SV Kampong – team als hoeksteen van de vereniging
Betrokken ouders, trainers en teamleiders, die het samen met de spelers leuk en gezellig maken. Voor Marcel Scheefhals is het team de hoeksteen van de vereniging. Als verenigingsmanager ziet hij het dan ook als zijn voornaamste taak om voor alle teamleden een gedegen en stimulerende organisatie neer te zetten. Zijn overtuiging: ‘Als jongeren het binnen een team naar hun zin hebben, dan zullen ze de vereniging niet snel verlaten.’
Het praktijkvoorbeeld “SV Kampong” is onderdeel van de serie artikelen “Jongeren binden en behouden bij de sport“.
Andere praktijkvoorbeelden hoe je jongeren kunt binden en behouden bij sport:
Scheefhals begon bijna zeven jaar geleden als verenigingsmanager bij de voetbalafdeling van SV Kampong uit Utrecht. Met meer dan 6.000 leden is dat momenteel de grootste omnisportvereniging van Nederland. Ze hebben een voetbaltak, cricket, hockey, squash, tennis en jeu de boules.
Marcel Scheefhals nam in 2018 afscheid. Marcel heeft meer dan 10 jaar als verenigingsmanager voor Kampong voetbal gewerkt. Samen met de vele vrijwilligers boekte hij in deze periode mooie resultaten voor de club.
Opbouwen vanaf de mini’s
‘Wij hebben geen specifieke aanpak om twaalf- tot zeventienjarigen binnen te houden. Maar het past wel binnen ons beleid’, zegt Scheefhals. ‘Jongeren gaan niet zomaar weg als zij het in hun team naar hun zin hebben.
Voor ons begint alles dus bij de mini-pupillen. Daar kweek je als vereniging je imago, dus daar moet alles al goed georganiseerd zijn en van daaruit bouw je op. Niet alleen het plezier van de spelers, maar ook de binding met hun ouders, want die hebben we nodig voor training, begeleiding en een positieve stimulans.’ Bij een goede organisatie draait het voor Scheefhals om goede voorzieningen en een sterke, transparante verenigingsstructuur.
‘Binnen die structuur heeft elk team zijn eigen plek, met een eigen trainer en teamleider, heldere regels en afspraken, vaste trainingstijden en een eigen deel van het trainingsveld. Op die manier creëren we voor iedereen rust, ruimte en continuïteit. Dat werkt, want de afgelopen jaren zijn we aan de onderkant van 60 naar 200 mini’s gegroeid en steeds meer jeugdspelers blijven. Vijf jaar geleden hadden we maar één A-team, nu hebben we er zes en dat komt niet omdat we nieuwe doelgroepen werven.’
Vaardigheid en plezier
Neemt niet weg dat er ook bij SV Kampong nog steeds spelers vertrekken. Daarbij ligt de uitstroom bij de selectieteams significant lager dan bij de breedtesportteams. ‘Niet zo gek’, vindt Scheefhals. ‘Als je ergens goed in bent, dan vind je het leuk om dat te blijven doen. Vaardigheid is heel belangrijk voor de motivatie van jeugdspelers, dus daar besteden we veel aandacht aan. Niet alleen tijdens de vaste teamtrainingen, maar ook tijdens aparte techniektrainingen. Die organiseren we specifiek voor de F- tot en met D-jeugd, van acht tot en met twaalf jaar. Spelers moeten zich apart inschrijven voor een techniektraining en dat kost vier euro per keer, maar de belangstelling is groot.’
De training van de breedtesportteams wordt grotendeels door ouders verzorgd. Bij de jeugd tot en met twaalf jaar voor 90% en bij de oudere jeugd voor 40%. ‘We leiden ouders zelf op als trainer en spelleider’, vertelt Scheefhals. ‘We brengen ze techniek en spelinzicht bij, maar leren ze ook hoe ze een aantrekkelijke training op moeten zetten en hoe je met de verschillende leeftijdsgroepen moet omgaan. Je zou zeggen dat ouders zoiets weten, maar in de praktijk valt dat vaak tegen. De focus ligt op plezier; die moeten de ouders zo groot mogelijk maken. In een uurtje per week leert een kind geen voetbal. De training moet zo leuk zijn, dat een kind thuis ook een bal pakt en daarmee verder in de weer gaat.’
Vreedzame vereniging
Niet alleen trainers en teamleiders zijn verantwoordelijk voor een plezierige sfeer bij SV Kampong. In 2011 besloot de club een Vreedzame Voetbalvereniging te worden, gebaseerd op de uitgangspunten van het programma De Vreedzame Wijk van Eduniek/CEDgroep. Op hoofdlijnen gaat het erom dat iedereen bij de vereniging op een sportieve, respectvolle en positieve manier met elkaar, maar ook met materialen en de omgeving omgaat. Zeggenschap en eigen verantwoordelijkheid voor de jeugd staan centraal, maar dat bereik je alleen als trainers, teamleiders, scheidsrechters en ouders dat stimuleren en het goede voorbeeld geven.
‘Soms zit dat in hele kleine dingen’, zegt Scheefhals. ‘Zo blijken kinderen het enorm te waarderen als de trainer hen aan het begin van de training een hand geeft. Ze voelen zich dan even nadrukkelijk gezien en dat is goed voor hun zelfrespect. Bij pesterijen of conflicten leren we onze jeugd om die zelf op te lossen, waarbij een teamgenoot functioneert als neutrale intermediair. En we hebben de groene kaart bedacht. Daarmee drukt een team na een wedstrijd gezamenlijk zijn waardering uit. Voor een sportieve tegenstander, een onpartijdig fluitende scheidsrechter of een positief aanmoedigende ouder. Met de blauwe kaart heeft de KNVB dit concept inmiddels landelijk overgenomen.’
Sociale activiteiten
Tot een jaar of tien dromen bijna alle spelertjes er nog van dat zij ooit in het stadion van FC Utrecht zullen spelen. In de twee jaar daarna begint bij de minder goeden door te dringen dat dat er waarschijnlijk niet inzit. ‘Wat dan stimuleert om te blijven, is het sociale aspect’, geeft Scheefhals aan. ‘Selectieteams spelen veel toernooien en extra wedstrijden, maar ook voor onze breedtesportteams proberen we zoveel mogelijk sociale momenten te creëren. De toernooicommissie zet elke seizoen een hele serie toernooien uit; drie of vier per team. Daarnaast stimuleren we teamleiders om samen met de spelers regelmatig leuke teamuitjes te organiseren.’
Sterkste troef wat betreft het sociale aspect is dat SV Kampong een omnivereniging is. Scheefhals: ‘Vooral dankzij de hockeyafdeling hebben we hier fantastische jeugdfeesten. Daar komen sporters over en weer met elkaar in contact en dat werkt door op het veld. Dan komen de hockeymeiden bij de wedstrijden van onze voetballers kijken en andersom. Zulke manieren van samenkomen zijn voor jongeren een hele belangrijke bindingsfactor.
Voor meiden is het sociale aspect nóg belangrijker dan voor jongens. Ook daarom zullen we daar steeds meer aandacht aan schenken, want recent zijn we met meisjesvoetbal begonnen en inmiddels hebben we ook vijftig meiden binnen onze gelederen.’
Midden in de taart
Er is niet één succestruc om jongeren blijvend aan een vereniging te binden. ‘Het gaat om een samenspel van factoren’, zegt Marcel Scheefhals. ‘Met een duidelijke visie, gericht beleid en een gedegen organisatie kun je dat samenspel positief beïnvloeden, maar er zijn ook factoren die je als vereniging niet zelf in de hand hebt. Omdat wij toevallig onderdeel zijn van een omni-vereniging is het hier altijd gezellig druk en kennen wij de bijzondere sfeer die een mix van jongens en meiden met zich meebrengt. Die mix is niet voor elke voetbalvereniging weggelegd, maar wel de moeite van het overwegen waard.’
De professionele aanpak van SV Kampong is voor een groot deel te danken aan Scheefhals zelf. ‘Van vrijwilligers alleen kun je dat bijna niet meer verwachten. Er komt steeds meer op verenigingen af, maar naast hun clubactiviteiten hebben vrijwilligers ook nog een baan en een heel eigen leven. Als betaalde verenigingsmanager kan ik me volledig op Kampong richten. Ik sta midden in de taart, overzie alle stukjes en kan onmiddellijk in actie komen als er ergens iets mis dreigt te gaan. In die zin ben ik een ankerpunt voor de structuur en een vast aanspreekpunt voor alle vrijwilligers. Met z’n allen zijn we zo in staat om het voor onze jeugd steeds leuker te maken.’
Meer informatie: Website SV Kampong.