Spring naar content

Sturen naar eigen oplossing: Motivational interviewing

Motivational interviewing is een gesprekstechniek om gedrag te veranderen. Diëtisten, praktijkondersteuners, docenten, buurtsportcoaches en andere professionals kunnen het inzetten om het sport- en beweeggedrag van hun cliënt te verbeteren.

Motivational Interviewing is een directieve persoongerichte gespreksstijl om verandering van gedrag te bevorderen door ambivalentie ten opzichte van verandering te helpen verhelderen en oplossen. Hierbij wordt de patiënt gestimuleerd om zelf (mede) verantwoording voor de behandelingskeuze te nemen.

Principes en gesprekstechnieken, op weg naar een gezond gewicht, vind je op deze pagina.

Een beknopte kennismaking met de praktijk, via een Engelstalige video:

Een meer uitgebreide introductie, van ruim zeventien minuten, eveneens in het Engels, via een Powerpoint-presentatie met begeleidend commentaar, vind je hier.

Vijf principes

  1. Leef je in. Toon respect voor je gesprekspartner en leef je echt in. Doe niet alsof. Door goed te luisteren laat je blijken dat je begrijpt wat je cliënt zegt, voelt en denkt. In een veilige omgeving kan deze zelf nagaan welke voor- en nadelen zijn leefwijze met zich meebrengt.
  2. Toon begrip voor weerstand. Weerstand tegen verandering is een signaal van betrokkenheid. Maar je cliënt is nog niet klaar om echt iets te doen. Toon begrip voor weerstand. Is je cliënt een keer niet zo gemotiveerd, doe dan wat rustiger aan. Laat hem plezier hebben, dan blijft de weerstand beperkt.
  3. Wees positief. Werk aan het geloof in eigen kunnen. Dat is de belangrijkste voorwaarde voor een aanpassing van gedrag, Bekijk wat wél lukt, in plaats van wat niet lukt.Kom met aantrekkelijke, concrete en haalbare doelen. Dat is goed voor de motivatie.
  4. Vraag naar argumenten. Cliënten weten vaak wel dat ze anders moeten gaan leven. Maar de voordelen van hun oude gewoonten wegen nog zwaar: genot, rust, veiligheid. Help ze het tegenstrijdige gedrag te benoemen. Help ze op weg naar de oplossing. Samenwerken en wederzijds vertrouwen zijn essentieel.
  5. Accepteer keuzes. Je cliënt is zelf verantwoordelijk. Daarom moet je zijn keuze altijd accepteren. Discussie is negatief. Die wijst erop dat je zijn keuze afwijst. En dat kan zelfs leiden tot verslechtering: meer eten, meer drinken, minder bewegen, vul maar in.

Gesprekstechnieken

  1. Stel open vragen. Hoe ziet je dagindeling eruit? Welke activiteiten zouden voor jou kunnen werken? Wat vind je leuk om te doen? Stel nooit gesloten vragen, die je kunt beantwoorden met allen ja of nee. Open vragen zijn niet bedreigend. Er blijkt interesse uit en ze zetten aan tot nadenken.
  2. Spreek waardering uit. Richt je op het gedrag van je cliënt, niet op zijn persoon. En spreek waardering uit. Zeg bijvoorbeeld: ik waardeer dat je bent gekomen, het is vast niet gemakkelijk geweest. Die steun biedt de mogelijkheid verder te komen.
  3. Luister actief. De kwaliteit van een gesprek wordt bepaald door hoe je luistert. Luister actief, dat is de belangrijkste basisvaardigheid. Luister en vat daarna samen wat je cliënt heeft gezegd: dus je zegt…, klopt dat? Alleen sommige zinsdelen of woorden herhalen kan eveneens actief zijn. Die stimuleren je cliënt meer uit te leggen.
  4. Lok een plan uit. Nodig uit tot zogenoemde veranderingsuitspraken. Laat je cliënt zelf keuzes benoemen. Dat motiveert veel meer dan wanneer jij hem overtuigt. Geef geen adviezen als: je zou eens, je moet, het zou beter zijn als… Kom wel terug op doelen die je samen hebt afgesproken. En daarbij mag je best vasthoudend zijn.

Ben Wenting van het Instituut voor Samenwerkingsvraagstukken geeft een workshop over motivational interviewing op deze video van een halfuur.

Een meer theoretische toelichting – reader MI voor zorgprofessions (2007) – vind je hier.

Voor de fijne kneepjes van motivational interviewing te leren zijn verschillende trainingen beschikbaar. Hier vind je er een paar:

https://www.youtube.com/watch?v=VMglAV9RQf4