraadsverkiezingen op komst vertellen vijf wethouders hoe zij hun inwoners aanzetten tot meer sporten en bewegen. In aflevering 5: Bert Velthuis, wethouder in Nijmegen.
Als wethouder sport kun je maar het best het goede voorbeeld geven. Daar is Bert Velthuis (SP) inmiddels van overtuigd. “In mijn eerste periode als wethouder deed ik alles met de auto. Mijn voorganger op sport, Renske Helmer-Engelbert, zei dat dat als sportwethouder niet meer kan. Vanaf die dag, vier jaar geleden, heb ik de auto laten staan. Nu heb ik jaarlijks 5.000 kilometer op mijn fietsteller staan. En ik voel me er veel beter bij.”
Die positieve ervaring wil hij iedereen geven, zeker de Nijmegenaren voor wie sporten en bewegen niet gewoon is. In februari 2022 is de sport en beweegnota Een Nimweegs hert veur sport en bewegen als hamerstuk door de gemeenteraad vastgesteld. Daarin krijgt inclusie van kwetsbare groepen en inzet op een beweegvriendelijke omgeving prioriteit. “Vier jaar geleden kreeg ik een sportnota van mijn voorganger om uit te voeren en nu doe ik hetzelfde voor mijn opvolger. Eigenlijk apart, maar dit is het type nota waarin geen grote nieuwe beleidsvisies worden verwerkt en daarom kan het toch. De gemeenteraad ging ook zonder meer akkoord.”
Als wethouder geeft hij zijn beleidsambtenaren veel vrijheid om zo’n nota op te stellen. “Ik geloof erin dat je zo de talenten van ambtenaren maximaal ontwikkelt. En ze weten toch wel wat ik met mijn politieke kleur belangrijk vind: opkomen voor de mensen die het minst hebben in de maatschappij. Juist die mensen, in kwetsbare wijken als Lindenholt, wil je alle kans geven te sporten en bewegen. Zij hebben het qua gezondheid en welzijn het meest nodig, maar het zijn juist ook de mensen die je het moeilijkst in beweging krijgt. Hun gevoel van ontspanning is op een bank tv kijken, liefst met een biertje erbij. Dat komt vanuit een tijd van vijf tot zes dagen per week fysiek intensief werken. Nu moet ik tegen die mensen zeggen dat ze moeten bewegen. Dat vinden ze uit mijn mond een lastige boodschap. Maar ik zeg het ze wel hoor, bij mijn bezoekjes in de wijk.”
Verleiden met wandelroutes in elke wijk
Nijmegen zet stevig in op beweegvriendelijkheid. “In elke wijk verleiden we inwoners met wandelroutes en fietspaden. We hebben zelfs wandelroutes voor mensen met rollators, met onderweg bankjes. En dan hoor ik van oudere mensen dat ze voor het eerst in jaren weer echt buiten in beweging komen”, zegt Velthuis. “Bewegen is ook elkaar ontmoeten, een sociaal gebeuren. Ik ga wel eens bij jeu-de- boulesbanen kijken – daar hebben we er veel van aangelegd de afgelopen jaren. Dan vragen ze me ook of we een paar bankjes kunnen neerzetten, juist voor het praatje. Het is geen topsport, maar mensen brengen hun lichaam in beweging en dat is wat ik belangrijk vind.”
Buurtsportcoaches zijn tegenwoordig steeds meer in en vanuit wijkcentra actief, en dat heeft een reden. Velthuis: “Vroeger waren de buurtsportcoaches vooral verbonden aan scholen, en nog steeds zijn zij actief bij een aantal achterstandsscholen. Maar de buurtsportcoaches trekken nu meer de buurten in. Ze spreken in wijkcentra mensen aan.”
Dan blijkt vaak dat een ongezonde leefstijl zelden het enige probleem is, maar dat ook problemen als schulden, laaggeletterdheid en een slechte gezondheid meespelen. “We willen in alle wijken een goed functionerend wijkcentrum hebben, waar mensen naartoe kunnen als ze gezondheidsproblemen of financiële problemen hebben. Het sport- en beweegbeleid wordt breder getrokken dan alleen de verenigingen en dat vind ik prima.”
Meer kruisbestuiving
Deze aanpak in de kwetsbare wijken is een voorbeeld van het integrale beleid dat het huidige college van B en W wil voeren. “Vier jaar geleden vergaderde iedereen nog apart, maar nu krijg je veel meer kruisbestuiving. Het integrale beleid is in Nijmegen met sprongen vooruit gegaan in de afgelopen jaren”, stelt Velthuis tevreden vast. Zo is de keuze om de EuroGames 2022 te ondersteunen – het grote LHBTIQ+ sportevenement deze zomer in Nijmegen – er een die voor Velthuis heel duidelijk verbonden is met D66-wethouder Grete Visser die diversiteit in haar portefeuille heeft. Hét voorbeeld van integraal beleid is voor de wethouder sport het initiatief ‘Wij zijn groen, gezond en in beweging Nijmegen’. Aan dit initiatief van de gemeente Nijmegen, Radboudumc en GGD Gelderland-Zuid hebben zich inmiddels vijftig organisaties verbonden.
De bedrijven, instellingen en andere organisaties verleiden Nijmegenaren meer te bewegen en gezonder te leven. Zij richten zich op acht thema’s: van een rookvrije organisatie en gezonde voeding tot voldoende beweging en een gezonde leefomgeving. Zo kunnen kinderen via Fitkidzzz bijvoorbeeld met gezond gedrag sparen voor cadeaus en organiseren bedrijven vitaliteitsweken voor hun medewerkers.
“Ieder probeert vanuit zijn eigen terrein invloed uit te oefenen. Afvalbeheerder DAR bijvoorbeeld doet hieraan mee voor zijn medewerkers. Als je de hele dag achterop de wagen hebt gestaan, heb je daarna in de kantine het meest zin in een broodje kroket. Die verkoopt DAR nog steeds , maar wel ietsje duurder dan eerst. En voor je bij die snacks bent, kom je eerst langs grote schalen met gratis appels.”
Nijmegen in cijfers
Nijmegen heeft iets meer dan 179.000 inwoners. Van hen voldoet 55% aan de Beweegrichtlijn. Iets meer Nijmegenaren (59%) sporten wekelijks. De inwoners kiezen relatief vaak voor individuele sporten: 27% doet aan fitness, 15% loopt hard en 3% zit op een racefiets. In alle drie de sporten behoort Nijmegen daarmee bij de hoogste aantallen van Nederland. Het gemiddelde sport- en beweeggedrag wordt mede beïnvloed door de aanwezigheid van de Radboud Universiteit en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen: die zorgen voor een toestroom van jonge mensen naar de stad, die deels na hun studie daar blijven wonen. (Sportopdekaart, 2020)
De 70-jarige Velthuis, die na de verkiezingen stopt als wethouder, noemt ‘groen, gezond en in beweging’ zijn belangrijkste nalatenschap. “Ik blijf het belangrijk vinden dat dit in Nijmegen op gang is gekomen. Ik denk zelfs dat het hoog tijd wordt om de omgeving erbij te betrekken, het Rijk van Nijmegen. We praten nu ook met zorgverzekeraars. Zij zouden meer geld moeten steken in preventie.”
De Nijmeegse aanpak past in een trend die Velthuis ziet en die bovendien de reden is dat hij achter de Sportwet staat die in de Tweede Kamer onder andere door partijgenoot Michiel van Nispen is voorgesteld. “We gaan preventie belangrijker vinden dan het curatieve. Dat vereist een omslag in het denken.” Een sportstelsel waarin de inzet van sport en bewegen op lokaal niveau is gegarandeerd, spreekt hem aan, zolang het maar op breedtesport is gericht.
Topsport en evenementen
Topsport is voor de SP-wethouder weer geen domein waar de gemeente in zou moeten investeren. Profvoetbalclub NEC hoeft vanuit die gedachte niet op steun te rekenen. “Ik vind topsport belangrijk als inspiratiebron voor een breder publiek. Zonder topsport zou de breedtesport geen kans van slagen hebben. We steunen NEC niet met publieke gelden, maar zijn wel betrokken bij hun maatschappelijke projecten. Daarvan ben ik wel gecharmeerd. Maar als ik moet kiezen naar waar het geld naartoe gaart, kies ik voor de breedtesport. We hebben geluk met de twee grote sportevenementen waar Nijmegen om bekend staat – de Vierdaagse en de Zevenheuvelenloop – die elk jaar weer aandacht vragen. Met zulke mooie evenementen proberen we ook de Nijmegenaar te verleiden om meer te sporten.”
Over deze serie
16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. In een serie van vijf artikelen vertellen wethouders over het sport- en beweegbeleid van hun gemeente en hun eigen rol daarin. Lees alle afleveringen: