Spring naar content

Succesfactoren voor duurzame en integrale inzet van de buurtsportcoach

Sinds 2012 kunnen gemeenten via de Brede Impuls Combinatiefuncties lokaal buurtsportcoaches inzetten. De hoogste tijd om uit de ervaringen en onderzoek, de tips en succesfactoren te noteren. Deze tips zijn primair bedoeld voor gemeenten en werkgevers van buurtsportcoaches. De tips zijn echter ook waardevol voor buurtsportcoaches zelf, met name als input voor een gesprek met hun gemeente of werkgever. De inhoud is tot stand gekomen op basis van diverse gesprekken en contacten van Kenniscentrum Sport met zowel buurtsportcoaches, gemeenten (opdrachtgevers) en werkgevers van buurtsportcoaches en evaluatie-onderzoek van Mulier Instituut in samenwerking met Sportkunde-opleidingen.

Duurzame en efficiënte inzet van de buurtsportcoach

Vooropgesteld kunnen we zeggen dat de kracht van de buurtsportcoachregeling deels zit in de mogelijkheid om lokaal op-maat keuzes te maken over de opdracht en de doelgroep van de buurtsportcoach en de manier waarop werkgeverschap geregeld wordt. Onderstaande succesfactoren met bijbehorende tips zijn zeker niet in alle gemeenten doorslaggevend. Er zijn gemeenten waar buurtsportcoaches heel succesvol zijn, maar op een andere manier worden ingezet en/of aangestuurd.

Hoe moet je deze succesfactoren en bijbehorende tips dan lezen en gebruiken? Vooral door er lokaal het gesprek over te voeren! Doe dit bij voorkeur met de beleidsmakers, de buurtsportcoaches, de werkgevers en de samenwerkingspartners. Wat gaat goed in jullie gemeente en waar zien mensen mogelijkheden voor verbetering?

Succesfactoren en tips

1. Focus!

Maak bewust keuzes voor doelgroepen en wijken die de buurtsportcoach moet gaan bedienen, en doelen waar de buurtsportcoach aan gaat werken. Uiteraard afhankelijk van de lokale situatie, beleid, de wijkscans, de vragen van samenwerkingspartners en het aantal fte buurtsportcoaches.

  • Bedenk dat één buurtsportcoach niet alles kan doen en overal goed in kan zijn. Het starten en onderhouden van samenwerking met andere sectoren is tijdrovend en ingewikkeld. Een verbinding leggen met een nieuw domein doe je er niet zomaar even bij. Maak keuzes en help buurtsportcoaches bij het afbakenen.
  • Bied als gemeente meer zekerheid in de (co)financiering, door de organisatiestructuur te verankeren (helder communiceren, goed samenwerken, duidelijke gezamenlijke doelen stellen en als gemeente niet te veel op afstand zitten) en door de buurtsportcoach goed te faciliteren. Hierdoor wordt de inzet op gemeenteniveau effectiever.

2. Stel duidelijke doelen en kaders

Buurtsportcoaches zijn gebaat bij een duidelijke opdracht en heldere kaders. Buurtsportcoaches die vage of brede opdrachten krijgen, ‘zwemmen’ vaak en zijn zoekende. Zeker als de buurtsportcoaches nog relatief jong en onervaren zijn.

  • Geef als gemeente meer sturing en richting aan de regierol, het werkgeverschap en de cofinanciering. Bevraag vooraf en evalueer tijdens het proces wat het meest wenselijk is. Daardoor is afstemming makkelijker te realiseren en weten partijen en buurtsportcoaches beter wat van hen wordt verwacht. Ook kan lokaal inspraak beter worden georganiseerd, wanneer partijen weten wat de gemeente beoogt.
  • Stel SMART doelen en resultaten op in samenspraak met buurtsportcoaches en andere uitvoerders, zoals het gemeentelijk sportbedrijf of de lokale sportservice organisatie. Idealiter betrek je als opdrachtgever samenwerkingspartners bij het vaststellen van doelen; collega’s van andere beleidsterreinen, maar bijvoorbeeld ook lokale zorg- en welzijnsinstellingen. Meer betrokkenheid en regie leidt tot meer draagvlak bij deze partijen. Voor buurtsportcoaches is het belangrijk te weten aan welk ‘hoger’ doel zij bijdragen.
  • Zijn er gezamenlijk doelen en resultaten opgesteld? Geef een buurtsportcoach dan wel ruimte en vrijheid in de uitvoering. Uiteraard afhankelijk van de ervaring en de wens van de buurtsportcoach(es) zelf. Ook hier geldt dat regie en het krijgen van vertrouwen leidt tot eigenaarschap bij de buurtsportcoaches.
  • Schep duidelijkheid over waar de verantwoordelijkheid ligt voor bijvoorbeeld het meten van verbetering van beweeggedrag, vermindering van de eenzaamheid en meer sociale veiligheid in de buurt, zonder dat de focus daar te sterk op komt te liggen. Is hier de buurtsportcoach of de ‘opdrachtgever’ zoals een gemeente verantwoordelijk voor, of is dit meer een gedeelde verantwoordelijkheid.

3. Betrek andere beleidsterreinen van de gemeente

Het is al eerder genoemd in bovenstaande succesfactoren. Wil je sport en bewegen (ook) als middel inzetten voor bijvoorbeeld kwetsbare doelgroepen?

  • Ga dan in gesprek met collega’s van bijvoorbeeld WMO, armoede, werk & inkomen, jeugd, gezondheid, etc. Hoe eerder en hoe meer je hen betrekt bij de inzet van de buurtsportcoach, hoe beter. Dit vergroot de kans op meer integraal beleid en ook cofinanciering door andere beleidsterreinen. En niet onbelangrijk; tot meer betrokkenheid en draagvlak van uitvoeringsorganisaties in andere sectoren bij het werk van de buurtsportcoach. Zo kun je het werk van de buurtsportcoach(es) efficiënter en effectiever maken en verduurzamen. Hoe breder de buurtsportcoach lokaal is ingebed en hoe groter de bijdrage van andere domeinen, hoe groter de kans op continuïteit. Waarom zou je alleen van de uitvoerders verlangen dat ze verbindingen leggen met andere sectoren, en zelf alleen binnen de muren van je eigen beleidsterrein werken?
  • Dat buurtsportcoaches ondersteund worden (of betere resultaten bereiken, meer impact) met integraal gemeentelijk beleid blijkt uit het wetenschappelijk onderzoek naar (de werkwijze van) buurtsportcoaches die zorg en sport verbinden. Integraal beleid betekent hier dat gezondheids- en sportbeleid geïntegreerd zijn, waarbij op management- en beleidsniveau integraal wordt gewerkt. Vergelijk je buurtsportcoaches in een gemeente met integraal beleid met diegenen die werken in een gemeente met sectoraal sportbeleid, dan werken ze op een andere manier. Zij richten zich meer op het ondersteunen van beweegactiviteiten van organisaties buiten de sport dan op het zelf uitvoeren van activiteiten. Ook weten zij er voor te zorgen dat zorg en welzijn structureel mensen doorverwijzen. Het is te verwachten dat buurtsportcoaches op deze manier beter gewenste resultaten kunnen boeken: ze zorgen voor een betere verbinding tussen zorg en sport, en bereiken een bredere groep, met daarbij de meer kwetsbare mensen met grotere gezondheidsproblemen door een gebrek aan bewegen.

Lees de diverse publicaties op Allesoversport.nl over ‘integraal beleid opstellen’ en ‘integraal samenwerken’, onder andere de artikelen

4. Zorg voor de juiste persoon op de juiste plek

Wil je buurtsportcoaches vooral inzetten op het leggen van nieuwe verbindingen en samenwerking met andere sectoren? Dan vraagt dat een buurtsportcoach op HBO-niveau en met ervaring of kennis van netwerkvorming. Moet de buurtsportcoach activiteiten organiseren en begeleiden voor ouderen en chronisch zieken? Bedenk dat een pas afgestudeerde MBO-er ‘Sport en Bewegen of combinatiefunctionaris vaak geen affiniteit heeft met deze doelgroep. Een buurtsportcoach met een andere opleidingsachtergrond of werkervaring past in zo’n geval soms beter bij de taken en doelen.

  • Staat er een team van buurtsportcoaches klaar? Zorg dan dat de opdracht enigszins aansluit bij de kennis en mogelijkheden van dit team. Of bespreek met elkaar welke opleiding en begeleiding eventueel nodig is, om de gestelde resultaten te behalen.
  • Is er nog vacatureruimte? Ga dan op zoek naar een buurtsportcoach die geschikt is voor de opdracht en/of de doelgroep die je in gedachte hebt. Gebruik de voorbeeld functieprofielen van buurtsportcoaches voor inspiratie.
Tipsheet Duurzame en integrale lokale inzet de buurtsportcoach waarop een coach uitleg geeft aan een paar kinderen
(Foto: Kenniscentrum Sport)

5. Zorg voor de juiste aansturing van de buurtsportcoach(es)

Er is geen blauwdruk voor werkgeverschap en aansturing, of een meest succesvolle manier om hier lokaal invulling aan te geven. Het is onder andere afhankelijk van de doelen en doelgroepen die je lokaal wilt bereiken met de buurtsportcoach, het team van buurtsportcoaches en hun ervaring, de betrokkenheid van andere beleidsterreinen en samenwerkingspartners. En niet te vergeten van de grootte van de gemeente en het aantal fte buurtsportcoaches.

  • Voor een grote of middelgrote gemeente kan het beleggen van werkgeverschap bij één lokale sport uitvoeringsorganisatie of het sportbedrijf goed werken. Het voordeel is dat de buurtsportcoaches elkaar onderling makkelijk kunnen vinden en ervaringen kunnen uitwisselen. Het is ook mogelijk om in teams te gaan werken met bijvoorbeeld een senior buurtsportcoach als coördinator, zoals bij Sportsupport Kennemerland. Dit biedt doorgroeimogelijkheden voor buurtsportcoaches. Het is belangrijk dat de gemeente en het sportbedrijf goede afspraken maken over de opdracht en de verantwoording. Daarnaast is het raadzaam dat beleidsmakers en uitvoerders regelmatig contact hebben over de voortgang, de successen en de uitdagingen. Niet ter controle, maar bijvoorbeeld om plannen bij te stellen of om successen te rapporteren aan de wethouder, het College en/of de Raad. Betrek uitvoerders bij het opstellen van nieuw beleid en gebruik hun expertise en kennis van de praktijk.
  • Het beleggen van werkgeverschap bij bijvoorbeeld een Provinciale Sportservice Organisatie heeft een financieel nadeel (btw afdragen). In sommige gevallen biedt het BTW-compensatiefonds daar een oplossing voor. In de uitvoering kent het voordelen. Zeker voor wat kleinere gemeenten. Buurtsportcoaches die voor kleine gemeenten werken, geven regelmatig aan dat ze ‘eenzaam’ zijn of vinden dat ze nergens echt ‘bij horen’. Veel Provinciale Sportservice Organisaties zijn werkgever van buurtsportcoaches van meerdere gemeenten. Zij kunnen uitwisseling, coaching en begeleiding mogelijk maken, en dat wordt als waardevol ervaren door veel buurtsportcoaches.
  • Het beleggen van werkgeverschap bij meerdere lokale organisaties heeft zeker voordelen. Een buurtsportcoach die in dienst is bij een welzijnsinstelling of zorgorganisatie heeft vaak minder moeite om zijn collega’s van zorg en welzijn te overtuigen van het belang van zijn betrokkenheid en de meerwaarde van sport en bewegen als middel. De lijnen zijn korter en de drempel voor professionals in andere sectoren om te verwijzen lijkt lager. Ook lijken organisaties uit andere sectoren, die een buurtsportcoach in dienst hebben, eerder geneigd bij te dragen aan de cofinanciering van buurtsportcoaches. Een aandachtspunt voor deze manier van werkgeverschap, is onderling contact en uitwisseling tussen buurtsportcoaches. De manier waarop dit in Soest is geregeld, met een coördinator in dienst van de gemeente, kan een oplossing zijn voor onderlinge uitwisseling en afstemming tussen beleid en praktijk.
  • Zijn de buurtsportcoaches in dienst van de gemeente? Dit heeft als voordeel dat je zelf de meeste regie houdt. Het maakt het contact tussen beleid en uitvoering meestal makkelijker, simpelweg omdat de lijntjes korter zijn en er regelmatig fysiek contact is. Het kan ook een voordeel zijn bij het betrekken van collega’s van andere beleidsterreinen, mits je de buurtsportcoaches regelmatig een podium biedt om zichzelf en hun activiteiten te presenteren en profileren.
  • Hoe je het ook regelt lokaal of regionaal: wees je bewust van de voor- en nadelen van de manier waarop je aansturing van buurtsportcoaches regelt, en bespreek en evalueer dat gezamenlijk.

6. Stimuleer en faciliteer persoonlijke ontwikkeling en professionalisering

De buurtsportcoach is een beroep in ontwikkeling, waar bovendien (nog) geen specifieke opleiding voor bestaat. Op landelijk en regionaal niveau wordt gewerkt aan professionalisering en vakmanschap met bijvoorbeeld opleiders, maar op lokaal niveau is dit ook noodzakelijk. Het is van belang om vaak jonge, talentvolle en ambitieuze mensen te behouden voor de sport- en beweegsector, hen de nodige ontwikkelingsmogelijkheden te bieden en een groot verloop tegen te gaan en omdat samenwerkingspartners in andere sectoren dit verwachten. Zorg (in afstemming met werkgever(s)) voor:

  • begeleiding en coaching van de buurtsportcoaches, bijvoorbeeld door voortgangsoverleggen, functioneringsgesprekken en ontwikkelgesprekken;
  • een opleidings- of ontwikkelbudget, waarmee een buurtsportcoach een scholing kan volgen, een congres kan bezoeken, een coachingstraject of EVC-traject kan doen. Of organiseer zelf trainingen of bijeenkomsten zoals Sportservice Zwolle dat doet, eventueel samen met omliggende gemeenten of de Provinciale Sportorganisatie. Een overzicht met opleidingen, (bij)scholingen en workshops vind je op de website www.sportindebuurt.nl;
  • regelmatige uitwisseling of intervisie tussen buurtsportcoaches op lokaal, regionaal of landelijk niveau om kennis en ervaringen te delen. De buurtsportcoach-app is een online tool die uitwisseling ondersteunt;
  • een kritische reflectie op succesvolle en minder succesvolle aanpakken. Bevraag elkaar kritisch over waarom een aanpak (niet) het gewenste resultaat had. Door scholing kunnen buurtsportcoaches hier beter in worden. Dat geldt ook voor monitoren en evalueren.

7. Maak duidelijke afspraken over monitoring en evaluatie (M&E) van de inzet van buurtsportcoaches en faciliteer hierin

Op het gebied van M&E is veel mogelijk, maar lang niet alles is wenselijk. Het moet haalbaar, betaalbaar en bruikbaar zijn en je moet geen dingen meten die op een andere manier al ergens bekend zijn. Ten onrechte denken velen dat het moeilijk is of moet zijn, maar ook eenvoudige en weinig tijdrovende methoden kunnen veel inzicht geven, en niet alles hoeft tegelijkertijd.

  • Bedenk in eerste instantie waarvoor je het wilt gebruiken: met name voor verantwoording naar bijvoorbeeld de gemeente, of gebruik je het vooral voor verbeteren van processen en resultaten? Beide kunnen om andere methoden vragen.
  • Het nut van M&E wordt bepaald door de wijze waarop doelen en gewenste resultaten zijn verwoord (zie punt 2). Als die niet toetsbaar zijn, heeft het geen zin om daar op te monitoren.
  • Verder zul je onder andere af moeten wegen wat voor soorten ‘indicatoren’ (van input tot outcome) je wilt monitoren, op welk niveau, en of je iets kwantitatief of kwalitatief wilt meten. In de nu nog oude, maar binnenkort vernieuwde, M&E wijzer vind je hier meer informatie over.
  • Een aantal instrumenten is al te vinden op www.sportindebuurt.nl. Hier vind je daarnaast een aantal andere mogelijkheden om antwoorden te krijgen op jouw M&E vragen.
  • Evalueer en overleg als buurtsportcoach structureel met collega’s, leidinggevenden, de doelgroep, betrokken partners of andere buurtsportcoaches (van hetzelfde type). Buurtsportcoaches met vergelijkbare doelgroepen, maar ook in vergelijkbare settings of met vergelijkbare taken, kunnen veel meer leren van elkaar en van elders beschikbare kennis over doelgroepen en daardoor hun beste aanpak of werkwijze bepalen. Daarnaast kunnen individuele ervaringen gedeeld en gebundeld worden op een hoger niveau (via werkgever naar gemeente), zodat ze kunnen dienen als input voor het beleid.

8. Werk mee aan de positionering van het team van buurtsportcoaches

Als gemeente heb je behoorlijk wat invloed op de zichtbaarheid van je buurtsportcoaches. Door regelmatig te communiceren over de buurtsportcoaches en het werk dat zij doen, werk je mee aan de bekendheid en positionering richting andere domeinen. Uiteraard hebben de buurtsportcoaches hier zelf ook een belangrijke rol en verantwoordelijkheid in. Zij kunnen bijvoorbeeld beeldmateriaal en mooie verhalen aanleveren en inzicht bieden in voortgang en resultaten. Maak hier samen afspraken over.

  • Communiceer vanuit de gemeente regelmatig over activiteiten van buurtsportcoaches en resultaten die zij behalen. Breng dit onder de aandacht bij lokale media, de wethouder, het College, de Raad en bij collega’s van andere beleidsterreinen.
  • Organiseer met enige regelmaat een gezamenlijk sportcafé of netwerkbijeenkomst. Of nodig een of meerdere wethouders uit bij activiteiten of evenementen die de buurtsportcoaches organiseren.
  • Nodig een buurtsportcoach – bij voorkeur met een of meerdere deelnemers van beweegactiviteiten – uit voor een presentatie aan collega’s van andere beleidsterreinen over de inzet en het effect van sporten en bewegen als middel.

Verantwoording van tips & succesfactoren:

De tips zijn tot stand gekomen op basis van diverse gesprekken en contacten van Kenniscentrum Sport met zowel buurtsportcoaches als gemeenten (opdrachtgevers) en werkgevers van buurtsportcoaches, waaronder:

  • interviews met buurtsportcoaches en managers van buurtsportcoaches van Sportservice ZwolleSportsupport KennemerlandStichting de Schroef Heusden en Gemeente Soest in 2017.
  • meerdere bijeenkomsten met de klankbordgroep kwaliteitsimpuls buurtsportcoaches en de werkgroep beroepsvorming buurtsportcoaches tussen 2015-2017.
  • Buurtsportcoach quickscans die Kenniscentrum Sport heeft uitgevoerd in Gilzen-Rijen, Ede en Huizen in 2016 en 2017.
  • gesprekken met buurtsportcoaches en werkgevers rondom de pilot van het EVC-traject in 2016.
  • diverse workshops en rondetafelgesprekken met en voor buurtsportcoaches en gemeenten bij de lerende netwerken van Sport en Bewegen in de Buurt tussen 2014-2017.

We hebben de tips aangevuld met aanbevelingen uit het evaluatieonderzoek dat Mulier Instituut in samenwerking met Sportkunde-opleidingen heeft uitgevoerd: “De Brede impuls combinatiefuncties als werkend proces” (oktober 2017).