Sportiefste Basisschool van Nederland: ‘Veel bewegen op school moet gemeengoed worden’
CBS Het Lichtpunt uit Rhoon won de prijs voor de Sportiefste School van Nederland van 2022. Daarnaast waren vier andere scholen genomineerd. In dit artikel vertelt directeur Rob Heidenreich over de aanpak die CBS Het Lichtpunt volgde. Ook geeft hij tips die je kunt gebruiken op jouw eigen school om meer te bewegen.
Elk jaar organiseert de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) met NOC*NSF en Kenniscentrum Sport en Bewegen en Special Heroes de verkiezing voor de Sportiefste School van Nederland. Alle scholen voor regulier en speciaal onderwijs kunnen meedoen. Doel van deze verkiezing is het waarderen van scholen en vaksecties die een buitengewoon goed of innovatief aanbod van bewegen en sport hebben voor hun leerlingen. En het inspireren van andere scholen met deze ‘best practices’. Het ene jaar staat het basisonderwijs centraal, het andere jaar het voortgezet onderwijs. Een deskundige vakjury toetst het sport- en beweegbeleid en -aanbod.
Het thema van de verkiezing van 2022 was ‘2+1+2’. Met dat concept streef je naar:
- 2 uur per week bewegingsonderwijs door een vakleerkracht
- 1 uur extra bewegen onder schooltijd, bijvoorbeeld door bewegend leren, begeleid buitenspelen of Motorische Remedial Teaching (MRT)
- 2 uur naschools georganiseerd beweegaanbod, bijvoorbeeld schoolpleinsporten, aanbod door verenigingen of aanbod door de buurtsportcoach
Alle genomineerde scholen hadden een sterke invulling van dit concept. De genomineerden lagen enorm dicht bij elkaar en blonken allemaal uit op een aantal beweegaspecten.
Sterk in de dynamische schooldag
Volgens de jury is CBS het Lichtpunt de terechte winnaar van de Verkiezing Sportiefste School van Nederland omdat de basisschool uitblinkt in de manier waarop ze de dynamische schooldag uitwerkten in een sterke visie. Kinderen zitten op deze school niet langer dan een half uur achter elkaar stil. De school heeft goed nagedacht over afwisseling tussen prikkelrijk en prikkelarm, binnen en buiten, fysieke en cognitieve inspanning en ontspanning. Er is daarbij oog voor de wensen en behoeften van alle leerlingen, zodat iedereen mee kan doen op zijn of haar eigen niveau. Hoe pakken directeur Rob Heidenreich en zijn collega’s dat aan?
Open staan voor leren op het juiste moment
Rob vertelt over de visie van Het Lichtpunt: “Wij vinden het belangrijk dat onze kinderen gedurende de hele dag afwisseling hebben tussen leren en bewegen. We geloven en zien in de praktijk dat dit hen goed doet. We zien blije kinderen, ze zijn gemotiveerd en we hebben minder gedragsproblemen, zoals kleine ruzietjes, op school. In die zin werkt bewegen ook preventief als je even van je plek af mag. Als je even mag rennen, lopen en bewegen. Daarna is de concentratie in de klas groter. Met deze beweegmoment zorgen we ervoor dat kinderen openstaan voor leren, op de momenten dat wij dat willen.”
Beweegonderwijs in het dna van de school
Rob is nu directeur van Het Lichtpunt, maar begon zijn loopbaan als vakleerkracht bewegingsonderwijs. Deskundig beweegonderwijs zit dus in zijn bloed en in het dna van de school. “Ik begon 17 jaar geleden op deze school”, blikt Rob terug. “Toen de vraag kwam of ik leiding wilde geven, heb ik als voorwaarde gesteld dat we een school zouden worden met een duidelijke beweeg- en sportsignatuur. Bewegen staat nu in onze visie en is ons speerpunt. We waren toen nog een startende school en we kregen die ruimte ook van het bestuur.”
In 17 jaar tijd groeide Het Lichtpunt van 44 naar 450 leerlingen en telt de school vier fulltime vakleerkrachten bewegingsonderwijs met een brede rol binnen de school. Ook begint vaardig bewegen op Het Lichtpunt al bij de allerkleinsten, want de kleuters krijgen vier lessen bewegingsonderwijs per week van de vakleerkracht.
Gestructureerd buitenspelen
Naast deskundig bewegingsonderwijs investeert Het Lichtpunt ook in buitenspelen. “Wij noemen buitenspelen bewust geen pauze, maar een buitenspeelmoment”, benadrukt Rob. “We gaan maar met een groep tegelijk naar buiten, zodat de kinderen veel ruimte hebben om allerlei verschillende beweegactiviteiten te doen. Dat ‘gestructureerde buitenspelen’ wordt georganiseerd door de vakleerkracht.
Juniorcoaches helpen tijdens het buitenspelen
Leerlingen uit groep zes helpen als juniorcoaches de vakleerkracht bij het buitenspelen van de kleuters. Juniorcoaches helpen niet een enkel keertje mee, maar mogen een hele week assisteren. Leerlingen uit groep zeven helpen bij het bewegingsonderwijs van de kleuters, als gymcoaches. En leerlingen uit groep acht helpen bij het buitenspelen van groep drie en ouder.
“Ja dat kost tijd”, zegt Rob, “want de gymcoaches en juniorcoaches zijn een hele week op momenten niet in hun eigen les. Maar ze groeien enorm door de ervaring van het coachen en lesgeven, hoe spannend ze het soms ook vinden. Ze worden er ook goed in begeleid.” We overleggen dit ook altijd goed met de groepsleerkracht, over hoe we het oplossen als een leerling de lessen moeilijk kan missen. Maar onze intentie is altijd om alle leerlingen de kans te geven deze rol te nemen.”
Bewegend leren circuit
Uniek op Het Lichtpunt is de aanpak van bewegend leren in het Motor & Learning Laboratorium. Dat is een ruimte in de school, waar elke groep twee keer per week naartoe gaat. Deze ruimte werd vroeger gebruikt voor de tussenschoolse opvang. Die stond vanwege het continurooster leeg.
In die ruimte begeleidt een vakleerkracht, samen met de groepsleerkracht, de kinderen door een circuit van bewegend leren activiteiten. Rob: “Kinderen doorlopen in groepjes alle stations, steeds drie minuten per station. Zo zijn er onder andere leermatten met reken- en taalkaartjes. Maar ook onderdelen voor het oefenen van de fijne motoriek en de schrijfmotoriek. Ook bieden we oefeningen met balanceren, die de ontwikkeling van de hersenen stimuleren.”
Bewegen als agendapunt
Om deze intensieve aandacht voor bewegen goed vast te houden, staat de dynamische schooldag structureel op de agenda van elke teammeeting. Het Lichtpunt heeft ook al meer dan tien jaar een Beweegteam, dat draagvlak creëert voor de dynamische schooldag, collega’s inspireert en activiteiten organiseert. In het Beweegteam zitten zowel vak- als groepsdocenten. Naast hun officiële werk, zijn zij ambassadeurs van bewegen door de hele school heen.
Rob legt uit wat het team in de praktijk doet. “Ze ondersteunen alle groepen met tips voor meer bewegen. Alle groepen hebben bijvoorbeeld een aantal deskbikes en het Beweegteam legt uit hoe je die goed inzet. Ook delen ze goede voorbeelden door de school heen. Bijvoorbeeld over hoe bepaalde groepen bewegend leren inzetten, bewegen op het schoolplein of hoe ze de Daily Mile invullen. Het Beweegteam maakt daar bijvoorbeeld filmpjes van, die ze delen met alle leerkrachten ter inspiratie.”
Team meenemen en nascholing
Want inspiratie blijft nodig op de school die groeide van 7 naar 42 collega’s. “Nieuwe collega’s komen natuurlijk meteen terecht in een beweegcultuur en worden er daar door ons ook in meegenomen”, legt Rob uit. “Om de mindset op bewegen vast te houden, zetten we het elke keer op de agenda en doen we doorlopend aan nascholing. We hebben al drie keer een tweedaagse nascholing rond bewegen georganiseerd, dat is meteen ook teambuilding. En ook Erik Scherder is hier op bezoek geweest. En als directie doen we zelf ook aan nascholing.”
Natuurlijk zijn er ook wel eens collega’s met een dipje. Rob: “Er wordt veel gevraagd van leerkrachten en dan moeten ze óók nog dagelijks de Daily Mile doen… Dan is de inzet van het Beweegteam ook weer heel waardevol, om in gesprek te gaan over hoe we wel tijd kunnen vinden. En bij sommige collega’s past onze beweegsignatuur uiteindelijk niet. Die voelen zich bijvoorbeeld meer op hun plek op een school met een creatieve signatuur of in een andere onderwijsvorm.”
Blijven investeren in deskundig personeel
We vragen Rob waar je nou het beste kunt beginnen als school, als je bewegen een meer prominente plek wilt geven. “Allereerst bij het gevoel dat dit goed is voor kinderen. En de vertaling daarvan in een beweegvisie voor de school. Maar realiseer je dat je hier doorlopend in moet blijven investeren. Ik heb de afgelopen jaren steeds heel hard m’n best gedaan bij ons bestuur en de raad van toezicht, om binnen de begroting ruimte te mogen maken voor bewegen. En dat is gelukt! We hebben intussen vier voltijd vakleerkrachten bewegingsonderwijs.”
Rob benadrukt daarbij dat je die extra gelden vooral moet gebruiken voor deskundig personeel. “Trek vakleerkrachten bewegingsonderwijs aan of andere experts die die rol kunnen pakken, zoals buurtsportcoaches of onderwijsassistenten met gevoel voor bewegen. Maar iemand moet de kar trekken, de spullen klaarzetten, weer opruimen, schoonmaken, aanvullen… Als je daar niet iemand verantwoordelijk voor maakt en uren voor geeft, gaat het drie keer goed en daarna staan het materiaal en je visie stof te happen. En dit is iets wat je niet allemaal van de groepsleerkracht kunt vragen, daar is echt een vakleerkracht bij nodig. Dus nogmaals: je moet investeren in geschoold personeel voor het vak bewegingsonderwijs.”
Zet in op breuken en bewegen
Ziet Rob de belangstelling voor bewegen toenemen in het onderwijs om zich geen? “Helaas nog te weinig”, vindt hij. “In het onderwijs gaat uiteraard de meeste aandacht uit naar lezen, rekenen en schrijven. Dat is ook onze ‘core business’ als school. En zeker nu de resultaten van scholieren achterblijven, zie je dat de meeste scholen daar nog meer in gaan investeren. Maar mijn visie staat daar haaks op. Ik geloof echt dat je juist andere dingen moet doen – zoals meer bewegen, om kinderen tot leren te laten komen.”
Wat is dan de drempel voor veel scholen volgens Rob? “Kijk, we krijgen gelukkig wel veel vragen van andere scholen over onze aanpak. Ze komen hier graag kijken om te leren hoe wij bewegen een plek geven. Maar als het erop aankomt, vallen veel scholen toch terug op ‘extra breuken oefenen in de klas’, in plaats van een beweegoefening met breuken doen op het schoolplein. Voor veel scholen zijn de Cito-toetsen en de inspectie de reden om toch weer niet in bewegen te investeren.”
Durf te kiezen
Rob: “Meer bewegen kan echt, maar het vraagt keuzes. Onze raad van toezicht van Het Lichtpunt is gelukkig helemaal overtuigd van de waarde van meer bewegen in het onderwijs. Zij willen de dynamische schooldag ‘light’ nu ook op de andere scholen gaan invoeren. Je ziet nu dat de Nationaal Programma Onderwijs-gelden vaak naar een extra groep op school gaan. Ik vind dat een gemiste kans. Je kunt ook voor je bestaande leerlingen iets extra’s aanbieden op gebied van bewegen. Veel bewegen op school moet gemeengoed worden in heel Nederland wat ons betreft.”
Doe ook mee met de verkiezing
Heb je nog vragen of wil je met jouw school meedoen aan de volgende verkiezingen? Neem dan contact op met Nathalie Termorshuizen van de KVLO of Eline Geschiere van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Lees meer
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen over scholen die ofwel de sportiefste schoolverkiezing hebben gewonnen of daarvoor waren genomineerd. Zie hier de andere artikelen die horen bij deze reeks:
- Zo zorgen deze vier sportieve basisscholen voor beweging tijdens en na schooltijd
- Streef je naar sportief VO? Dit doen de sportiefste scholen van 2021
- Het Calandlyceum in amsterdam: de sportiefste school van Nederland in 2021
- Voorbeelden van scholen die sporten en bewegen effectief inzetten
- Meer sport en bewegen in het speciaal onderwijs? Zo pakken de sportiefste scholen dat aan