Spring naar content

Tools voor een gesprek over bewegen binnen de jeugdgezondheidszorg

Dat voldoende bewegen goed is voor onze gezondheid, zullen veel mensen beamen. Maar daar van jongs af aan al bewust mee bezig zijn is lang niet vanzelfsprekend. Terwijl bewegen juist op jonge leeftijd zo’n bepalende factor is. Voldoende en gevarieerd bewegen draagt namelijk bij aan een gezonde ontwikkeling van kinderen. Als jeugdarts, jeugdverpleegkundige, verpleegkundig specialist en (dokters)assistente in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) zie je veel kinderen en hun ouders, een mooie kans om het gesprek over bewegen op gang te brengen en meer bewegen te stimuleren.

Hoe ga je met ouders in gesprek over bewegen?

In gesprek gaan over het beweeggedrag van kinderen is soms lastig, zeker wanneer er geen sprake is van bijzonderheden rondom bewegen. Zoals een motorische achterstand of overgewicht. Niet elke ouder zit daarop te wachten. De een vindt het beweeggedrag van zijn of haar kind belangrijker dan de ander. Bovendien maken ouders zich in de praktijk eerder zorgen over bijvoorbeeld het slaap- en eetgedrag van hun kind en stellen ze daar vragen over. En dus niet over bewegen. Ook zijn er al veel onderwerpen die je graag met ouders bespreekt in de beperkte beschikbare tijd die je hebt voor een consult. Alles bespreken is onmogelijk. Toch loont het om bewegen een vast onderdeel van je lijstje met gespreksonderwerpen te maken. 

Veel en gevarieerd bewegen levert namelijk een essentiële bijdrage aan een goede motorische, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Er bestaat een relatie tussen bewegen en andere thema’s die je belangrijk kunt vinden in de opvoeding en ontwikkeling van jonge kinderen. Denk aan gezondheid, plezier, zelfvertrouwen en slaap. Meer over de effecten van sport en bewegen op de fysieke en mentale gezondheid van jonge kinderen lees je in het artikel Effecten van bewegen voor kinderen en jongeren. De Gezondheidsraad geeft aan hoeveel beweging minimaal nodig is voor een goede gezondheid. Voor kinderen van 0 tot 4 jaar is dat het beweegadvies, voor kinderen van 4 tot 18 jaar is dat de beweegrichtlijn

Waarom ben jij de juiste persoon?

Als jeugdarts, jeugdverpleegkundige, verpleegkundig specialist en (dokters)assistente in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) zie je veel kinderen en hun ouders. Jij hebt veel ervaring op het gebied van gezondheid en ontwikkeling van jonge kinderen. En ouders weten dat ze bij jou terecht kunnen voor informatie en ondersteuning op het gebied van gezonde en veilige ontwikkeling en positief opgroeien. Je bent daarom de juiste persoon om het thema ‘bewegen voor kinderen’ met ouders te bespreken.

Richtlijn ‘Houding en bewegen’

De JGZ richtlijn ‘Houding en bewegen’ (2020) laat zien dat de JGZ een belangrijke rol kan spelen in het stimuleren van gezond beweeggedrag. De belangrijkste thema’s uit de richtlijn zijn verwerkt in deze video. Meer informatie over de richtlijn vind je op de website van het Nederlandse Centrum Jeugdgezondheid.

Praktische tools die je kunt inzetten

Om je te helpen het gesprek over bewegen te voeren en ouders te overtuigen van het belang van voldoende bewegen, ontwikkelde Kenniscentrum Sport & Bewegen verschillende praktische tools in samenwerking met het werkveld. 

Inspiratiegids Beweegstimulerende inrichting bij de JGZ

De manier waarop een ruimte is ingericht heeft veel invloed op het bewegen van kinderen, zowel buiten als binnen. De Inspiratiegids beweegstimulerende inrichting bij de JGZ biedt informatie en praktische tools die je inspireren om de wachtruimte of spreekkamers zo in te richten dat het uitnodigt tot bewegen en het gesprek daarover. Denk aan een hinkelpad in de gang, een beweegspiegel of oefeningen voor bij het aankleedkussen. De Inspiratiegids is het resultaat van een pilot van vijf JGZ-organisaties in het kader van de Kleine Beweegagenda. In het artikel Jeugdgezondheidszorg maakt begin met stimuleren van bewegen in de wachtruimte lees je meer over de totstandkoming van de pilot en de ervaringen uit de praktijk.

We praten nu op een hele andere manier met ouders over bewegen. Voorheen bespraken we het als ouders er vragen over hadden, maar nu komt het veel meer aan bod omdat de materialen zichtbaar zijn in de ruimte.

Jeugdverpleegkundige over de inspiratiegids

Nut en Noodzaak van bewegen voor kinderen

De toolbox Nut en Noodzaak biedt jou als JGZ-professional de juiste informatie en handvatten om het thema ‘belang van bewegen voor kinderen’ met collega’s en ouders te bespreken. Kinderen houden van spelenderwijs bewegen en ontdekken. Maar waar heeft bewegen precies effect op en belangrijker nog: hoe stimuleer je kinderen gedurende de dag te bewegen? Nut en Noodzaak geeft antwoord op deze vragen. Het bestaat uit drie verschillende tools, bepaal zelf wat jij fijn vindt werken:

  • Online publicatie: achtergrondinformatie op basis van wetenschappelijke literatuur over het belang van bewegen bij kinderen. Eén pagina is specifiek gericht op ouders. Deze pagina met handige tips en adviezen kun je met ouders delen.
  • Flyer: informatie voor ouders, in de vorm van een kubus om mee te geven
  • Poster: langgerekte poster met meetlint en beweegweetjes voor in de wacht- of consultruimte

Het is een aantrekkelijke poster en nodigt ouders uit tot het stellen van vragen.

Adviseur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid over de poster met beweegweetjes

Argumentenkaartjes

Soms lijkt het niet echt tot ouders door te dringen waarom het belangrijk is dat hun kind voldoende sport en beweegt. Sommigen schieten zelfs in de weerstand, bijvoorbeeld als je begint over overgewicht. Herkenbare situaties? Misschien bieden de Argumentenkaartjes uitkomst. Met deze gesprekstool krijg je meer inzicht in wat ouders belangrijk vinden voor hun kind. Je begint dan niet bij wat je zelf belangrijk vindt, het sporten en bewegen, maar bij waar de ouder waarde aan hecht. Vanuit dat perspectief leg je vervolgens uit op welke manier sport en bewegen daar een positieve bijdrage aan kunnen leveren. Win-win!

Mini-learning motorische ontwikkeling

Ook voor baby’s, peuters en dreumesen is voldoende en gevarieerd bewegen al van grote invloed, met name op de motorische ontwikkeling. In deze mini-learning motorische ontwikkeling kom je meer te weten over motorische ontwikkeling en het belang van bewegen voor jonge kinderen. Daarbij introduceren we de Beweegspelletjes en Praatplaten: twee praktische tools die je helpen om met meer bewegen aan de slag te gaan. Na het volgen van de Mini-learning kun je de Beweegspelletjes en Praatplaten aanvragen.

Ervaring uit de praktijk: KinderRijk

Kinderopvangorganisatie KinderRijk is enthousiast over de Mini-learning: “De Mini-learning geeft extra kennis. En voor de mensen die er al bekend mee zijn, is het opfrissen van wat ze eigenlijk al weten. Na een korte check om na te gaan of de kennis goed is overgekomen, kun je kosteloos de Beweegspelletjes en Praatplaten aanvragen. Praktische tools waarmee je als pedagogisch medewerker aan de slag kunt op de groep en richting ouders.”

De praatplaten werken heel goed bij cliënten die een taalbarrière hebben. Dus hier op inzetten is voor mij een echte meerwaarde.

Jeugdverpleegkundige over de praatplaten

Beweegrichtlijnentest

Om na te gaan waar kinderen op dit moment staan met betrekking tot hun beweeggedrag, kun je de Beweegrichtlijnentest gebruiken. Dit kan voor kinderen vanaf vier jaar. Met een aantal korte vragen kun je snel nagaan in hoeverre een kind voldoende matig intensief beweegt en of hij of zij voldoende spier- en botversterkende activiteiten doet. Zodra je het huidige beweeggedrag in kaart hebt, kun je samen ouder en kind bepalen hoe je meer beweging in de dag kunt brengen. De test duurt een paar minuten en kan een ouder ook al voorafgaand aan een afspraak invullen.

Aan de slag

Ga aan de slag met deze praktische instrumenten. Benieuwd wat Kenniscentrum Sport & Bewegen jou nog meer kan bieden? Neem een kijkje op de website